In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 februari 2025 een beschikking gegeven in het mentorschap van [betrokkene 1]. De verzoekers, de zusters van [betrokkene 1], hebben verzocht om het ontslag van hun moeder, die als mentor fungeert, en om de benoeming van KOA Kantoor voor Ondersteuning B.V. als opvolgend mentor. De zusters hebben aangevoerd dat de beslissingen van hun moeder niet altijd in het belang van [betrokkene 1] zijn en dat zij regelmatig zonder overleg met zorgverleners handelt. Dit heeft geleid tot zorgen over de gezondheid en het welzijn van [betrokkene 1]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de moeder, die 84 jaar oud is, niet in staat is om de belangen van [betrokkene 1] adequaat te behartigen, vooral gezien de kwetsbaarheid van [betrokkene 1] die lijdt aan een verstandelijke beperking en andere medische aandoeningen. De kantonrechter heeft de samenwerking tussen de moeder en de zorgverleners als moeizaam ervaren en heeft geconcludeerd dat het in het belang van [betrokkene 1] is om een onafhankelijke, professionele mentor aan te stellen. De kantonrechter heeft de moeder ontslagen als mentor en KOA Kantoor voor Ondersteuning B.V. benoemd tot opvolgend mentor, met een beloning van € 660,00 voor de aanvangswerkzaamheden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.