Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7965371 \ CV EXPL 19-11690
Uitspraakdatum: 8 januari 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
1.[eiser 1],
2.
[eiser 2],beiden wonende te [plaats]
[eiser 2],beiden wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R.A.C. Telkamp
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
British Airways Plc
gevestigd te Cardiff (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt
1.Het procesverloop
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte eisers.
- de akte eisers.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2.De feiten
2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 7 mei 2017 vervoeren van JKF New York via Londen Heathrow naar Amsterdam, met de vluchten BA174 en BA8489.
2.2.
De vlucht van New York naar Londen (BA174, hierna: de vlucht) is vertraagd uitgevoerd. De passagiers hebben hun aansluitende vlucht naar Amsterdam gemist. De passagiers zijn omgeboekt naar vlucht BA442.
2.3.
De passagiers zijn 7 uur en 36 minuten later dan oorspronkelijk gepland in Amsterdam aangekomen.
2.4.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder gevorderd. De vervoerder heeft niet uitbetaald.
3.Het geschil
3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 juli 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 217,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 juli 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 217,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 600,- per passagier (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.
4.De beoordeling
4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Niet in geschil is dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de overeengekomen eindbestemming zijn aangekomen, zodat de vervoerder in beginsel een compensatieplicht heeft.
4.3.
De vervoerder heeft verder aangevoerd dat de vertrekvertraging van de vlucht als gevolg van een extreem lange taxi tijd van de gate naar de baan. Het vluchtrapport vermeldt in dit kader een ‘taxi out’ tijd van 53 minuten. De vervoerder heeft toegelicht dat de gemiddelde ‘taxi out’ tijd op dit traject 37 minuten bedraagt (productie 4 bij antwoord). Dit is 16 minuten korter dan de ‘taxi out’ tijd van de vlucht op 7 mei 2017. De reden voor deze lange ‘taxi out’ tijd is volgens de vervoerder gelegen in het feit dat de luchtverkeersleiding niet eerder toestemming gaf om te vertrekken. De kantonrechter is van oordeel dat de lange(re) taxi-tijd kwalificeert als een buitengewone omstandigheid. De vervoerder heeft immers geen invloed op het tijdsverloop tussen het vertrek van de gate en het moment van opstijgen. Tussen het moment dat een toestel vertrekt van de gate (‘
off blocks’) en het moment dat een vliegtuig opstijgt (‘
airborne’) is het toestel afhankelijk van de luchtverkeersleiding. Dit is een omstandigheid die buiten de invloedssfeer van een luchtvaartmaatschappij ligt. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat in ieder geval 16 minuten zijn aan te merken als het gevolg van een buitengewone omstandigheid.
off blocks’) en het moment dat een vliegtuig opstijgt (‘
airborne’) is het toestel afhankelijk van de luchtverkeersleiding. Dit is een omstandigheid die buiten de invloedssfeer van een luchtvaartmaatschappij ligt. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat in ieder geval 16 minuten zijn aan te merken als het gevolg van een buitengewone omstandigheid.
4.4.
De vervoerder heeft verder aangevoerd dat het toestel bij het naderen van Londen Heathrow te maken kreeg met een zogenaamde ‘
air holding delay’, wat inhoudt dat de stroom vluchten die wil landen niet verwerkt kan worden door de luchthaven. Ter onderbouwing hiervan heeft hij de TS Service Provision Daily overgelegd. De kantonrechter overweegt als volgt. Hoewel uit dit document volgt dat de gemiddelde air holding delay rond de geplande aankomsttijd van de vlucht 16 minuten was, zegt dit niets specifieks over de vlucht in kwestie. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de vervoerder zijn beroep op buitengewone omstandigheden op dit punt onvoldoende heeft onderbouwd.
air holding delay’, wat inhoudt dat de stroom vluchten die wil landen niet verwerkt kan worden door de luchthaven. Ter onderbouwing hiervan heeft hij de TS Service Provision Daily overgelegd. De kantonrechter overweegt als volgt. Hoewel uit dit document volgt dat de gemiddelde air holding delay rond de geplande aankomsttijd van de vlucht 16 minuten was, zegt dit niets specifieks over de vlucht in kwestie. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de vervoerder zijn beroep op buitengewone omstandigheden op dit punt onvoldoende heeft onderbouwd.
4.5.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vertraging voor de duur van 16 minuten te wijten is aan buitengewone omstandigheden, en voor 13 minuten aan ‘overige’ vertragingsoorzaken. De vervoerder heeft bij het plannen van zijn vluchten rekening gehouden met een ‘buffer’ van 20 minuten (bovenop de minimale connectietijd). Dat betekent dat indien enkel de ‘overige’ vertraging zich had voorgedaan, de passagiers hun aansluitende vlucht nog hadden kunnen halen. Hieruit volgt dan ook dat de uiteindelijke vertraging op de eindbestemming het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden.
4.6.
De vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagiers te voorkomen dan wel te beperken moet bevestigend worden beantwoord. Het kan in beginsel niet van de vervoerder gevergd worden dat hij voor het aanbieden van een alternatieve vlucht de passagiers de mogelijkheid geeft om te kiezen uit alle vluchten van die dag bij alle luchtvaartmaatschappijen. In het onderhavige geval zijn de passagiers met minder dan 24 uur vertraging op de overeengekomen eindbestemming aangekomen. De vervoerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat alle eerdere door hemzelf uitgevoerde vluchten (waaronder de door de passagier genoemde vluchten BA434 en BA438) op het
moment van omboekingvol zaten. Het kan niet van de vervoerder gevergd worden om alle passagiers voor alle mogelijke vluchten op de stand-by lijst te plaatsen. Het aanbieden van vlucht BA442 vormt naar het oordeel van de kantonrechter dan ook een redelijke maatregel. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer of anders had kunnen nemen om de vertraging te voorkomen dan wel te beperken. Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagiers worden afgewezen.
moment van omboekingvol zaten. Het kan niet van de vervoerder gevergd worden om alle passagiers voor alle mogelijke vluchten op de stand-by lijst te plaatsen. Het aanbieden van vlucht BA442 vormt naar het oordeel van de kantonrechter dan ook een redelijke maatregel. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer of anders had kunnen nemen om de vertraging te voorkomen dan wel te beperken. Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagiers worden afgewezen.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. Daarbij worden de passagiers ook veroordeeld tot betaling van nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
5.De beslissing
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 408,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagier tot betaling van € 102,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,
,
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening.
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter