ECLI:NL:RBNHO:2025:2372

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 maart 2025
Publicatiedatum
5 maart 2025
Zaaknummer
10592999 \ CV EXPL 23-4176
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak vorderen de passagiers compensatie van de vervoerder, British Airways Plc, vanwege een geannuleerde vlucht van Amsterdam naar Vancouver via Londen op 18 juli 2022. De vervoerder stelt dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk capaciteitsbeperkingen op de luchthaven Londen Heathrow door personeelstekort. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de annulering niet inherent was aan zijn bedrijfsactiviteiten en dat hij geen invloed had op de omstandigheden die tot de annulering leidden. De passagiers vorderen een schadevergoeding van € 1.200,00 per persoon, vermeerderd met rente en kosten, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. De kantonrechter concludeert dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen en wijst de vorderingen van de passagiers af. De passagiers worden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10592999 \ CV EXPL 23-4176
Uitspraakdatum: 5 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

2. [eiser 2]
beiden wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: B.W. Floris (Yource B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
British Airways Plc
gevestigd te Cardiff, Verenigd Koninkrijk
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt (Ploum)
De zaak in het kort
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder gevorderd vanwege een geannuleerde vlucht. De vervoerder stelt dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een capaciteitsbeperking op de luchthaven Londen Heathrow. Het verweer van de vervoerder slaagt en de vorderingen van de passagiers worden afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 18 juli 2022 vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport, via Londen, Verenigd Koninkrijk, naar Vancouver, Canada, met vluchtcombinatie AA6749 en AA6916.
2.2.
De vervoerder heeft vlucht AA6749 van Amsterdam naar Londen (hierna: de vlucht) geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van het incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 217,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 600,- per persoon. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij stelt dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden. [2]

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat zij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. Volgens vaste rechtspraak van het Hof is een omstandigheid buitengewoon als deze niet inherent is aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en hij daar ook geen invloed op kon uitoefenen. [3]
4.3.
Volgens de vervoerder was de annulering van de vlucht het gevolg van overbezetting op de luchthaven Londen Heathrow. Er was sprake van een personeelstekort. Daarom heeft de luchthaven capaciteitsbeperkingen ingesteld. Tussen 15 en 24 juli 2022 gold een verplichting voor luchtvaartmaatschappijen om het aantal vluchten met 10 tot 15% te verminderen. Daarom heeft de vervoerder de vlucht in kwestie geannuleerd. Ter onderbouwing verwijst de vervoerder onder meer naar een verklaring van de directeur van de luchthaven en een zogeheten ‘Notice to Airmen’.
4.4.
Volgens de passagiers was het – samengevat – een operationele keuze van de vervoerder om de vlucht in kwestie te annuleren. De vervoerder had ook op andere manieren aan de capaciteitsbeperking kunnen voldoen, zoals het uitvoeren van vluchten met halve bezetting. De vervoerder heeft hier tegenin gebracht dat hij bij de annulering van vluchten rekening houdt met verschillende factoren. Bij het annuleren van de vlucht in kwestie was met name doorslaggevend dat dit een korte afstandsvlucht was, met een route die meerdere keren per dag wordt uitgevoerd. Dit maakte het omboeken van passagiers gemakkelijker dan voor passagiers van vluchten op minder frequent bediende routes, aldus de vervoerder.
4.5.
De kantonrechter overweegt dat een capaciteitsbeperking een buitengewone omstandigheid kan zijn als de vervoerder aantoont dat hij, vanwege de duur en de mate van de beperkingen, geen andere keuze had dan tot annulering van de vlucht over te gaan. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder daar in dit geval in is geslaagd. Hij heeft voldoende onderbouwd dat er vanwege de capaciteitsbeperking vluchten geannuleerd moesten worden. Dit is niet inherent aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en hij heeft hier ook geen invloed op. De omstandigheid dat er bij het annuleren van specifieke vluchten mogelijk (ook) operationele overwegingen een rol hebben gespeeld, maakt dit niet anders. Dit betekent dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden.
4.6.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging vanwege de annulering te voorkomen of te beperken. De vervoerder stelt dat hij de vlucht zo snel mogelijk heeft geannuleerd en de passagiers daar zo spoedig mogelijk van op de hoogte heeft gebracht. De passagiers betwisten dit. Zij stellen dat zij 19 uur eerder zijn vertrokken dan gepland, maar de vervoerder hen had moeten omboeken naar een eerdere vlucht. De vervoerder heeft daar tegenin gebracht dat het niet in het belang van de passagiers was geweest om (nog) eerder te vertrekken.
4.7.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer of anders had kunnen treffen. In deze omstandigheden kon er niet meer van de vervoerder worden verwacht. Daarom zullen de vorderingen van de passagiers worden afgewezen.
4.8.
De passagiers zullen in het ongelijk worden gesteld. Daarom zullen zij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 408,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 102,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kleij, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.
3.Zie onder meer HvJEU 22 december 2008, C-549/07, ECLI:EU:C:2008:771.