Uitspraak
[verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker
Inleiding
evidentdat het bestreden besluit in beroep geen stand zal kunnen houden.
Rechtbank Noord-Holland
Op 20 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een bed and breakfast (b&b) in een bijgebouw bij zijn woning. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oostzaan had eerder op 19 december 2024 de gevraagde vergunning verleend, maar na bezwaar van derde-partijen werd deze vergunning herroepen en op 1 augustus 2025 alsnog geweigerd. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het vereiste spoedeisende belang ontbrak. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen (dreigende) financiële noodsituatie was, zoals een faillissement of acute financiële nood, die een voorlopige voorziening zou rechtvaardigen. Verzoeker had aangevoerd dat de weigering van de vergunning grote onomkeerbare financiële gevolgen voor hem zou hebben, maar de voorzieningenrechter was van mening dat dit niet voldoende was om aan te nemen dat er sprake was van spoedeisend belang. Bovendien werd gesteld dat, mocht het college ten onrechte de vergunning hebben ingetrokken, verzoeker de schade op het college zou kunnen verhalen.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het bestreden besluit niet evident onrechtmatig was en dat er geen grond was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en partijen werden erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstond.