Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- gemeen gevaar voor goederen, te weten het pand van het Rode Kruis Ziekenhuis, gelegen aan de Vondellaan 13, en/of de goederen die zich ten tijde van de explosie in en/of in de nabijheid van dit pand bevonden en/of een of meerdere goederen die (op dat moment) toebehoorden aan [benadeelde] en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de personen die zich ten tijde van de explosie in het pand van het Rode Kruis Ziekenhuis bevonden te duchten was;
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- de verklaring die de verdachte ter terechtzitting van 7 november 2025 heeft afgelegd;
- een proces-verbaal rijden onder invloed van 17 november 2024 (p. 7 tot en met 11);
- een schriftelijk bescheid, inhoudende een verslag van een deskundige als bedoeld in artikel 344, aanhef, onder 4°, Sv, te weten een rapport van Eurofins van 3 juni 2024 (p. 56 tot en met 58);
- een proces-verbaal van bevindingen van 14 april 2024 (p. 14 tot en met 17);
- een kennisgeving van inbeslagneming (p. 34 en 35);
- een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 13 november 2024 (p. 67 en 68);
- een schriftelijk bescheid, inhoudende een verslag van een deskundige als bedoeld in artikel 344, aanhef, onder 4°, Sv, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van 26 november 2024 (p. 69);
- een kennisgeving van inbeslagneming (p. 36 en 37);
- een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 18 oktober 2024 (p. 65 en 66).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sancties
vierentwintig(
24) maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de verdachte een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van
twaalf(
12) maanden, waarvan
zes (6) maandenvoorwaardelijk, met een proeftijd van
twee(
2) jarenmoet worden opgelegd.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
Rode Kruis Ziekenhuisheeft een vordering tot schadevergoeding van € 42.850,- ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die het als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade ziet op gemaakte kosten voor het inhuren van extra beveiliging.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
vierentwintig (24) maanden.
twaalf (12) maanden.
zes (6) maanden,
nietzal worden ten uitvoer gelegd tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op
twee (2) jarenbepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Rode Kruis Ziekenhuisgeleden schade tot een bedrag van
€ 41.670,- (zegge: eenenveertigduizend zeshonderdzeventig euro), als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan Rode Kruis Ziekenhuis, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
€ 41.670,-,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 243 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.