Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[verzoeker 1]
3. [verzoeker 3]
4. [verzoeker 4]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A);
- het antwoordformulier (formulier C).
2.De feiten
3.Het geschil
- de proceskosten.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 12 februari 2025, hebben de passagiers een verzoek ingediend tegen TUI Airlines Nederland B.V. vanwege een vertraging van meer dan drie uur van vlucht OR3026 van Antalya naar Amsterdam-Schiphol op 16 juli 2024. De passagiers, die in Nederland wonen, vorderen compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, maar de vervoerder betwist de bevoegdheid van de rechtbank op grond van de EPGV-Verordening. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een grensoverschrijdende zaak, omdat zowel de passagiers als de vervoerder in Nederland zijn gevestigd. Hierdoor is de EPGV-Verordening niet van toepassing. De kantonrechter heeft besloten dat de procedure zal worden voortgezet als dagvaardingsprocedure, waarbij de passagiers hun conclusie van repliek moeten indienen op 12 maart 2025. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep open tegen deze beschikking.