ECLI:NL:RBNHO:2025:1627

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 februari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
HAA 23/6289
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing handhavingsverzoek inzake gelegaliseerde situatie Geldelozeweg in Hoorn

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, wordt het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun handhavingsverzoek beoordeeld. Eisers, wonende in Hoorn, hadden een handhavingsverzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn, dat op 8 juni 2023 werd afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep op 11 december 2024, waarbij het college heeft gereageerd met een verweerschrift. De rechtbank oordeelt dat het college het handhavingsverzoek terecht heeft afgewezen, omdat de illegale situatie inmiddels was gelegaliseerd door een omgevingsvergunning die op 16 maart 2023 was verleend. Hierdoor was er geen sprake meer van een overtreding, en was het college niet bevoegd om handhavend op te treden. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eisers geen gelijk krijgen en geen vergoeding van proceskosten ontvangen. De uitspraak is gedaan door mr. C.M.A.V. van Kleef op 17 februari 2025, en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 23/6289

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 februari 2025 in de zaak tussen

[eisers] ., uit Hoorn, eisers

(gemachtigde: mr. drs. M. Heimensem),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn

(gemachtigde: mr. S.E.J.M. Bogaarts).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank beroep van eisers tegen de afwijzing van hun verzoek om handhaving.
1.1.
Met het bestreden besluit van 21 augustus 2023 op het bezwaar van eisers is het college bij dat besluit gebleven.
1.2.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 11 december 2024 op zitting behandeld. Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de zaak van eisers met zaaknummer HAA 23/6813. Hieraan hebben deelgenomen: [eiser] , de gemachtigde van eisers en de gemachtigde van het college.

Totstandkoming van het besluit

2. Op 28 februari 2023 hebben eisers een handhavingsverzoek ingediend. Eisers verzoeken het college om “
te handhaven en de Geldelozeweg binnen een half jaar na dagtekening van deze brief in oude staat te herstellen waarbij het niveau van de weg wordt gebracht op de oude oorspronkelijke hoogte, de verharding weer asfalt wordt, de banen weer gescheiden worden door een berm en bomen en de soort bomen over de gehele weg weer één soort wordt.”
2.1.
Met een brief van 30 mei 2023 heeft het college aan eisers laten weten voornemens te zijn om het handhavingsverzoek af te wijzen. Tegen dit voornemen hebben eisers geen zienswijze ingediend.
2.2.
Met een besluit van 16 maart 2023 heeft het college aan de gemeente Hoorn een omgevingsvergunning afgegeven voor het legaliseren van een reeds uitgevoerde weg op de locatie Geldelozeweg in Hoorn voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
2.3.
Met het primaire besluit van 8 juni 2023 heeft het college het handhavingsverzoek van eisers afgewezen. Aan de afwijzing heeft het college de volgende motivering ten grondslag gelegd:

Voor de (uitgevoerde) werkzaamheden aan de Geldelozeweg in Hoorn is op 16 maart 2023 een omgevingsvergunning […] verleend. Hiermee is de illegale situatie zoals gesteld in uw handhavingsverzoek met vergunningverlening achteraf gelegaliseerd. Nu de situatie is gelegaliseerd is er geen strijdige situatie meer met de van toepassing zijnde regelgeving.
2.4.
Eisers hebben op 11 juli 2023 tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt.
2.5.
Met het bestreden besluit heeft het college het primaire besluit gehandhaafd.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun handhavingsverzoek.
4. Het beroep is ongegrond
.Dit betekent dat het college het handhavingsverzoek van eisers terecht heeft afgewezen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Toetsingskader
5. Een bestuursorgaan is bevoegd om handhavend op te treden door middel van het opleggen van een last onder bestuursdwang dan wel last onder dwangsom indien er sprake is van een overtreding, zijnde een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Wat betreft het college volgt dit uit artikel 125 Gemeentewet in samenhang gelezen met de artikelen 5:4 en 5:1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Was het college bevoegd om handhavend op te treden?
6. Eisers stellen – samengevat en zakelijk weergegeven – dat het college zich ten onrechte niet bevoegd heeft geacht om handhavend op te treden, omdat er geen sprake is van een overtreding. Volgens eisers is er sprake van meerdere overtredingen.
7. De rechtbank stelt vast dat het college met de op 16 maart 2023 aan de gemeente Hoorn afgegeven omgevingsvergunning de illegale situatie, waarnaar eisers verwijzen in hun handhavingsverzoek, heeft opgeheven.
In haar uitspraak van eveneens 17 februari 2025 met zaaknummer HAA 23/6813 heeft deze rechtbank geoordeeld dat deze omgevingsvergunning in stand kan blijven.
7.1.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op rechtsoverweging 7, ten tijde van het bestreden besluit geen sprake (meer) was van een overtreding door de gemeente Hoorn. Het college was daarom niet bevoegd om handhavend op te treden. [1] Het college heeft terecht het handhavingsverzoek van eisers afgewezen. Aan de bespreking van de overige beroepsgronden komt de rechtbank niet toe.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eisers geen gelijk krijgen. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M.A.V. van Kleef, rechter, in aanwezigheid van mr. L.J. Besseling, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 17 februari 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Op de zitting heeft de gemachtigde van eiser desgevraagd bevestigd dat er geen sprake (meer) is van een overtreding als bedoeld in artikel 5:1, eerste lid, van de Awb, indien de omgevingsvergunning in stand blijft.