Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 juli 2025;
- de op 20 oktober 2025 van de zijde van [gedaagde] ingekomen akte vermeerdering van eis in reconventie tevens akte overlegging producties, met 3 producties;
- de op 23 oktober 2025 van de zijde van [eisers] ingekomen reactie op de eis in reconventie;
- de mondelinge behandeling van 28 oktober 2025.
2.De feiten
verklaart de volgende werkzaamheden alsnog te zullen verrichten:a. het schilderwerk aan de buitenzijde wordt afgeschilderd opgeleverd dat wil zeggen:(…)b. traptreden worden gerepareerd en taupe/ grijs geschilderd met antislip traplak;c. de aftimmering van de vlizotrap wordt afgemaakt en de beschadiging wordt gerepareerd en geschilderd;d. (…)e. (…)f. het gat in het plafond van de slaapkamer wordt gerepareerd.
3.Het geschil
(i) verklaart voor recht dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de op 3 februari 2025 gesloten depotovereenkomst en jegens [eisers] schadeplichtig is;
€ 5.000,00 aan [eisers] uit te keren.
(i) verklaart voor recht dat [eisers] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en de depotovereenkomst;
(ii) verklaart voor recht dat [eisers] vanwege deze tekortkomingen schadeplichtig is;
(iii) [eisers] veroordeelt om aan de notaris de opdracht te geven het depotbedrag van
€ 5.000,00 aan [gedaagde] uit te betalen, op straffe van een dwangsom;
(iv) [eisers] veroordeelt tot het vergoeden van de door [gedaagde] geleden schade, na uitbetaling van en verrekening met het depotbedrag te begroten op € 1.596,10, te vermeerderen met een bedrag van € 1.777,91 aan bijkomende schade.
€ 5.000,00 en op betaling door [eisers] van de bedragen € 1.596,10 en € 1.777,91, aldus [gedaagde] .
4.De beoordeling
De kantonrechter is niet van oordeel dat eiswijziging in strijd is met de eisen van de goede procesorde. Hoewel de eiswijziging kort voor de zitting is ingediend, vindt de kantonrechter in dit geval niet dat [gedaagde] door het tijdstip van het indienen in haar processuele belangen is geschaad. De eiswijziging is overzichtelijk en de gewijzigde eis is gegrond op de reeds in de dagvaarding door [eisers] aangedragen feiten en omstandigheden, waarmee [gedaagde] al bekend was. Dat, zoals ter zitting door de gemachtigde van [gedaagde] is uitgelegd, de relevantie aan een eerder in de procedure gevoerd verweer is komen te ontvallen, doet aan het voorgaande niet af.
Partijen zijn het erover eens, en dit is ter zitting desgevraagd ook bevestigd, dat de depotovereenkomst zodanig moet worden uitgelegd dat, (i) als [eisers] de afgesproken werkzaamheden binnen de afgesproken termijn volledig en deugdelijk zou hebben verricht, [eisers] aanspraak zou hebben op uitbetaling van het depotbedrag en dat (ii) als hij de werkzaamheden niet tijdig heeft verricht, [gedaagde] in beginsel recht heeft op uitbetaling van dat bedrag.
- schilderwerk (beschreven onder a in de depotovereenkomst);
- reparatie en schilderen van traptreden ( beschreven onder b van de depotovereenkomst);
- aftimmering en reparatie vlizotrap (beschreven onder c van de depotovereenkomst);
De vordering in reconventie onder (iii) van [gedaagde] is toewijsbaar. De kantonrechter zal [eisers] veroordelen om aan de notaris de opdracht te geven het depotbedrag aan [gedaagde] uit te betalen. Na te melden termijn komt de kantonrechter daarbij redelijk voor. De kantonrechter zal aan deze veroordeling, zoals gevorderd, een dwangsom verbinden. De kantonrechter zal de gevorderde dwangsom matigen en maximeren als na te melden.
(i) schilderwerkzaamheden € 5.782,50;
(ii) werkzaamheden ten behoeve van gasleiding, gasmeter en meterkast € 813,60;
(iii) reparatie dichtgeschroefde kiepramen € 1.777,91,
één en ander onder verrekening van het aan [gedaagde] uit te betalen depotbedrag van
€ 5.000,00.
[eisers] heeft deze schadevergoedingsvorderingen betwist.