Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met productie 1
- de mondelinge behandeling van 28 oktober 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak hebben partijen, die in beperkte gemeenschap van goederen met elkaar zijn gehuwd, een kort geding aangespannen met betrekking tot de verkoop van hun voormalig echtelijke woning. De man heeft zijn medewerking aan de verkoop van de woning opgeschort, omdat hij twijfels heeft over de onafhankelijkheid van de makelaar die door de vrouw is ingeschakeld. De vrouw heeft de voorzieningenrechter verzocht om een einde te maken aan deze impasse en om haar te machtigen om de verkoop van de woning door te zetten, mocht de man zijn medewerking niet verlenen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is, gezien de financiële druk die de vrouw ervaart door de lasten van de woning. De voorzieningenrechter heeft vervolgens bepaald dat de man zijn medewerking aan de verkoop moet verlenen en dat, indien hij dit niet doet, de vrouw gemachtigd is om alle noodzakelijke handelingen te verrichten voor de verkoop en levering van de woning. Tevens is bepaald dat de verkoopkosten en andere gerelateerde kosten uit de opbrengst van de woning moeten worden voldaan. De voorzieningenrechter heeft de kosten van de procedure tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 4 november 2025.