Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Griffierecht € 2.889,00
- Salaris advocaat € 2.428,00 (2 punten à € 1.214,00, volgens tarief IV)
- Nakosten € 178,00 (plus verhoging zoals in de beslissing vermeld)
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert eiser, die stelt eigenaar te zijn van een trailer die op het terrein van Wilkoja Vastgoed B.V. staat, afgifte van de trailer en schadevergoeding. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser afgewezen, oordelend dat eiser niet de eigenaar van de trailer is geworden. De reden hiervoor is dat het autobedrijf dat de trailer aan eiser heeft verkocht, niet beschikkingsbevoegd was om de trailer te verkopen. Juridisch gezien is de eigendom daarom niet aan eiser overgedragen.
De procedure begon met een tussenvonnis van 4 september 2024 en omvatte verschillende producties en een mondelinge behandeling op 15 november 2024. Eiser heeft zijn vorderingen onderbouwd met bewijsstukken, waaronder correspondentie van de curator van het faillissement van zijn vader, die in het verleden eigenaar van de trailer zou zijn geweest. Wilkoja betwist echter de eigendom van eiser en stelt dat zij zelf eigenaar is geworden door verkrijgende verjaring.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de trailer op het terrein van Wilkoja staat, wat hen de status van houder geeft. Echter, eiser heeft voldoende tegenbewijs geleverd dat de trailer in het verleden op naam van zijn vader stond. De rechtbank concludeert dat Wilkoja de trailer niet voor zichzelf hield, maar voor de vader van eiser, en dat er geen geldige eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden. Hierdoor is eiser niet de eigenaar van de trailer en zijn zijn vorderingen afgewezen.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiser de proceskosten van Wilkoja moet vergoeden, omdat hij in het ongelijk is gesteld. De totale proceskosten zijn begroot op € 5.495,00. De vordering in reconventie van Wilkoja is onbesproken gelaten, omdat de voorwaarde waaronder deze was ingesteld niet vervuld is.