ECLI:NL:RBNHO:2025:1507
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in jeugdhulpzaak met betrekking tot persoonsgebonden budget
Op 21 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een alleenstaande moeder, verzoekster, tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn, verweerder. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor verlenging van een persoonsgebonden budget (pgb) voor ambulante jeugdhulp voor haar zoon, die lijdt aan een aangeboren afwijking en diverse beperkingen heeft. De aanvraag werd door verweerder afgewezen met een besluit van 3 december 2024, waarop verzoekster bezwaar maakte en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang en dat het bestreden besluit niet zorgvuldig tot stand was gekomen. De rechter wees het verzoek toe en schorste het besluit van verweerder tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Verzoekster werd in aanmerking gebracht voor ambulante jeugdhulp in de vorm van een pgb, overeenkomstig de eerdere beslissing tot verlenging van 25 juli 2024. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van griffierechten en proceskosten aan verzoekster, die in totaal € 1.814,- bedragen.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming door de overheid, vooral in situaties waarin kwetsbare personen betrokken zijn, zoals kinderen met speciale behoeften. De voorzieningenrechter gaf aan dat het noodzakelijk is dat verweerder het onderzoek naar de jeugdhulp opnieuw zorgvuldig uitvoert, bij voorkeur met inschakeling van een deskundige.