In deze zaak hebben de passagiers compensatie en terugbetaling van ticketkosten gevorderd van de vervoerder, Royal Air Maroc, vanwege een geannuleerde vlucht. De vlucht, die op 18 augustus 2022 van Amsterdam-Schiphol naar Nador, Marokko, zou vertrekken, is geannuleerd. De vervoerder heeft niet tijdig betwist dat de vlucht is geannuleerd en de passagiers hebben voldoende bewijs geleverd dat zij de gevorderde bedragen voor de vliegtickets hebben betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van rauwelijks dagvaarden, aangezien de vervoerder heeft erkend dat de aanmaningen van de passagiers hem per e-mail hebben bereikt. Hierdoor zijn de vorderingen van de passagiers grotendeels toegewezen.
De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding en conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vervoerder onvoldoende onderbouwd heeft dat hij zijn verweer niet eerder had kunnen indienen. De passagiers hebben hun vordering gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij annulering van een vlucht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de passagiers recht hebben op compensatie van € 400,- per persoon en terugbetaling van de ticketprijzen, die in totaal € 2.566,39 bedragen.
De kantonrechter heeft ook de wettelijke rente toegewezen, met inachtneming van de data waarop de passagiers schade hebben geleden. De vervoerder is grotendeels in het ongelijk gesteld en is veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief proceskosten en nakosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.