ECLI:NL:RBNHO:2025:14457

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 december 2025
Publicatiedatum
10 december 2025
Zaaknummer
15/312479-24
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens drugshandel en wapenhandel met procesafspraken

Op 10 december 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten met betrekking tot de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. De verdachte werd verweten voorbereidingshandelingen te hebben gepleegd voor de verkoop van harddrugs, waaronder cocaïne en amfetamine, en het zonder erkenning onderhandelen over de verkoop van vuurwapens. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de procesafspraken die zijn gemaakt tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging. De verdachte heeft ingestemd met een gevangenisstraf van 60 maanden, in plaats van de in beginsel geëiste 90 maanden, als gevolg van deze afspraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte vrijwillig en met voldoende informatie heeft ingestemd met de procesafspraken, die zijn gericht op een efficiëntere afdoening van de zaak. De rechtbank heeft de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten vastgesteld en de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 60 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft daarbij de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/312479-24
Uitspraakdatum: 10 december 2025
Tegenspraak
Verkort strafvonnis(art. 138b van het Wetboek van Strafvordering (Sv))
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 25 augustus, 5 en 26 november 2025 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1],
nu gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat de verdachte en zijn raadsman, mr. V. Mes, advocaat te Hoorn, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

De verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan, kort gezegd, de volgende feiten:
Feit 1:het plegen van voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen om opzettelijk cocaïne te verkopen, af te leveren, te verstrekken en/of te vervoeren in de periode van 25 juli 2020 tot en met 26 juli 2020 en/of
het verkopen, afleveren, vervoeren en/of aanwezig hebben van 2 blokken cocaïne op 26 juli 2020.
Feit 2:het plegen van voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen om opzettelijk cocaïne te verkopen, af te leveren, te verstrekken en/of te vervoeren in de periode van 5 augustus 2020 tot en met 11 augustus 2020 en/of
het verkopen, afleveren, vervoeren en/of aanwezig hebben van 10 blokken cocaïne op 10 augustus 2020;
Feit 3:het plegen van voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen om opzettelijk fenetylline en/of amfetamine te verkopen, af te leveren, te verstrekken en/of te vervoeren in de periode van 8 augustus 2020 tot en met 30 augustus 2020 en/of
het verkopen, afleveren, vervoeren en/of aanwezig hebben van één miljoen pillen, bevattende fenetylline en/of amfetamine op 11 augustus 2020;
Feit 4:het zonder erkenning onderhandelen over de verkoop en/of levering van wapens van categorie III, onderdeel 1, te weten vuurwapens in de periode van 11 april 2020 tot en met 19 april 2020;
Feit 5:het plegen van voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen om opzettelijk amfetamine en/of metamfetamine te bereiden, bewerken, verwerken en/of vervaardigen op of omstreeks 20 juni 2023, door het voorhanden hebben van grondstoffen voor de productie van amfetamine en/of metamfetamine.
Alle hiervoor genoemde feiten zouden zijn gepleegd in Beverwijk, althans in Nederland.
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

2.Procesafspraken

Tijdens de pro forma-behandeling van de zaak op de zitting van 25 augustus 2025 heeft de officier van justitie te kennen gegeven dat wordt verkend of met de verdediging tot procesafspraken kan worden gekomen. De rechtbank heeft een op 10 september 2025 door de officier van justitie, de verdachte en de raadsman ondertekende raamovereenkomst ontvangen.
De procesafspraken tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging komen er in de kern en voor zover relevant voor de beoordeling van de rechtbank, op neer dat de officier van justitie zal rekwireren tot een bewezenverklaring en kwalificatie van de ten laste gelegde feiten en tot oplegging van een gevangenisstraf van 60 maanden met aftrek van voorarrest. De verdediging zal geen bewijsverweren voeren en de reeds ingediende onderzoekswensen intrekken. Verder is afgesproken dat beide partijen geen hoger beroep zullen instellen als de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen hen gemaakte afspraken.
Op de zitting van 26 november 2025 heeft de rechtbank de procesafspraken en het afdoeningsvoorstel, zoals deze zijn weergegeven in de raamovereenkomst, met de partijen besproken. Op enkele punten heeft de rechtbank een nadere toelichting gevraagd en gekregen. De rechtbank heeft de gevolgen van de procesafspraken besproken en de rechtspositie van de verdachte aan de orde gesteld. De verdachte heeft te kennen gegeven goed te hebben begrepen wat de gemaakte procesafspraken inhouden en wat de gevolgen daarvan zijn. Ook heeft hij kenbaar gemaakt volledig achter die afspraken te staan en de overeenkomst vrijwillig te zijn aangegaan. De rechtbank heeft begrepen dat de verdachte zich vrij voelde om zelf te beslissen en zich niet onder druk gezet heeft gevoeld om de procesafspraken met het Openbaar Ministerie te maken. Verder is duidelijk geworden dat de verdachte bij het hele proces om tot procesafspraken te komen rechtsbijstand van zijn raadsman heeft gehad. Met het maken van procesafspraken hebben partijen beoogd tot een efficiëntere en snellere afdoening van de zaak te komen.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte vrijwillig en op basis van voor hem voldoende en duidelijke informatie is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing om mee te werken aan wat in de raamovereenkomst is overeengekomen. De rechtbank stelt daarnaast vast dat de verdachte zich bewust is van de rechtsgevolgen van de in die overeenkomst neergelegde procesafspraken en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank tevens voldaan aan de eisen die artikel 6 van het Verdrag voor de Rechten van de Mens stelt. In het licht van het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat zij bij de beoordeling van de strafzaak tegen de verdachte acht kan slaan op de tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging gemaakte procesafspraken. Hierbij is voor de rechtbank doorslaggevend dat de gemaakte procesafspraken zullen leiden tot een snellere afdoening (geen vertraging door uitgebreide onderzoekswensen en het afzien van hoger beroep) van de strafzaak, mede gelet op de complexiteit van deze zaak. De gebruikelijke manier van procederen zal in dit geval naar verwachting tot een langdurig proces leiden.

3.Beantwoording van de vragen van de artikelen 348 en 350 Sv

De rechtbank stelt bij de beoordeling van deze strafzaak voorop, ook gelet op het arrest van de Hoge Raad van 27 september 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1252), dat de rechtbank geen partij is bij de tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging gemaakte procesafspraken en daaraan dus ook niet is gebonden. De rechtbank heeft een eigen verantwoordelijkheid om te waarborgen dat de behandeling en de beoordeling van de strafzaak plaatsvinden overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke regeling, in het bijzonder de artikelen 348 en 350 Sv, en de eisen van een eerlijk proces. Dat betekent dat de rechtbank de vragen van de artikelen 348 en 350 Sv in dit vonnis zelfstandig zal beantwoorden.

4.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de zaak, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

5.Beoordeling van het bewijs

5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, onder verwijzing naar de gemaakte procesafspraken en het op voorhand toegezonden requisitoir, gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft, onder verwijzing naar de procesafspraken, geen bewijsverweren gevoerd en verzocht de zaak af te doen zoals in de raamovereenkomst is overeengekomen.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn weergegeven. De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist. De bewijsmiddelen zullen dan in een aan dit vonnis te hechten aanvulling worden opgenomen.
5.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1hij in de periode van 25 juli 2020 tot en met 26 juli 2020 in Nederland, om feiten bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (meermalen) opzettelijk verkopen en afleveren en verstrekken en vervoeren van hoeveelheden cocaïne, voor te bereiden en te bevorderen,
- zich en een of meer anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers heeft hij verdachte
- een telefoon, voorzien van de applicatie Sky ECC en het account [account 1] voorhanden gehad en gebruikt en
- via die telefoon en dat account aan de gebruiker van het account [accountnaam] informatie verstrekt over en afbeeldingen verstuurd van en een prijs medegedeeld van “12 pieces” beschikbare cocaïne
en
hij op 26 juli 2020 in Nederland, opzettelijk heeft verkocht en aanwezig heeft gehad “2 blokken” van een materiaal bevattende cocaïne;
Feit 2hij in de periode van 5 augustus 2020 tot en met 11 augustus 2020 in Nederland, om feiten bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (meermalen) opzettelijk verkopen en afleveren en verstrekken en vervoeren van hoeveelheden cocaïne, voor te bereiden en te bevorderen,
- zich en een of meer anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers heeft hij verdachte
- een telefoon, voorzien van de applicatie Sky ECC en het account [account 1] voorhanden gehad en gebruikt en
- via die telefoon en dat account bij de gebruiker van de accounts [account 2] en [account 3] en [account 4] en [account 5] en [account 6] en [account 7] en [accountnaam] en [account 8] geïnformeerd naar de beschikbaarheid van en prijzen van aan te schaffen hoeveelheden cocaïne,
en
hij op 10 augustus 2020 in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 10 blokken van een materiaal bevattende cocaïne;
Feit 3hij in de periode van 8 augustus 2020 tot en met 30 augustus 2020 in Nederland, om feiten bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (meermalen) opzettelijk verkopen en afleveren en verstrekken en vervoeren van hoeveelheden fenetylline en/of amfetamine, voor te bereiden en te bevorderen,
- zich en een of meer anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers heeft hij verdachte
- een telefoon, voorzien van de applicatie Sky ECC en het account [account 1] voorhanden gehad en gebruikt en
- via die telefoon en dat account aan de gebruikers van de accounts [accountnaam] en [account 7] en [account 2] en/ [account 5] informatie verstrekt over en afbeeldingen verstuurd van en prijzen medegedeeld van beschikbare pillen, bevattende fenetylline- en/of amfetamine,
en
hij op 11 augustus 2020 in Nederland, opzettelijk heeft verkocht en aanwezig heeft gehad ongeveer één miljoen pillen, van een materiaal bevattende fenetylline en/of amfetamine;
Feit 4hij in de periode van 11 april 2020 tot en met 19 april 2020, in Nederland, zonder erkenning heeft onderhandeld over de verkoop en levering van wapens, en het feit heeft begaan met betrekking tot vuurwapens van categorie III, onderdeel 1° te weten vuurwapens in de vorm van pistolen voor zover deze niet vallen onder categorie II sub 2°, 3° of 6°, waaronder:
• 20 pistolen van het merk Glock en handvuurwapens van het kaliber 9 mm;
Feit 5hij op 20 juni 2023 te Beverwijk, om feiten bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en vervaardigen van hoeveelheden amfetamine en metamfetamine, voor te bereiden en te bevorderen,
- voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad waarvan hij ernstige redenen had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers heeft hij verdachte in een garagebox behorende bij een woning gelegen aan de [adres 2] voorhanden gehad:
• ongeveer 551 liter BenzylMethylKeton (BMK) en
• ongeveer 1.220 liter Fosforzuur en
• ongeveer 140 liter Formamide en
• ongeveer 180 liter Tolueen en
• ongeveer 160 liter Zoutzuur.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1, 2 en 3:
telkens:
het plegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden en bevorderen, door zich en een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, en door voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
en
het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 4:
handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
Feit 5:
het plegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden en bevorderen, door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij ernstige redenen heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is daarom strafbaar.

7.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering van de sanctie

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, onder verwijzing naar de gemaakte procesafspraken, gevorderd de verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 60 maanden, met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft, onder verwijzing naar de procesafspraken, verzocht de zaak af te doen zoals in de raamovereenkomst is overeengekomen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich gedurende een periode van een aantal maanden schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor de handel in cocaïne, amfetamine en fenetylline en grote hoeveelheden harddrugs voorhanden gehad en verhandeld. Ook heeft de verdachte in een garagebox in een woonwijk een grote hoeveelheid verschillende grondstoffen voorhanden gehad, welke grondstoffen worden gebruikt bij de vervaardiging en/of bewerking van diverse drugs en drugsprecursoren.
Harddrugs bevatten voor de gezondheid van de gebruikers zeer schadelijke stoffen en daarom moet het gebruik ervan worden ontmoedigd. De verspreiding van, en handel in harddrugs zijn bezwarend en ontwrichtend voor de samenleving, en hebben bovendien veel gerelateerde vermogens- en andere criminaliteit tot gevolg, waaronder de door de gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan drugs. Handelingen gericht op het voorbereiden en bevorderen van de handel in harddrugs worden daarom bestreden met aanzienlijke gevangenisstraffen. Het chemisch afval dat ontstaat bij de productie van harddrugs wordt vrijwel altijd illegaal gedumpt, waardoor schade aan het milieu wordt toegebracht en er veel tijd, geld en energie moet worden geïnvesteerd om deze negatieve gevolgen zoveel mogelijk ongedaan te maken.
Daarnaast heeft de verdachte getracht een criminele ‘incasso club’ van een niet gering aantal vuurwapens te voorzien. Het ongecontroleerd bezit van deze wapens brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en leidt tot grote onveiligheid in de maatschappij. De verdachte heeft meegewerkt aan het in stand houden van deze onveiligheid.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het strafblad van de verdachte van 5 september 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor opiumwetdelicten, maar deze veroordelingen dateren van langere tijd geleden.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de toelichting die de verdachte op de zitting heeft gegeven met betrekking tot zijn persoonlijke omstandigheden. De verdachte heeft aangegeven dat hij zijn verleden achter zich wil laten en zijn leven een positieve wending wil geven. Hij hoopt na zijn detentie een goede vader te kunnen zijn voor zijn zoon.
Conclusie van de rechtbank
Gelet op de aard en ernst van deze feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Bij de bepaling hiervan heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die worden opgelegd in soortgelijke zaken en rekening gehouden met de rechterlijke oriëntatiepunten voor straftoemeting.
Gelet op het voorgaande zou de rechtbank, evenals de officier van justitie, in beginsel een gevangenisstraf van 90 maanden passend en geboden achten. De rechtbank is van oordeel dat de procesafspraken in onderhavige zaak nopen tot een andere afweging die resulteert in een lagere straf. Zij overweegt daartoe als volgt. Een matiging van de straf is in dit geval gerechtvaardigd, omdat de verdachte heeft meegewerkt aan een procedure die uiteindelijk tot efficiëntere rechtspleging heeft geleid. De verdediging heeft haar onderzoekswensen ingetrokken, waardoor deze relatief complexe zaak sneller op een inhoudelijke zitting kon worden gepland. De behandeling van de strafzaak tijdens het onderzoek ter zitting is ook voortvarend verlopen, nu als gevolg van de procesafspraken geen inhoudelijke verweren zijn gevoerd. Bovendien wordt door naleving van de overeenkomst een hoger beroep voorkomen. Dit levert tijdswinst op en bespaart kostbare zittingscapaciteit. Naast deze proceseconomische belangen zorgt deze procedure er ook voor dat zaken eerder onherroepelijk zijn en opgelegde straffen sneller kunnen worden geëxecuteerd. De procesafspraken doen daarmee ook recht aan de belangen van de maatschappij.
De door de verdediging en de officier van justitie overeengekomen gevangenisstraf van 60 maanden komt neer op vermindering van de straf met één derde deel. Deze matiging van maximaal één derde deel is bij procesafspraken geen uitzondering en wordt door de rechtbank in deze zaak als een passende vorm van strafafdoening beschouwd.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat de vrijheidsstraf die in de procesafspraken zijn overeengekomen onder de gegeven omstandigheden in redelijke verhouding staan tot de ernst en omvang van de feiten. De rechtbank legt dan ook aan de verdachte op een onvoorwaardelijke gevangenisstaf voor de duur van 60 maanden, met aftrek van de tijd die reeds in voorarrest is doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht;
2, 10 en 10a van de Opiumwet;
9 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 5.4 weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 6. vermelde strafbare feiten opleveren.
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
60 [zestig] maanden;
bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.M.L. Rogmans, voorzitter,
mr. M.C.J. Lommen en mr. M.E. Olthof, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. E. Saelens
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 december 2025.
Bijlage – De tenlastelegging
Feit 1[PV Chats Sky onder A: Aanbieden laatste 12 “’’pieces” Boliviaanse cocaïne aan [accountnaam] en levering van “2 blokken" cocaïne aan Arnhem]
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2020 tot en met 26 juli 2020 te Beverwijk, in elk geval in Nederland,
om (een) feit(en), bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (meermalen) opzettelijk verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van (een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op
de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken en/of daarbij behulpzaam te zijn en/of daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist of ernstig redenen had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft hij verdachte
- een telefoon, voorzien van de applicatie Sky ECC en het account [account 1] voorhanden gehad en/of gebruikt en/of
- via die telefoon en/of dat account aan de gebruiker van het account [accountnaam] informatie verstrekt over en/of (een) afbeelding(en) verstuurd van en/of (een) prijs/prijzen medegedeeld van “12 pieces” (beschikbare en/of aan te schaffen) cocaïne, althans (een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne,
en/of
hij op of omstreeks 26 juli 2020 te Beverwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of vervoerd en/of aanwezig gehad ongeveer “2 blokken”, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en), van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Feit 2[PV Chats Sky onder B: op zoek naar partijen cocaïne voor "Engelse Polen","Jamaicanen uit Eng" en "Irish people" en de aanschaf van 10 kilo Boliviaanse cocaïne "met moeite]
hij in of omstreeks de periode van 5 augustus 2020 tot en met 11 augustus 2020 te Beverwijk, in elk geval in Nederland,
om (een) feit(en), bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (meermalen) opzettelijk verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van (een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken en/of daarbij behulpzaam te zijn en/of daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist of ernstig redenen had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft hij verdachte
- een telefoon, voorzien van de applicatie Sky ECC en het account [account 1] voorhanden gehad en/of gebruikt en/of
- via die telefoon en/of dat account bij de gebruiker(s) van het/de account(s) [account 2] en/of [account 3] en/of [account 4] en/of [account 5] en/of [account 6] en/of [account 7] en/of [accountnaam] en/of [account 8] geïnformeerd naar de beschikbaarheid van en/of de prijs/prijzen van (een) (aan te schaffen) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne,
en/of
hij op of omstreeks 10 augustus 2020 te Beverwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of vervoerd en/of aanwezig gehad ongeveer 10 blokken, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en), van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Feit 3[PV Chats Sky onder A: Aanbieden van miljoenen Captagon pillen aan chatcontacten en verkoop van 1 miljoen Captagon pillen aan "Turken" uit Rotje]
hij in of omstreeks de periode van 08 augustus 2020 tot en met 30 augustus 2020 te Beverwijk, in elk geval in Nederland, om (een) feit(en), bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (meermalen) opzettelijk verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van (een) hoeveelhe(i)d(en) fenetylline en/of amfetamine, zijnde fenetylline en/of amfetamine (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken en/of daarbij behulpzaam te zijn en/of daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist of ernstig redenen had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft hij verdachte
- een telefoon, voorzien van de applicatie Sky ECC en het account [account 1] voorhanden gehad en/of gebruikt en/of
- via die telefoon en/of dat account aan de gebruiker(s van het/de account(s) [accountnaam] en/of [account 7] en/of [account 2] en/ofV6UKKS informatie verstrekt over en/of (een) afbeelding(en) verstuurd van en/of (een) prijs/prijzen medegedeeld van (beschikbare en/of aan te schaffen) pillen, bevattende fenetylline- en/of amfetamine,
en/of
hij op of omstreeks 11 augustus 2020 te Beverwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of vervoerd en/of aanwezig gehad ongeveer één miljoen pillen, bevattende fenetylline en/of amfetamine, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en), van een materiaal bevattende fenetylline en/of amfetamine, zijnde fenetylline en/of amfetamine (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Feit 4[PV Chats Encrochat: makelaardij in niet-automatische vuurwapens: zoekopdracht voor 20 Glock’s ten behoeve van de “incasso club” van Oneprocenter]
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 april 2020 tot en met 19 april 2020, te Beverwijk in ieder geval in Nederland, zonder erkenning heeft onderhandeld over en/of (een) transactie(s) heeft geregeld voor de aankoop en/of verkoop en/of levering van één of meer wapens, en het/de feit(en) heeft begaan met betrekking tot (een) vuurwapen(s) van categorie III, onderdeel 1° (te weten (een) vuurwapen(s) in de vorm van (een) gewe(e)r(en) en/of (een) revolver(s) en/of (een) pisto(o)l(en) voor zover deze niet valt/vallen onder categorie II sub 2°, 3° of 6°, waaronder:
• 20, althans één of meer pisto(o)l(en) van het merk Glock en/of (een) (ander(e)) handvuurwapen(s) van het kaliber 9 mm;
Feit 5[Voorhanden hebben grondstoffen voor de productie van amfetamine en metamfetamine]
hij op of omstreeks 20 juni 2023 te Beverwijk, in elk geval in Nederland, om (een) feit(en), bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (meermalen) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en/of vervaardigen van (een) hoeveelhe(i)d(en) amfetamine en/of metamfetamine, zijnde amfetamine en/of metamfetamine (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken en/of daarbij behulpzaam te zijn en/of daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist of ernstig redenen had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft hij verdachte in een (garage)box (behorende bij een woning gelegen aan de [adres 2]) voorhanden gehad:
• ongeveer 551 liter, althans een hoeveelheid, BenzylMethylKeton (BMK) en/of
• ongeveer 1.220 liter, althans een hoeveelheid, Fosforzuur en/of
• ongeveer 140 liter, althans een hoeveelheid, Formamide en/of
• ongeveer 180 liter, althans een hoeveelheid, Tolueen en/of
• ongeveer 160 liter, althans een hoeveelheid, Zoutzuur.