Uitspraak
Den Helder.
Rechtbank Noord-Holland
In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, is op 20 februari 2025 uitspraak gedaan in de zaak van verzoeker, die de nalatenschap van de heer [erflater] beheert. De erflater, geboren in 1950 en overleden op 3 juni 2024, had zijn laatste woonplaats in Den Helder. Verzoeker heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard en is daarmee de vereffenaar van de nalatenschap. Dit houdt in dat de wettelijke voorschriften voor vereffening van toepassing zijn, waaronder het opmaken en ter inzage leggen van een boedelbeschrijving.
Verzoeker heeft op 27 november 2024 een verzoekschrift ingediend, waarop de griffier op 12 december 2024 heeft gereageerd. Verzoeker heeft vervolgens op 16 februari 2025 een nadere toelichting gegeven. Gezien de aard van het verzoek is besloten om af te zien van een zitting. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de nalatenschap positief is samengesteld, de schuldeisers bekend zijn en er een verwachting is van prompte betaling van de schulden.
Op basis van deze overwegingen heeft de kantonrechter besloten verzoeker ontheffing te verlenen van de verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om verzoeker nadere aanwijzingen te geven of om de vereffening te verzwaren, zoals bedoeld in de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. J.S. Reid op 20 februari 2025.