Uitspraak
1.[verzoeker 1] ,
[verzoeker 2] ,
[verzoeker 3] ,
[verzoeker 4],
1.De procedure
2.De feiten
“health en safety concerns”.In reactie daarop bericht [verzoekers] dat zij begrijpen dat [verweerder] zijn zorgen met een reden naar voren brengt, en dat zij in overleg willen komen tot een voor beide partijen werkbare oplossing.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling van het verzoek en het tegenverzoek
dat en waaromhet tussentijds opzegbeding in het tweede contract is komen te vervallen. [verweerder] is daarmee akkoord gegaan. De kantonrechter volgt niet dat [verzoekers] naast voornoemde toelichting ook een waarschuwingsplicht had om te wijzen op de mogelijke financiële gevolgen in het geval [verweerder] toch tussentijds opzegt.
[verzoeker 4] een apart gesprek heeft gehad. Uit de berichtenwisseling met [verweerder] na dit gesprek valt af te leiden dat [verweerder] in dit overleg de ruimte heeft gevoeld om zijn zorgen aan de orde te stellen. Zo bedankt [verzoeker 4] [verweerder] voor zijn openheid en eerlijkheid en schrijft [verweerder] dat hij blij is met de constructieve bespreking en dat naar hem is geluisterd.
breakmaar die niet kreeg van [verzoekers] . Daar staat tegenover de door [verzoekers] overgelegde berichtenwisseling over een geplande vakantie van [verweerder] . Daarin is te lezen dat [verweerder] aan [verzoekers] bericht dat hij zijn vakantie op 19 juni 2025 wil cancelen, wat [verzoekers] hem afraadt. Letterlijk heeft [verzoekers] aan [verweerder] bericht:
“No man, that’s not needed. You need your holiday.”Daarop heeft [verweerder] gereageerd
: “No it is okay please don’t feel bad. I will go later [naam 2] !! Like a month!!! Hahahah”Uit deze berichten kan niet worden afgeleid dat aan door [verzoekers] aan [verweerder] geen break werd gegund.
health and safety concerns”. Duidelijk is geworden dat het opnemen van vakantie voor [verweerder] belangrijk was. Daarnaast verkeerde [verweerder] klaarblijkelijk in de (onjuiste) veronderstelling dat het hem volgens dwingende beschermingsregels van het Nederlandse arbeidsrecht hoe dan ook was toegestaan om tussentijds ontslag te nemen. Het heeft ertoe geleid dat [verweerder] niet akkoord wilde gaan met het voorstel van [verzoekers] om minnelijk uit elkaar te gaan per 31 juli 2025 zonder opname en uitkering van opgebouwde vakantiedagen. Het lijken vooral deze omstandigheden te zijn geweest die [verweerder] ertoe hebben gebracht ontslag op staande voet te nemen. Immers, tussen 26 juni 2025 en 8 juli 2025 zijn geen nieuwe omstandigheden op het punt van de onveilige werkomstandigheden gesteld of gebleken. [verzoekers] heeft in deze periode met het voorstel van 8 juli 2025 in overeenstemming gehandeld met haar intentie om in goed overleg te komen tot een gezamenlijke oplossing als een vroegtijdige beëindiging noodzakelijk blijkt (zie 2.2. laatste zin bij de aanpassing van het contract op 4 maart 2025).
tweedecontract, zonder tussentijds opzegbeding. [verzoekers] heeft aldus ook onnodig verwarring gezaaid over wat de rechten en plichten van [verweerder] waren na de ‘gewone’ opzegging van 26 juni 2025, wat evenmin getuigt van goed werkgeverschap.