Geschil4. In geschil is de indeling van het laadstation .
5. Eiseres doet primair een beroep op het vertrouwensbeginsel. In 2020 heeft de Douane het door eiseres ingediende verzoek om terugbetaling van rechten met betrekking tot een douaneaangifte (met nummer eindigend op NHWD52 van 30 december 2019) gehonoreerd voor bijna identieke producten. Het betrof producten die zijn geclassificeerd onder Taric-code 8537 1098 30. Het vertrouwensbeginsel is breed Unierecht. Het is door het Hof van Justitie als beginsel erkend om te worden toegepast in de lidstaten.
Subsidiair betoogt eiseres indeling onder post 8537 1098 99 omdat sprake is van een besturingstoestel zonder programmeerbaar geheugen. De primaire functie van het laadstation is het opladen van elektrische voertuigen, waarbij het meten van stroomverbruik en het verzenden van deze gegevens via Bluetooth, WiFi en/of 4G geen programmeerbare functie vertegenwoordigt. De gegevens die worden verzonden zijn enkel meetgegevens en deze worden niet lokaal opgeslagen of geprogrammeerd in het laadstation zelf. Een apparaat met een programmeerbaar geheugen moet zelfstandig in staat zijn om nieuwe gegevens en programma’s te verwerken en op te slaan zonder externe input, waardoor het apparaat zijn werking kan aanpassen of nieuwe functies kan leren. Het laadstation voldoet hier niet aan, aangezien alle aanpassingen en updates extern worden ingevoerd en het laadstation zelf geen nieuwe gegevens of programma’s autonoom kan verwerken of opslaan. De functionaliteiten die verweerder aanhaalt, zoals loadmanagement, geplande laadsessies en firmware updates, worden allemaal aangestuurd of gecontroleerd door externe apparaten (mobiele telefoons of computers) en niet door het laadstation zelf.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de bti en verzoekt de rechtbank verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten op basis van het forfait.
6. Verweerder betoogt primair indeling onder Taric-code 8537 1091 99 omdat het gaat om een besturingstoestel met programmeerbaar geheugen. Het laadstation beschikt standaard over een Ethernet-poort, WiFi en Bluetooth. Optioneel kan de laadunit worden uitgebreid met 4G-verbinding. Doordat het laadstation aan het internet verbonden is kan de installateur het laadstation configureren via een app op een smartphone, tablet of computer. De gebruiker kan via een app de lader aan/uitschakelen, een laadsessie plannen en de status van de laadsessie bekijken en de software updaten. Zo heeft het oplaadsysteem van eiseres onder andere de mogelijkheid om een starttijdstip in te stellen via de app of de Cloud. Die functie betekent naar de mening van verweerder dat het laadstation programmeerbaar is. Of deze software nou in een Cloud zit of in het laadstation , is niet relevant. Verder is het dankzij het digitale platform van eiseres mogelijk om het laadstation op afstand te monitoren, eventuele problemen te verhelpen en remote updates te distribueren. Kortom, de firmware die in het laadstation zit, het brein van het laadstation , is wel degelijk programmeerbaar. Subsidiair betoogt verweerder indeling onder GN-onderverdeling 8537 1098, en indien er een Taric-code moet worden afgegeven Taric-code 8537 1098 99.
Het beroep op het vertrouwensbeginsel kan volgens verweerder niet slagen omdat uit het douanerecht niet volgt dat verweerder bij de afgifte van een bti gebonden is aan eerdere door de douane ingenomen standpunten. Daarnaast stond in het verzoek om terugbetaling dat op 14 januari 2020 is gehonoreerd de indeling niet ter discussie, maar de vraag of er een preferentie van toepassing was. In dat dossier is de indeling van laadstations dan ook niet beoordeeld.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
Beoordeling van het geschil
7. GN-post 8536 luidt, voor zover hiervan belang:
8536 Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen
van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom (bijvoorbeeld schakelaars,
relais, zekeringen, golfafvlakkers, contactdozen en contactstoppen (stekkers),
lamp- en buishouders en andere verbindingsstukken, aansluitdozen en -kasten),
voor een spanning van niet meer dan 1 000 V; verbindingsstukken voor optische
vezels, optischevezelbundels of optischevezelkabels
8. GN-post 8537 luidt, voor zover hiervan belang:
8537 Borden, panelen, kasten en dergelijke, voorzien van twee of meer toestellen bedoeld bij post 8535 of 8536, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom, ook indien voorzien van instrumenten of toestellen bedoeld bij hoofdstuk 90, alsmede toestellen voor numerieke besturing, andere dan de schakelapparaten bedoeld bij post 8517
8537 10 - voor een spanning van niet meer dan 1 000 V
(…)
- - andere
8537 10 91 - - - besturingstoestellen met programmeerbaar geheugen
(…)
- - - - andere
(…)
8537 10 91 99 - - - - - andere
(…)
8537 10 98 - - - andere
(…)
- - - - andere
8537 1098 30 - - - - - motorbrug (…)
9. De GS-toelichting luidde in 2022 – voor zover van belang – als volgt:
“These consist of an assembly of apparatus of the kind referred to in the two preceding headings (e.g., switches and fuses) on a board, panel, console, etc., or mounted in a cabinet, desk, etc. They usually also incorporate meters, and sometimes also subsidiary apparatus such as transformers, valves, voltage regulators, rheostats or luminous circuit diagrams.
The goods of this heading vary from small switchboards with only a few switches, fuses, etc. (e.g., for lighting installations) to complex control panels for machine tools, rolling mills, power stations, radio stations, etc., including assemblies of several of the articles cited in the text of this heading.
The heading also covers :
(1) Numerical control panels with built in automatic data processing machine, which are generally used to control machine tools.
(2) Programmed switchboards to control apparatus; these permit variations in the choice of operations to be followed. They are normally used in domestic electrical appliances, such as washing machines and dish washers.
(3) “Programmable controllers” which are digital apparatus using a programmable memory for the storage of instructions for implementing specific functions such as logic, sequencing, timing, counting and arithmetic, to control, through digital or analog input/output modules, various types of machines.
The heading does not cover automatic controlling apparatus of heading 90.32.”
Beoordeling door de rechtbank
Indeling
10. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie onder meer het arrest van het Hof van Justitie 28 april 2022, “PRODEX” SIA, C-72/21, ECLI:EU:C:2022:312, punten 28 en 29).
11. Op grond van indelingsregel 1 zijn voor de indeling van goederen in de GN wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken. Indelingsregel 6 bepaalt dat voor de indeling van goederen onder de onderverdeling van een post wettelijk bepalend zijn de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen.
12. Wat betreft de objectieve kenmerken en eigenschappen is tussen partijen niet in geschil dat het gaat om een laadstation, bedoeld voor het leveren van elektrische stroom voor het opladen van accumulatoren van elektrische motorvoertuigen, in een behuizing van kunststof. Zoals ook uit de omschrijving bij de aanvraag volgt omvat het laadstation een kunststof behuizing en een kabel waarmee de wallbox wordt verbonden met het elektrische motorvoertuig. Het laadstation is opgebouwd uit een P(ower)-board, B(usiness)-board en C-board. Het P(ower)-board stuurt de stroom die uit het lichtnet wordt geleverd door naar de auto. Er vindt dus géén omzetting van de stroom plaats. Wel worden er tijdens het laadproces metingen gedaan, bijvoorbeeld hoeveel stroom er per tijdseenheid geleverd wordt. De wallbox kan de informatie die uit de metingen wordt verzameld, doorsturen middels Bluetooth, WiFi, of met een 4G-verbinding. Deze informatie kan worden afgelezen uit een door eiseres geleverde applicatie op de mobiele telefoon, dan wel uit een applicatie op internet. De communicatie wordt middels een B-(usiness)-board gedaan. Het gaat om een verdeling van spanning van niet meer dan 1000 Volt. Het C-board bevat het geheugen om de metingen op te slaan en deze gegevens desgevraagd naar de eigenaar toe te sturen. Ook heeft het C-board een veiligheidsfunctie, zodat bijvoorbeeld tijdens het laden de stekker niet kan worden verwijderd.
13. Gelet op voornoemde objectieve kenmerken en eigenschappen is de rechtbank met partijen van oordeel dat het laadstation op 6-cijferig niveau van de GN ingedeeld dient te worden onder 8537 10.
14. De rechtbank zal vervolgens beoordelen of verweerder het laadstation terecht heeft ingedeeld onder GN-onderverdeling 8537 1091. Tussen partijen is niet in geschil dat het laadstation een besturingstoestel is. De rechtbank heeft geen aanleiding hier anders over te oordelen, gelet op het feit dat er een aansturing/besturing plaatsvindt van de hoeveelheid stroom die via het laadstation naar het elektrisch voertuig wordt geleid. Zo is in het laadstation een zogenaamde load balancing functie geïntegreerd welke inhoudt dat het laadstation zelf het optimum zoekt tussen maximale laadsnelheid en het veilig beschikbaar vermogen. Dit voorkomt overbelasting van het netwerk en vergroot de veiligheid voor gebruiker en omgeving.
15. Partijen worden verdeeld gehouden door het antwoord op de vraag of het besturingstoestel programmeerbaar is. De rechtbank merkt op dat er geen definitie van “programmeerbaar geheugen” te vinden is in de aantekeningen op de van toepassing zijnde afdelingen en de hoofdstukken en de algemene indelingsregels of de jurisprudentie. Gelet op een redelijke uitleg van de woorden moet het gaan om een intern geheugen waarin instructies voor de uitoefening van de functies van het apparaat in kwestie worden opgeslagen. Voor zover eiseres het standpunt nog handhaaft dat voor de woorden “programmeerbaar geheugen” dient te worden aangesloten bij de definitie van “vrij programmeerbaar”, als bedoeld in aantekening 6A op hoofdstuk 84 en de WDO-toelichting op post 8471, kan dit niet slagen. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten om bij deze definitie van “vrij programmeerbaar” aan te sluiten omdat die ziet op automatische gegevensverwerkende machines. Deze producten zijn niet vergelijkbaar met het laadstation dat in geschil is.
16. De rechtbank gaat voor de beoordeling of sprake is van een programmeerbaar geheugen uit van de volgende objectieve kenmerken en eigenschappen die tussen partijen niet in geschil zijn.
Het laadstation beschikt over software, ook wel firmware genoemd
.Firmware is noodzakelijk voor het functioneren en kan in principe niet verwijderd worden; wel is regelmatig een update nodig. Het laadstation kan door de firmware laden tot een vermogen van 22 KW per uur en beschikt daarnaast over een aantal slimme functies zoals load management, internet connectivity en de load balancing functie, zoals hiervoor genoemd onder punt 14.
17. Uit het voorgaande volgt dat het laadstation geprogrammeerd is met een aantal vaste programma’s waarvoor een geheugen noodzakelijk is. Uit de informatie die is gegeven in de aanvraag van de bti, blijkt dat het laadstation een C-board met een geheugen bevat. Dit is door de heer [naam 2] , die namens eiseres ter zitting technische informatie verstrekte, bevestigd. Voorts is tussen partijen niet in geschil dat het laadstation standaard beschikt over een Ethernet-poort, WiFi en Bluetooth en dat de laadunit kan worden uitgebreid met een 4G-verbinding. Hierdoor kan de gebruiker bijvoorbeeld via een app de lader aan/uitschakelen, een laadsessie plannen, de status van een laadsessie bekijken en de software updaten. Het is mogelijk om via de app een starttijdstip in te stellen. Ter zitting heeft de heer [naam 2] aangegeven dat het programmeren via de Cloud plaatsvindt. De Cloud stuurt die informatie naar het interne geheugen van de lader, zodat de lader via een interne klok op het vooraf aangegeven tijdstip zal gaan laden. Gelet daarop is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een programmeerbaar geheugen als bedoeld in post 8537 10 91. De stelling van eiseres dat enkel sprake is van meetgegevens die niet lokaal worden opgeslagen of geprogrammeerd in het laadstation zelf, is niet juist en in strijd met de bij de aanvraag gegeven omschrijving en met hetgeen de heer [naam 2] op de zitting heeft verklaard. Dat de functionaliteiten worden aangestuurd of gecontroleerd via de Cloud door externe apparaten en niet door het laadstation zelf, zoals eiseres stelt, doet niet af aan de conclusie dat sprake is van een programmeerbaar geheugen.
18. Naar het oordeel van de rechtbank dient het laadstation , gelet op indelingsregels 1 en 6 te worden ingedeeld in GN-onderverdeling 8537 10 91 en heeft verweerder het laadstation in de bti terecht ingedeeld onder Taric-code 8537 1091 99.
19. Eiseres stelt dat verweerder in 2022 een verzoek om terugbetaling van rechten met betrekking tot een douaneaangifte heeft gehonoreerd op basis van de indeling van bijna identieke producten onder Taric-code 8537 1098 30. Aangenomen moet daarom worden dat verweerder geacht wordt wel degelijk de indeling destijds te hebben beoordeeld en aanvaard. Dit heeft bij eiseres een gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat deze indeling correct was, aldus eiseres.
20. Verweerder heeft ter zitting hierover opgemerkt dat naar aanleiding van deze zaak een controle in gang is gezet die geleid heeft tot een navordering bij eiseres. Verweerder is tot het inzicht gekomen dat de eerdere indeling niet juist is en acht zich in deze beroepsprocedure dan ook niet gebonden aan het eerder ingenomen standpunt.
21. Indien verweerder bij eiseres gegronde verwachtingen heeft gewekt door precieze onvoorwaardelijke en overeenstemmende toezeggingen te doen, kan eiseres zich met vrucht beroepen op het vertrouwensbeginsel (zie het arrest van het Hof van Justitie van 27 juni 2024, Prysmian Cabluri şi Sisteme, C-168/23, ECLI:EU:C:2024:551, punt 41 en de bij dit punt genoemde arresten).
22. De rechtbank is van oordeel dat van een precieze onvoorwaardelijke en overeenstemmende toezegging in dit geval geen sprake is.
23. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt dus niet.
24. Het hiervoor onder punt 19 weergegeven beroep op het vertrouwensbeginsel, vat de rechtbank tevens op als een beroep op het gelijkheidsbeginsel.
25. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel kan niet slagen. Ten eerste staat niet vast dat het product in het gehonoreerde verzoek om terugbetaling exact gelijk is aan het product dat thans in geschil is. Voorts strekt het gelijkheidsbeginsel niet zo ver dat een bestuursorgaan gehouden is een eerder ingenomen standpunt te herhalen. De Douane kan immers tot een gewijzigd inzicht komen.
26. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
27. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.