ECLI:NL:RBNHO:2025:12360

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
11858169
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Discriminatie op grond van zwangerschap en nationaliteit in arbeidsovereenkomst

In deze zaak verzoekt een werknemer, [verzoeker], om toekenning van een billijke vergoeding omdat haar werkgever, Dixstone Netherlands N.V., haar tijdelijke arbeidsovereenkomst niet heeft verlengd met een contract voor onbepaalde tijd. De werknemer stelt dat dit is gebeurd op basis van discriminatie vanwege haar zwangerschap en haar nationaliteit als arbeidsmigrant. Daarnaast vraagt zij om een aanzegvergoeding. De kantonrechter wijst de verzoeken af, omdat de werknemer geen feiten heeft gepresenteerd die discriminatie doen vermoeden. De werkgever heeft tijdig aangezegd en de beslissing om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen was gebaseerd op negatieve feedback over het functioneren van de werknemer. De kantonrechter concludeert dat er geen sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen van de werkgever en wijst de verzoeken van de werknemer af. De proceskosten komen voor rekening van de werknemer, die ongelijk krijgt in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer / rekestnummer: 11858169 \ AO VERZ 25-117
Beschikking van 29 oktober 2025
in de zaak van
[verzoeker],
te [plaats],
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker],
procederend in persoon,
tegen
DIXSTONE NETHERLANDS N.V.,
te Hoofddorp,
verwerende partij,
hierna te noemen: Dixstone,
gemachtigde: mr. S.P.M. Romijn.
De zaak in het kort
In deze zaak verzoekt een werknemer om toekenning van een billijke vergoeding, omdat haar werkgever haar tijdelijke arbeidsovereenkomst niet heeft verlengd met een contract voor onbepaalde tijd. Volgens werknemer is sprake van discriminatie op grond van zwangerschap en op grond van haar nationaliteit/als arbeidsmigrant. Daarnaast verzoekt de werknemer een aanzegvergoeding. De kantonrechter wijst de verzoeken af, omdat werknemer geen feiten heeft gesteld die discriminatie doen vermoeden. Daarnaast is wél tijdig aangezegd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van [verzoeker] van 28 augustus 2025 met 6 producties;
  • aanvullende stukken van [verzoeker] van 2 september 2025 met productie 7;
  • aanvullende stukken van [verzoeker] van 19 september 2025 met productie 8;
  • aanvullende stukken van [verzoeker] zonder datum met productie 9;
  • het verweerschrift van Dixstone van 25 september 2025 met 7 producties;
  • de mondelinge behandeling van 2 oktober 2025, waar [verzoeker] en de gemachtigde van Dixstone een pleitnota hebben overgelegd en waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] (geboren op [geboortedatum] 1980) was sinds 1 september 2024 in dienst bij Dixstone. Zij werkte gedurende 40 uur per week op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 1 september 2025. Het loon bedroeg € 4.000,00 bruto per maand, exclusief vakantiegeld. [verzoeker] heeft de Kroatische nationaliteit.
2.2.
Werkgever is een wereldwijd actief bedrijf in de olie- en gassector.
2.3.
[verzoeker] is haar werkzaamheden bij Dixstone gestart in team Drilling. Na enige tijd is zij overgeplaatst naar team Crewing, alwaar zij de functie van Crewing Officer vervulde. Een Crewing Officer zorgt onder meer voor het bemannen van offshore projecten.
2.4.
Van 12 mei 2025 tot 29 augustus 2025 was [verzoeker] met zwangerschaps- en bevallingsverlof.
2.5.
Op 21 juli 2025 heeft de leidinggevende van [verzoeker] intern geïnformeerd naar haar functioneren in het kader van het al dan niet verlengen van de tijdelijke arbeidsovereenkomst. De verkregen feedback van collega’s van respectievelijk team Drilling en team Crewing luidde, voor zover relevant:
“It was difficult to explain to her what needed to be changed or was wrong, as all was taken as a criticism. It was a lot of ‘I don’t know’, ‘I don’t understand’ but also not much of wanting to listen, it was more trying to get someone else to do the job for her (or at least that is how it felt). No proper keep of planning of the crew and contact with Apremar for proper arrangement of Apremar crew on board. Expecting other people to just do it, even when not on their scope, because ‘she didn’t know’.”en
“No attention to detail in work. No willingness to ask questions when she doesn’t know how to do something. No willingness to receive feedback and correct mistakes. No sense of seriousness in work. No focus and dedication to doing work correctly even if it is slow. No accountability for actions. Poor attitude in dealing with colleagues – including using abusive language.”
2.6.
Op 24 juli 2025 heeft Dixstone [verzoeker] een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangeboden voor de periode 1 september 2025 tot en met 31 december 2025. Het salaris werd in het aanbod verhoogd naar € 4.100,00.
2.7.
Op 25 juli 2025 heeft [verzoeker] via een e-mail als volgt gereageerd op dit aanbod:
“I would like to receive a written explanation of the performance feedback that influenced the decision not to offer a permanent contract, including any formal evaluations or complaints, and by whom they were made. I believe in transparency and accountability – and I will not accept subjective or undocumented claims being used to justify employment decisions, particularly during or following maternity leave.”
2.8.
De leidinggevende van [verzoeker] heeft daarop geantwoord dat hij na zijn zomervakantie inhoudelijk op haar mail zou reageren. Vooruitlopend daarop heeft [verzoeker] op 14 augustus 2025 nog een email gestuurd met de volgende inhoud:
“I therefore kindly request:
1. Written reply to each question in my initial email.
2. Copies of assessments, complaints, or performance feedback influencing the contract decision.
3. Clarification whether other Crewing Officers will remain employed after 31 December 2025, and the criteria applied.
4. Written confirmation why the contract was issued as ‘new’ instead of an extension, and whether it can be amended to preserve accrued leave.
5. Timeline for addressing both the grievance and contract adjustment discussion.
Should I sign the proposed contract in the meantime, this will be done without prejudice to my rights under employment law and GDPR, and without waiving any part of this grievance or request.”
[verzoeker] heeft het aanbod van Dixstone niet ondertekend.
2.9.
Op 15 augustus 2025 heeft de leidinggevende van [verzoeker] inhoudelijk gereageerd:
“As previously communicated, we confirm that we do not intent to assign you to a crewing role moving forward. Our current offer includes a new contract extending your employment for an additional four months beyond the date of your existing contract, designed to: leverage your strengths in an administrative position while addressing a temporary need for data control ahead of the HRIS project launch, support your return to work following maternity leave, ensuring a smooth reintegration, provide you with more clarity and visibility for the coming months.”
2.10.
Op 18 augustus 2025 heeft [verzoeker] via een email aan haar leidinggevende (opnieuw) haar ongenoegen geuit over de gang van zaken, waarbij zij een aantal mensen van het hogere management binnen Dixstone in de ‘cc’ heeft geplaatst:
“By sending this message, I am also formally informing your superiors of my concerns and intended actions. I trust that senior management will approach this matter with fairness and conduct a detailed and transparent investigation.”
2.11.
Op 25 augustus 2025 heeft [verzoeker] het onderhavige verzoekschrift ingediend bij de rechtbank, onder meer stellende dat sprake is van discriminatie aan de zijde van haar werkgever.
2.12.
Op dezelfde dag heeft haar leidinggevende het aanbod tot verlenging van de arbeidsovereenkomst ingetrokken met de volgende toelichting:
“We’ve sent you a contract offer on 24th July 2025, a contract starting 1 September 2025 for a 4-month term, ending on 31 December 2025. Following our communications -and given that you did not respond positively- we are formally withdrawing this offer. Please understand that we also attempted to reach you by phone, without success, in an effort to discuss how the offer might be adjusted to better suit both parties. However, after reviewing your communications carefully, we have regrettably lost confidence in the potential for a successful collaboration within our team.”
2.13.
Op 31 augustus 2025 is de arbeidsovereenkomst van rechtswege geëindigd.
2.14.
Op 9 september 2025 heeft [verzoeker] een eindafrekening ontvangen van € 4.558,26 netto. De afrekening heeft betrekking op openstaande vakantiedagen, de transitievergoeding en het laatste salaris en is door beide partijen ondertekend. Op 18 september 2025 heeft de leidinggevende [verzoeker] nog een email gestuurd, waarin staat, voor zover relevant:
“On the offboarding meeting on 9 September you mentioned that ‘we will see each other in court’. We have tried to find out what it is that you want, but you did not want to discuss.”

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoeker] stelt samengevat in haar verzoekschrift dat Dixstone haar arbeidsovereenkomst had moeten verlengen met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In plaats daarvan heeft Dixtone haar tijdens haar zwangerschapsverlof een tijdelijk contract van slechts vier maanden aangeboden en dat vervolgens ook weer ingetrokken. Dit terwijl Dixstone haar nooit in een formele setting feedback op haar functioneren heeft gegeven en ook nooit een verbeterplan voor/met haar heeft opgesteld. Aldus heeft Dixtone zich schuldig gemaakt aan discriminatie wegens zwangerschap en geslacht. Ook is sprake van discriminatie op basis van haar status als arbeidsmigrant. Zij is bij een mogelijkheid tot promotie tevens gepasseerd door een collega die minder werkervaring had dan zij.
3.2.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter om ‘de maximale’ billijke vergoeding aan haar toe te kennen. Voorts verzoekt zij Dixstone te verbieden om negatieve referenties over haar af te geven, een veroordeling tot betaling van de aanzegvergoeding, verwijdering van negatieve vermeldingen uit haar personeelsdossier, een veroordeling tot een schriftelijke verontschuldiging van de werkgever en vergoeding van haar juridische kosten, waaronder de aanwezige tolk ter zitting, alsmede vergoeding van de proceskosten.
3.3.
Dixstone voert verweer en stelt dat de verzoeken van [verzoeker] moeten worden afgewezen. Dixstone voert samengevat aan dat [verzoeker] geen feiten heeft aangevoerd die een eventueel verboden onderscheid doen vermoeden. De datum waarop haar verlof zou eindigen, lag vóór de datum waarop haar tijdelijke contract zou eindigen. Het al dan niet verlengen van de arbeidsovereenkomst stond geheel los van haar zwangerschap of vrouw- zijn en heeft ook niets te maken met haar nationaliteit/status van arbeidsmigrant. Het besluit is gebaseerd op aanwijzingen dat zij niet goed functioneerde. De leidinggevende van [verzoeker] heeft bij collega’s geïnformeerd naar haar functioneren. Vanwege hun negatieve feedback was Dixstone in eerste instantie niet van plan de arbeidsovereenkomst te verlengen. Omdat de arbeidsovereenkomst bijna samenviel met haar terugkeer van verlof, heeft Dixstone ervoor gekozen [verzoeker] het voordeel van de twijfel te gunnen en haar nog een kort contract aan te bieden, naar de kantonrechter begrijpt, mede om haar terugkeer in het arbeidsproces te vergemakkelijken.
3.4.
De reactie van [verzoeker] op deze verlenging heeft Dixstone echter als onplezierig, onnodig dwingend en zelfs agressief van toon ervaren. Alle uitnodigingen van Dixstone om hierover in gesprek te gaan en de lucht te klaren, zijn door [verzoeker] afgeslagen. Toen [verzoeker] in hun mailwisseling ook nog leden van het senior management ging ‘cc-en’, hetgeen door Dixstone als erg ongepast werd ervaren, is besloten het aanbod voor verlenging in te trekken. Dixstone kan geen verwijt worden gemaakt van de thans ontstane situatie en een schadevergoeding is dus niet aan de orde. Er is geen sprake van (ernstig) verwijtbaar handelen door Dixstone. [verzoeker] heeft ook geen recht op een aanzegvergoeding, omdat reeds op 24 juli 2025 is aangezegd. Dat Dixstone het aanbod later, door toedoen van [verzoeker], heeft ingetrokken, maakt niet dat niet tijdig is aangezegd. De overige verzoeken van [verzoeker] zijn te laat (een dag voor de zitting) ingediend en dienen al om die reden te worden afgewezen.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak allereerst om de vraag of aan [verzoeker] een billijke vergoeding moet worden toegekend wegens discriminatie op grond van zwangerschap, geslacht, nationaliteit en/of het zijn van arbeidsmigrant. Deze discriminatie zou blijken uit het feit dat Dixstone [verzoeker] geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft aangeboden.
4.2.
De wet bepaalt dat een werkgever geen onderscheid mag maken tussen mannen en vrouwen bij het aangaan en bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Dit verbod geldt ook bij het niet-verlengen van een arbeidsovereenkomst. Onder dit verboden onderscheid wordt ook verstaan onderscheid maken op grond van zwangerschap. De werkgever zal moeten bewijzen dat niet in strijd met het discriminatieverbod is gehandeld indien de werknemer feiten aanvoert die het verboden onderscheid kunnen doen vermoeden.
4.3.
De kantonrechter oordeelt dat [verzoeker] geen feiten heeft aangevoerd die kunnen doen vermoeden dat Dixstone in haar geval een verboden onderscheid heeft gemaakt. Uit de stukken en hetgeen is besproken op de zitting blijkt dat de beslissing van Dixstone was gebaseerd op negatieve feedback over het functioneren van [verzoeker]. Dat deze feedback tijdens haar zwangerschapsverlof bij collega’s is opgevraagd, en niet in een formele setting met haar is besproken, maakt dat niet anders. Er is, anders dan [verzoeker] suggereert, geen enkele aanwijzing dat deze feedback door Dixstone is gefabriceerd om de eigenlijke reden voor het niet voor onbepaalde tijd verlengen van haar contract te verhullen. Meer in het bijzonder heeft zij volstrekt niet aannemelijk gemaakt dat Dixstone de betreffende collega’s onder druk zou hebben gezet om negatief over [verzoeker] te rapporteren. In de zes en een halve maand dat [verzoeker] werkzaam is geweest bij Dixstone, heeft zij kennelijk niet voldoende laten zien dat zij naar tevredenheid functioneerde. Dixstone heeft onweersproken gesteld dat al vrij snel spanningen ontstonden in het eerste team waar [verzoeker] werkzaam was (Drilling), reden waarom zij werd overgeplaatst naar team Crewing. Ook daar zijn vervolgens spanningen ontstaan. Dat [verzoeker] ondanks de verzamelde, negatieve feedback toch een verlenging is aangeboden, duidt niet zozeer op discriminatie, maar eerder op coulance aan de zijde van Dixstone, die [verzoeker] nog een kans wilde bieden en haar terugkeer in het werkzame leven wilde vergemakkelijken. Overigens heeft Dixstone tijdens de mondelinge behandeling -onweersproken- verklaard dat zij juist belang hecht aan het welzijn van al haar vrouwelijke medewerkers en op 1 oktober 2025 nog een medewerkster heeft gepromoveerd, één dag voor aanvang van haar zwangerschapsverlof. Dixstone heeft ook verklaard dat zij een internationaal bedrijf is, waarin juist heel veel nationaliteiten, van binnen en buiten Europa, vertegenwoordigd zijn. Ook de leidinggevende van [verzoeker] bezit niet de Nederlandse nationaliteit.
4.4.
Dat [verzoeker] teleurgesteld was dat zij na afloop van haar jaarcontract geen contract voor onbepaalde tijd heeft gekregen, is voorstelbaar. De kantonrechter vindt het moeilijker te begrijpen waarom [verzoeker] niet is ingegaan op uitnodigingen van Dixstone om hierover in gesprek te gaan. In plaats daarvan heeft zij op hoge toon en in stevige bewoordingen haar ongenoegen geuit en Dixstone al in rechte betrokken vóórdat deze het aanbod tot verlenging had ingetrokken. Thans verwijt zij Dixstone tegen haar samen te zweren, haar te discrimineren, buiten te sluiten en zelfs te elimineren. Dat zijn forse beschuldigingen, waarvoor de kantonrechter evenwel geen aanwijzingen heeft kunnen vinden. De kantonrechter kan tegen deze achtergrond volgen dat Dixstone haar aanbod tot het verlengen van het dienstverband heeft ingetrokken.
4.5.
Een werkgever is niet zonder meer verplicht een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd na ommekomst van die termijn (voor onbepaalde tijd) te verlengen. Dit kan anders zijn wanneer zij de werknemer uitzicht heeft geboden op een (vast) contract bij gebleken geschiktheid. Daarbij geldt wel dat het aan de werkgever is om te beoordelen of de werknemer geschikt is voor de functie, en of zij voldoende gelegenheid heeft gehad om die geschiktheid te beoordelen. De werkgever heeft daarbij een ruime beoordelingsvrijheid. De kantonrechter kan een oordeel van de werkgever over de geschiktheid van de werknemer en/of de mate waarin zij deze geschiktheid heeft kunnen beoordelen en de beslissing om geen contract voor onbepaalde tijd aan te bieden, slechts marginaal toetsen aan de hand van de beginselen van redelijkheid en billijkheid en de norm van goed werkgeverschap.
4.6.
Niet is gebleken dat Dixstone [verzoeker] concreet uitzicht heeft geboden op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voorafgaand aan haar zwangerschapsverlof. Bovendien waren er verschillende aanwijzingen dat haar functioneren te wensen overliet. Wellicht had het op de weg gelegen van Dixstone om [verzoeker], voorafgaand aan haar overplaatsing naar Team Crewing, in iets duidelijkere bewoordingen duidelijk te maken in welk opzicht zij volgens Dixstone niet goed functioneerde en op welke punten verbetering werd verwacht. Anders dan [verzoeker] stelt, is er echter geen voorschrift dat een werkgever verplicht eerst een formeel functioneringsgesprek te voeren en een verbetertraject aan te bieden voordat hij besluit een tijdelijk contract niet, of slechts voor korte tijd, te verlengen. De wettelijke vereisten, zoals die zijn neergelegd in artikel 7:669 lid 3 sub d BW (d-grond), zijn in deze situatie niet van toepassing. Van slecht werkgeverschap is naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet gebleken.
4.7.
De kantonrechter concludeert dat geen sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen van Dixstone. Het verzoek van [verzoeker] tot toekenning van enige billijke vergoeding wordt om deze reden afgewezen.
Geen aanzegvergoeding
4.8.
De kantonrechter volgt Dixstone in haar verweer dat [verzoeker] -in lijn met artikel 7:668 BW- tijdig schriftelijk is geïnformeerd dat Dixstone de arbeidsovereenkomst wilde voortzetten en onder welke voorwaarden. Dat [verzoeker] het aanbod niet heeft geaccepteerd en dat het aanbod een maand later weer door Dixstone is ingetrokken, maakt dit niet anders. Het verzoek om een aanzegvergoeding ter hoogte van één maandsalaris wordt daarom afgewezen.
Overige verzoeken
4.9.
[verzoeker] heeft een dag voor de zitting haar verzoeken gewijzigd, in die zin dat zij aanvullend heeft verzocht om Dixstone te verbieden negatieve referenties over haar af te geven, Dixstone te veroordelen tot verwijdering van negatieve vermeldingen uit haar personeelsdossier, een veroordeling tot een schriftelijke verontschuldiging van Dixstone en vergoeding van haar juridische kosten, waaronder de aanwezige tolk ter zitting. Dixstone heeft ter zitting verzocht deze nieuwe verzoeken buiten beschouwing te laten, omdat zij te laat zijn ingediend.
4.10.
De kantonrechter zal deze verzoeken om proceseconomische redenen wél in behandeling nemen, nu het overzichtelijke verzoeken zijn en [verzoeker] in deze procedure niet werd bijgestaan door een gemachtigde. De kantonrechter stelt vast dat [verzoeker] in dit verband geen andere feiten heeft aangedragen dan die hiervoor al zijn besproken. De kantonrechter ziet daarin geen juridische grondslag om deze verzoeken toe te wijzen. De verzoeken van [verzoeker] worden om die reden afgewezen.
Proceskosten
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker], omdat [verzoeker] ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van Dixstone worden begroot op € 949,00 (€ 814,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten), plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de verzoeken van [verzoeker] af,
5.2.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten van € 949,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [verzoeker] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. [1]
Deze beschikking is gegeven door mr. E.L. Grosheide en in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2025.

Voetnoten

1.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.