In deze zaak hebben passagiers compensatie verzocht van de vervoerder, EasyJet Europe Airline GmbH, vanwege een geannuleerde vlucht van Hurghada naar Amsterdam op 19 februari 2022. De vervoerder stelde dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een massale verstoring door storm Eunice en beperkingen door de luchtverkeersleiding. De kantonrechter oordeelde echter dat de vervoerder niet alle redelijke maatregelen had genomen, aangezien de passagiers meer dan 24 uur later waren omgeboekt naar een alternatieve vlucht zonder voldoende onderbouwing dat er geen andere mogelijkheden waren.
De passagiers, vertegenwoordigd door mr. L.G.M. van Kuilenburg, hebben compensatie van € 4.800,00 plus wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 605,00 verzocht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder onvoldoende had aangetoond dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden en dat hij niet alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te voorkomen. De kantonrechter heeft het verzoek van de passagiers toegewezen en de vervoerder veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief proceskosten.
De beslissing is genomen door kantonrechter mr. S. Kleij en is openbaar uitgesproken op 12 februari 2025. Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open, conform artikel 7 van de Verordening (EG) nr. 261/2004.