ECLI:NL:RBNHO:2025:1380
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek eenhoofdig gezag in een internationale context met IPR aspecten
Op 12 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende het gezag over een minderjarige. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Withagen, verzocht om eenhoofdig gezag over zijn kind, terwijl de moeder, die niet verschenen was, zonder bekende woon- of verblijfplaats was. De rechtbank heeft eerder beschikkingen gedaan over de erkenning van de minderjarige en het ouderschap van de vader vastgesteld. De minderjarige is geboren in Nederland en heeft daar haar gewone verblijfplaats. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder het eenhoofdig gezag over de minderjarige heeft, maar dat de vader, na de vernietiging van de erkenning door een derde, nu ook juridische vader is. De vader heeft verzocht om hem met eenhoofdig gezag te belasten, omdat de moeder niet bereikbaar is en er zorgen zijn over de opvoeding. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam en de Raad voor de Kinderbescherming steunen het verzoek van de vader. De rechtbank concludeert dat het in het belang van de minderjarige is dat de vader met eenhoofdig gezag wordt belast, gezien de onbereikbaarheid van de moeder en de praktische problemen die hierdoor ontstaan. De rechtbank heeft de vader met het eenhoofdig gezag belast en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.