ECLI:NL:RBNHO:2025:1818

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 februari 2025
Publicatiedatum
21 februari 2025
Zaaknummer
11379774 \ CV FORM 24-7629
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers voor vertraagde vlucht en bevoegdheid van gemachtigde

In deze zaak hebben passagiers compensatie van de vervoerder verzocht vanwege een vertraagde vlucht van Ponta Delgada naar Amsterdam-Schiphol op 31 augustus 2023. De vervoerder, Azores Airlines, betwistte dat de passagiers Yource B.V. hadden gemachtigd om namens hen te procederen, omdat de handtekeningen op de volmachten zouden afwijken van die op de paspoorten. De kantonrechter oordeelde echter dat de passagiers voldoende bewijs hadden geleverd van hun machtiging aan Yource B.V. door middel van boekingsdocumenten en kopieën van hun paspoorten. Het verweer van de vervoerder werd verworpen, en het verzoek van de passagiers werd toegewezen. De kantonrechter veroordeelde de vervoerder tot betaling van € 800,00 aan compensatie, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat de passagiers niet hadden aangetoond dat er kosten waren gemaakt die verder gingen dan een enkele aanmaning. De beslissing werd genomen door mr. S. Kleij, kantonrechter, en er staat geen hoger beroep open tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11379774 \ CV FORM 24-7629
Uitspraakdatum: 12 februari 2025
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[verzoeker 1]

2. [verzoeker 2]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gedaagde] (Yource B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Azores Airlines
gevestigd te Ponta Delgada, Portugal
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
De zaak in het kort
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder verzocht vanwege een vertraagde vlucht. De vervoerder betwist dat zij Yource B.V. hebben gemachtigd om namens hen te procederen omdat de handtekeningen op de overgelegde volmachten afwijken van de handtekeningen op hun paspoorten. Het verweer van de vervoerder slaagt niet en het verzoek van de passagiers wordt toegewezen.

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A);
  • het antwoordformulier (formulier C).

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 31 augustus 2023 vervoeren van Ponta Delgada, Portugal, via Lissabon, Portugal, naar Amsterdam-Schiphol Airport, met de vluchtcombinatie S4120 en TP676.
2.2.
De vervoerder heeft vlucht S4210 van Ponta Delgada naar Lissabon (hierna: de vlucht) vertraagd uitgevoerd. De passagiers zijn met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder verzocht.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
- € 145,20 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,00 per passagier. [1]
3.3.
De vervoerder betwist dit. Op het zijn verweer wordt ingegaan bij de beoordeling van het geschil.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat zij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder betwist dat de passagiers Yource B.V. (geldig) hebben gemachtigd om hen in deze procedure te vertegenwoordigen. Hij voert daartoe aan dat de handtekeningen op de overgelegde volmachten afwijken van de handtekeningen in de paspoorten van de passagiers.
4.3.
Het betoog van de vervoerder slaagt niet. De kantonrechter oordeelt dat de passagiers met het overleggen van de boekingsdocumenten, de kopieën van de paspoorten en omdat de vervoerder niet heeft betwist dat zij zijn meegevlogen met de vlucht, voldoende hebben onderbouwd dat zij Yource B.V. hebben gemachtigd om namens hen te procederen.
4.4.
Omdat de vervoerder voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal het verzoek worden toegewezen, behalve op de volgende punten.
4.5.
De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke (incasso-)kosten zal - mede gelet op de door deze rechtbank gevolgde aanbevelingen van het Rapport BGK-integraal - worden afgewezen. De passagiers hebben immers niet gesteld dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De kosten waarvan de passagiers vergoeding vorderen, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder omdat deze overwegend ongelijk krijgt. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt. De verzochte rente over de toe te wijzen proceskosten en nakosten is niet toewijsbaar met ingang van 31 augustus 2023 omdat de vervoerder ten aanzien van deze kosten dan nog niet in verzuim is, zodat aan de eisen van art. 6:119 BW niet is voldaan. De verzochte rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.
4.7.
Op verzoek van de passagiers zal een certificaat als bedoeld in artikel 20 lid 2 van de Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/2421 van 16 december 2015, aan deze beschikking worden gehecht.

5.De beslissingDe kantonrechter:

5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 31 augustus 2023, tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op € 218,00 aan griffierecht en € 135,00 aan salaris gemachtigde,
en veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt,
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Kleij, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.