ECLI:NL:RBNHO:2025:1471
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor medische behandeling van minderjarige in het kader van jeugdbescherming
Op 12 februari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vervangende toestemming voor een noodzakelijke medische behandeling van een onder toezicht en uithuisgeplaatste minderjarige, aangeduid als [de minderjarige]. De zaak is aangespannen door Jeugdbescherming Regio Amsterdam, hierna te noemen de GI. De ouders van [de minderjarige] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de vader weigert toestemming voor de voorgestelde medicatie, terwijl de moeder instemt. De kinderrechter heeft de procedure op 2 januari 2025 met gesloten deuren behandeld, waarbij de vader aanwezig was en de moeder zich had afgemeld. De GI heeft verzocht om vervangende toestemming voor medicatie, specifiek Methylfenidaat, om de ontwikkeling van [de minderjarige] te ondersteunen, gezien haar gedragsproblemen en vermoedens van hechtingsproblematiek.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI voldoende onderbouwing heeft geleverd voor de noodzaak van de medische behandeling. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige], die in een gezinshuis verblijft en te maken heeft met ernstige gedragsproblemen. De kinderrechter heeft de argumenten van de vader, die een minder ingrijpende behandeling voorstaat, gehoord, maar oordeelt dat de noodzaak voor medicatie groot is om ernstig gevaar voor de gezondheid van [de minderjarige] af te wenden. De kinderrechter verleent daarom vervangende toestemming voor de medische behandeling en verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zodat deze direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.