ECLI:NL:RBNHO:2025:1785

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 februari 2025
Publicatiedatum
20 februari 2025
Zaaknummer
11424980
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van de verplichting tot ter inzagelegging van de boedelbeschrijving in erfrechtelijke procedure

In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, is op 20 februari 2025 uitspraak gedaan in de zaak van verzoeker, die de nalatenschap van de heer [erflater] beheert. De erflater, geboren in 1950 en overleden op 3 juni 2024, had zijn laatste woonplaats in Den Helder. Verzoeker heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard en is daarmee de vereffenaar van de nalatenschap. Dit houdt in dat de wettelijke voorschriften voor vereffening van toepassing zijn, waaronder het opmaken en ter inzage leggen van een boedelbeschrijving.

Verzoeker heeft op 27 november 2024 een verzoekschrift ingediend, waarop de griffier op 12 december 2024 heeft gereageerd. Verzoeker heeft vervolgens op 16 februari 2025 een nadere toelichting gegeven. Gezien de aard van het verzoek is besloten om af te zien van een zitting. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de nalatenschap positief is samengesteld, de schuldeisers bekend zijn en er een verwachting is van prompte betaling van de schulden.

Op basis van deze overwegingen heeft de kantonrechter besloten verzoeker ontheffing te verlenen van de verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om verzoeker nadere aanwijzingen te geven of om de vereffening te verzwaren, zoals bedoeld in de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. J.S. Reid op 20 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer / rekestnummer: 11424980 \ EJ VERZ 24-392
Beschikking van 20 februari 2025
in de zaak van
[verzoeker],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
procederend in persoon
inzake
de nalatenschap van de heer [erflater],
geboren op [geboortedatum] 1950 en overleden op 3 juni 2024, laatstelijk gewoond hebbende te
Den Helder.

1.Het procesverloop

1.1.
Verzoeker heeft een verzoekschrift ingediend, bij de griffie ontvangen op 27 november 2024.
1.2.
Naar aanleiding van ee brief van de griffier van 12 december 2024 heeft verzoeker in een brief van 16 februari 2025 een nadere toelichting gegeven.
1.3.
Gelet op de aard van het verzoek is afgezien van een behandeling op een zitting.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoeker is de enige erfgenaam van de erflater, voornoemd. Hij heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard. Ingevolge die beneficiaire aanvaarding is verzoeker vereffenaar van de nalatenschap en zijn de voorschriften inzake de wettelijke vereffening van toepassing, waaronder het opmaken en ter inzage leggen van een boedelbeschrijving.
2.2.
Gelet op de positieve samenstelling van de nalatenschap, de bekendheid der crediteuren en de verwachting van prompte voldoening der schulden, zal de kantonrechter verzoeker desgevraagd ontheffen van de op hem rustende verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen.
2.3.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om de vereffenaar nadere aanwijzingen te geven als bedoeld in artikel 4:210 lid 1 BW noch om de vereffening te verzwaren ex artikel 4:221 lid 1 BW.

3.De beslissing

De kantonrechter:
- verleent verzoeker ontheffing van de verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.S. Reid en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2025.