Namens de moeder is verzocht om afwijzing van de verzoeken van de GI.
De moeder betwist dat zij weinig inzicht heeft getoond in het belang van traumabehandeling voor de kinderen en al helemaal dat zij hulp voor hen regelmatig afzegt.
De moeder is van mening dat de GI met twee maten meet. De vader heeft zijn netwerk dat geheel achter hem staat, terwijl het netwerk van de moeder ten tijde van het netwerkberaad niet beschikbaar was. Zij vraagt al langer om meer en andere hulp, maar heeft geen gehoor gekregen.
De moeder meent dat het niet in het belang van de kinderen is als zij met een machtiging uithuisplaatsing bij de vader worden geplaatst, nu hij recent vanwege alcoholgebruik in het ziekenhuis is opgenomen. De moeder weet hoe een alcoholtest van Digicontact, zoals de vader elke avond doet, misleid kan worden. Zij kan dan ook niet volgen dat de situatie bij de vader voldoende veilig is en vermoedt dat het netwerk van de vader hem de hand boven het hoofd houdt door het niet altijd te melden als hij alcohol heeft gebruikt. De moeder kan echter niets zeggen over haar zorgen, omdat dit wordt geschaard onder negatief praten over de vader. Zij maakt zich echter wel zorgen over de situatie van de kinderen bij hem als hij gedronken heeft.
Daarnaast meent de moeder dat de verzochte omgang niet in het belang van de kinderen is en onvoldoende is doordacht.
De vader heeft een eigen bedrijf. Voorheen kon hij geen vrij nemen om de kinderen de helft van de vakanties en feestdagen bij hem te hebben. Met de omgang die de GI heeft verzocht, wordt de afgesproken co-ouderschap drastisch ingeperkt, en moet de moeder de kinderen ook nog onder begeleiding gaan zien. De ouders hebben de omgangsregeling juist aangepast toen de vader eigen woonruimte kreeg en vanwege zijn werkzaamheden niet doordeweeks voor de kinderen kon zorgen. De moeder heeft geprobeerd in overleg met de betrokken partijen de omgangsregeling te wijzigen zodat de vader ook doordeweeks een deel van de zorg voor de kinderen heeft. Hij wilde dit eerst niet vanwege zijn werk, maar heeft ermee ingestemd dat [de minderjarige 1] meer bij hem is, omdat zij vergeleken met [de minderjarige 2] makkelijker is.
Verder vraagt de moeder zich af wat er gebeurt als de vader de volledige zorg heeft en de kinderen ziek zijn of om een andere reden niet naar school kunnen. De zorg zou dan volledig bij het netwerk van de vader liggen, terwijl de moeder beschikbaar is. Zij is ook van mening dat niet alle mogelijkheden zijn benut om te onderzoeken hoe de zorgverdeling anders geregeld kan worden. De moeder denkt dat het helpend zou kunnen zijn dat de kinderen om de week bij ieder van de ouders zijn, zodat zij ieder doordeweeks één kind bij zich hebben. De kinderen zouden dan hete ene weekend bij de moeder kunnen zijn en het andere weekend bij de vader.
Tot slot heeft de moeder aangegeven dat de kinderen tegen haar zeggen dat zij niet naar de vader willen en bang voor hem zijn.