Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
De Eerste Kamer B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 20 november 2025 een verstekvonnis uitgesproken in de zaak van De Eerste Kamer B.V. tegen een niet verschenen gedaagde. De eisende partij, vertegenwoordigd door LikiFin - Gerechtsdeurwaarders, had de gedaagde partij aangeklaagd en de kantonrechter heeft ambtshalve de precontractuele informatieplichten getoetst. In een eerder tussenvonnis van 28 augustus 2025 was de eisende partij in de gelegenheid gesteld om nadere toelichting te geven over de naleving van deze informatieplichten en het oordeel over de oneerlijkheid van een incassokostenbeding.
De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij voldoende had toegelicht dat zij aan de precontractuele informatieplichten had voldaan. Tevens werd het oneerlijke incassokostenbeding vernietigd, wat betekende dat de buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen. De kantonrechter wees de gevorderde hoofdsom toe, maar wees de vordering tot wettelijke rente af omdat de eisende partij niet had toegelicht over welke periode deze was berekend. De gedaagde partij werd grotendeels in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de hoofdsom en de proceskosten, met een totaalbedrag van € 3.806,63, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 6 mei 2025.
Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.P.E. Oomens, waarbij de gedaagde partij ook in de proceskosten werd veroordeeld, met uitzondering van de kosten van de akte, die voor rekening van de eisende partij kwamen.