Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 13 december 2024 te Den Helder, in elk geval in Nederland opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door op korte afstand van een portiekdeur, behorende bij de woning gelegen aan de [adres 1], zwaar vuurwerk (Cobra 8) tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemde portiekdeur en/of een lamp en/of een raamkozijn te duchten was;
hij op of omstreeks 22 december 2024 te Den Helder, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door op korte afstand van een portiekdeur, behorende bij de woning gelegen aan de [adres 1], zwaar vuurwerk (Cobra) tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemde portiekdeur te duchten was.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
hij op 13 december 2024 te Den Helder opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door op korte afstand van een portiekdeur, behorende bij de woning gelegen aan de [adres 1], zwaar vuurwerk (Cobra 8) tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
hij op 22 december 2024 te Den Helder tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door op korte afstand van een portiekdeur, behorende bij de woning gelegen aan de [adres 1], zwaar vuurwerk (Cobra) tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
- een meldplicht bij de reclassering;
- ambulante behandeling.
dertig maandenmoet worden opgelegd. De rechtbank zal echter, gelet op het advies van de reclassering, bepalen dat een gedeelte daarvan, te weten tien maanden, vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, zodat de verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd opnieuw schuldig te maken aan een strafbaar feit. De rechtbank acht het noodzakelijk dat aan die voorwaardelijke gevangenisstraf de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden verbonden.
7.Vordering tot tenuitvoerlegging
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
30 (dertig) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 10 (tien) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren;
- zich op afspraak meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres 2]. De verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich laat behandelen door GGZ Noord-Holland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start vanaf het moment dat de verdachte wordt uitgenodigd voor de intakeprocedure. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;