Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het rapport van de Raad van 30 oktober 2024;
- het F-formulier, met bijlage, van de advocaat van de vader van 13 februari 2025.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 13 maart 2025 een beschikking gegeven waarin het eenhoofdig gezag over de minderjarige aan de vader is toegewezen. De vader heeft al lange tijd de volledige zorg en opvoeding van de minderjarige op zich genomen, terwijl de moeder niet meewerkt aan gezagsbeslissingen en belangrijke informatie over de minderjarige weigert te delen. De minderjarige heeft zelf aangegeven dat zij wil dat haar vader het eenhoofdig gezag krijgt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er al lange tijd geen contact is tussen de ouders en dat de communicatie tussen hen ernstig verstoord is. Dit leidt tot de conclusie dat gezamenlijk gezag niet in het belang van de minderjarige is, omdat het risico bestaat dat zij klem raakt tussen de ouders. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld. De vader heeft op 20 april 2023 een verzoek ingediend voor gezamenlijk gezag, maar de rechtbank heeft op basis van het rapport van de Raad en de omstandigheden van de zaak geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de vader alleen het gezag krijgt.