ECLI:NL:RBNHO:2025:1533
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot toewijzing van huurrecht na beëindiging van samenlevingsverband
In deze zaak vorderen zowel de man als de vrouw dat de één, met uitsluiting van de ander, het huurrecht toekomt van de woning waarvan zij beiden contractueel medehuurder zijn. De kantonrechter heeft op 15 januari 2025 vonnis gewezen in de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, onder zaaknummer 11087284 CV EXPL 24-2753. De man en vrouw hebben sinds 5 oktober 2022 samen een woning gehuurd van Stichting Pré Wonen. Hun relatie is in februari 2023 beëindigd, maar zij zijn overeengekomen dat zij in afwachting van de bodemprocedure in de woning mogen blijven. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het belang van de man om in de woning te blijven, prevaleert boven dat van de vrouw. De man heeft de woonlasten betaald en heeft werk, terwijl de vrouw dit niet kan onderbouwen. De kantonrechter heeft daarom bepaald dat de man vanaf 13 februari 2025 met uitsluiting van de vrouw gerechtigd is tot het gebruik en de bewoning van de woning. De vrouw moet de woning uiterlijk op 12 februari 2025 verlaten. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.