Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2] ,beiden wonende te [plaats]
1.Het procesverloop
2.De feiten
- van Amsterdam Schiphol Airport naar Salt Lake City (Verenigde Staten) op 3 augustus 2020 (hierna: de heenvlucht);
- van Salt Lake City (Verenigde Staten) naar Amsterdam Schiphol Airport op 20 augustus 2020 (hierna: de terugvlucht).
3.Het geschil
- € 825,36 aan passagier sub 1, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 dagen na annulering tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 825,36 aan passagier sub 2, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 dagen na annulering tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 299,60 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
juistop dat de passagiers de vlucht zélf hebben geannuleerd [2] . De passagiers hebben geen enkele concrete toelichting gegeven op de gang van zaken rondom de annulering. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de passagiers, tegenover de gemotiveerde betwisting door de vervoerder, onvoldoende hebben onderbouwd dat aan de vereisten voor de toepasselijkheid van de Verordening is voldaan. De vordering wordt daarom afgewezen.
5.De beslissing
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;