ECLI:NL:RBNHO:2025:1327

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
11 februari 2025
Zaaknummer
10860731
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht door AirHelp tegen British Airways

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, gevestigd te Berlijn, compensatie gevorderd van British Airways Plc voor een geannuleerde vlucht (BA441) van Amsterdam-Schiphol naar Londen Heathrow op 29 maart 2023. De vervoerder, British Airways, voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een staking van de Franse luchtverkeersleiding, die leidde tot drukte in de luchtruimen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de vervoerder onvoldoende heeft aangetoond waarom specifiek deze vlucht geannuleerd moest worden en niet met vertraging kon worden uitgevoerd. De kantonrechter heeft de vordering van AirHelp grotendeels toegewezen, waarbij de vervoerder is veroordeeld tot betaling van € 250,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de vlucht. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 5 februari 2025 door de kantonrechter S.N. Schipper in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10860731 \ CV EXPL 24-24
Uitspraakdatum: 5 februari 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de buitenlandse vennootschap
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. D.D. van Hove-Dinkov (Ploum)
De zaak in het kort
AirHelp heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een geannuleerde vlucht. De vervoerder voert aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een staking van de Franse luchtverkeersleiding en als gevolg daarvan ontstane drukte in de aan Frankrijk grenzende luchtruimen. De vervoerder heeft echter onvoldoende onderbouwd waarom specifiek de vlucht in kwestie is geannuleerd. De vordering van AirHelp wordt daarom (grotendeels) toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hem op 29 maart 2023 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Londen Heathrow Airport (Verenigd Koninkrijk), met vlucht BA441 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
AirHelp heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de passagier zijn eventuele vordering aan haar heeft overgedragen en dat de vervoerder haar daarom en vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt ingegaan bij de beoordeling.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder betwist dat de passagier zijn vordering (geldig) aan AirHelp heeft overgedragen. Hij betwist de echtheid van de handtekening op het door AirHelp overgelegde ‘Assignment Form’ (hierna: het overdrachtsdocument).
4.3.
De kantonrechter overweegt dat het overdrachtsdocument vanwege de betwisting van de handtekening in beginsel geen bewijs kan opleveren, totdat bewezen wordt van wie de handtekening afkomstig is. [2] Omdat AirHelp zich op het overdrachtsdocument beroept, rust de bewijslast van de echtheid van de handtekening op AirHelp.
4.4.
AirHelp stelt dat de handtekening echt is. Dit blijkt volgens AirHelp uit het gegeven dat zij een elektronisch certificaat van ondertekening en een kopie van het paspoort van de passagier heeft overgelegd. De handtekening van de passagier op het overdrachtsdocument komt overeen met de handtekening in zijn paspoort, aldus AirHelp.
4.5.
De kantonrechter oordeelt dat AirHelp door het overleggen van de boekingsbescheiden, een kopie van het paspoort en het overdrachtsdocument voldoende heeft onderbouwd dat
de handtekening afkomstig is van de passagier. Daarmee heeft zij eveneens voldoende onderbouwd dat de passagier zijn vermeende vordering aan haar heeft overgedragen.
4.6.
Niet in geschil is dat de vlucht is geannuleerd. Daarom moet de vervoerder in beginsel compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. [3] Dergelijke omstandigheden kunnen zich onder meer voordoen in geval van stakingen die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen. [4]
4.7.
De vervoerder stelt dat er op 29 maart 2023 sprake was van een staking van de Franse luchtverkeersleiding. Ter onderbouwing heeft de vervoerder onder meer een rapport van Eurocontrol overgelegd. Hieruit volgt dat er ernstige verstoringen zouden plaatsvinden met aanzienlijke capaciteitsbeperkingen. De staking heeft een direct effect gehad op de uitvoering van de vlucht in kwestie. Er werden beperkingen opgelegd aan alle vluchten van en naar Londen, omdat drukte ontstond in de aan Frankrijk grenzende luchtruimen. Hierdoor raakte de algehele dienstregeling dusdanig verstoord dat is overgegaan tot annulering van de vlucht, aldus de vervoerder.
4.8.
AirHelp betwist dit. Zij voert aan dat uit de door de vervoerder overgelegde stukken niet blijkt dat er concrete beperkingen zijn opgelegd aan de vlucht in kwestie.
4.9.
De kantonrechter overweegt als volgt. Hoewel de vervoerder voldoende heeft onderbouwd dat er op 29 maart 2023 sprake was van een staking door de Franse luchtverkeersleiding en dat dit gevolgen heeft gehad voor een groot deel van de Europese vluchtuitvoering, heeft hij niet, of althans onvoldoende onderbouwd waarom specifiek de vlucht in kwestie moest worden geannuleerd en niet, bijvoorbeeld met vertraging, kon worden uitgevoerd.
4.10.
Gelet op het voorgaande heeft de vervoerder onvoldoende aangetoond dat sprake is geweest van buitengewone omstandigheden als gevolg waarvan de vlucht is geannuleerd. De kantonrechter komt daarom niet toe aan de beantwoording van de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering dan wel vertraging ten gevolge van de annulering te voorkomen. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal daarom worden toegewezen. De over de hoofdsom gevorderde wettelijke rente is als onvoldoende gemotiveerd weersproken eveneens toewijsbaar.
4.11.
Resteert de vraag of de vervoerder rauwelijks is gedagvaard. Daartoe heeft hij aangevoerd dat hij niet bekend is met een schriftelijke aanmaning door AirHelp. AirHelp betwist dit en voert aan dat zij op 12 mei 2023 per e-mail een aanmaning aan de vervoerder heeft gestuurd. Zij heeft echter nagelaten een kopie van deze e-mail in deze procedure te overleggen. De kantonrechter is daarom van oordeel dat AirHelp door haar werkwijze en proceshouding, waarbij niet is gebleken dat zij op enkele wijze heeft getracht om eerst op een minnelijke wijze tot beëindiging van het geschil te komen, de vervoerder niet in de gelegenheid heeft gesteld om de zaak (eventueel) buiten rechte te kunnen afdoen. De kantonrechter ziet daarom aanleiding de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2023 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 159 lid 2 Rv.
3.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.Pt. 14 van de Considerans van de Verordening.