ECLI:NL:RBNHO:2025:2818

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
11323408 \ CV FORM 24-6700
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers na annulering vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben een groep passagiers compensatie aangevraagd van de luchtvaartmaatschappij Ryanair DAC vanwege een geannuleerde vlucht van Malaga naar Amsterdam op 4 november 2023. Een aantal passagiers in deze groep was minderjarig en werd daarom niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek. De vervoerder, Ryanair, voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk beperkingen opgelegd door de luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de annulering inderdaad het gevolg was van deze buitengewone omstandigheden en dat de vervoerder niet in staat was om de annulering te voorkomen, ondanks het treffen van redelijke maatregelen. Hierdoor werd het verzoek van de overige passagiers om compensatie afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan de passagiers die ongelijk kregen in deze procedure. De beschikking is gegeven door kantonrechter S. Kleij en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11323408 \ CV FORM 24-6700
Uitspraakdatum: 12 maart 2025
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

2. [eiser 2]

3. [eiser 3]

4. [eiser 4]

5. [eiser 5]

allen wonende te [plaats 1], België

6. [eiser 6]

7. [eiser 7]

beiden wonende te [plaats 2], België

8. [eiser 8]

9. [eiser 9]

10. [eiser 10]

11. [eiser 11]

12. [eiser 12]

allen wonende te [plaats 3], België
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (Yource B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Ryanair DAC,
gevestigd te Dublin, Ierland
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J. Croon (Croon Aviation Lawyers)
De zaak in het kort
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder verzocht vanwege een geannuleerde vlucht. Een aantal passagiers zijn minderjarig en daarom niet bekwaam om zelfstandig in rechte op te treden. Zij worden daarom niet-ontvankelijk verklaard. De vervoerder stelt dat de vertraging van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk beperkingen van de luchtverkeersleiding. Het verweer van de vervoerder slaagt en het verzoek van de (overige) passagiers wordt afgewezen.

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A);
  • het verweerschrift.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 4 november 2023 vervoeren van Malaga, Spanje, naar Amsterdam-Schiphol Airport, met vlucht FR2334 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder verzocht.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 4.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
- € 732,05 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,00 per persoon. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij stelt dat de vertraging van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden. [2]

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat zij is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
De kantonrechter moet ook ambtshalve beoordelen of de passagiers in hun verzoek kunnen worden ontvangen. Passagier sub 2, sub 3, sub 4, sub 9, sub 10, en sub 12 waren op het moment van het indienen van de dagvaarding niet bekwaam om zelfstandig in rechte op te treden omdat zij minderjarig waren. De passagiers hebben ook niet in het vorderingsformulier vermeld dat iemand als wettelijk vertegenwoordiger van deze passagiers optreedt en in rechte op kan treden. Daarom zal de kantonrechter passagier sub 2, sub 3, sub 4, sub 9, sub 10, en sub 12 niet-ontvankelijk verklaren. Het gedeelte van de hoofdsom dat betrekking heeft op de compensatie voor deze passagiers, zal daarom worden afgewezen.
4.3.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder aantoont dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. Volgens vaste rechtspraak van het Hof is een omstandigheid buitengewoon als deze niet inherent is aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en hij daar ook geen invloed op kon uitoefenen. [3]
4.4.
Volgens de vervoerder was de vlucht in kwestie onderdeel van de rotatievlucht Malaga – Santander – Malaga – Nador – Malaga – Amsterdam (vluchtnummers FR2593, FR2594, FR3148, FR3149 en FR2334). Vlucht FR2593 van Malaga naar Santander kreeg een latere vertrektijd opgelegd door de luchtverkeersleiding. Deze vertraging werkte gedeeltelijk door op vlucht FR2594 van Santander naar Malaga. Wel kon vlucht FR2594 nog enige vertraging inlopen, waardoor deze is teruggelopen naar 23 minuten. Ook kreeg vlucht FR2594 te maken met 14 minuten extra vertraging. Ten aanzien van deze vertraging doet de vervoerder geen beroep op buitengewone omstandigheden.
4.5.
Ook vlucht FR3149 van Nador naar Malaga kreeg een latere vertrektijd opgelegd door de luchtverkeersleiding. Dit heeft een aanvullende 2 uur en 7 minuten vertraging opgeleverd. Uiteindelijk is vlucht FR3149 met 3 uur 2 minuten uitgevoerd. Daardoor is de beoogde bemanning van de vlucht in kwestie ‘uit de uren gelopen’ en mocht deze niet verder vliegen. Er was geen reservebemanning in Malaga beschikbaar. Daarom heeft de vervoerder de vlucht geannuleerd, aldus de vervoerder.
4.6.
Het betoog van de vervoerder slaagt. De kantonrechter stelt voorop dat het uit de uren lopen van de bemanning in beginsel een operationeel probleem is. Door bijkomende omstandigheden kan dit echter wel als een buitengewone omstandigheid worden aangemerkt. De vervoerder heeft in dit geval voldoende onderbouwd dat het uit de uren lopen van de bemanning – en daardoor de annulering van de vlucht in kwestie – het gevolg was van de doorwerking van de vertraging van de voorgaande vluchten. Hij heeft ook voldoende onderbouwd dat deze vertraging grotendeels het gevolg was van beslissingen door de luchtverkeersleiding. Als de luchtverkeersleiding een toestel een latere vertrektijd oplegt, heeft deze niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. De instructies van de luchtverkeersleiding moeten namelijk altijd worden opgevolgd. Dergelijke beperkingen zijn niet inherent aan de normale bedrijfsuitoefening van de vervoerder en hij heeft daar ook geen invloed op. Daarom was de annulering van de vlucht het gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.7.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging vanwege de annulering te voorkomen of te beperken. De vervoerder stelt in dit verband dat hij geen invloed kon uitoefenen op de beslissingen van de luchtverkeersleiding. Weliswaar heeft hij een aantal reservebemanningen paraat staan op de luchthaven van Malaga, maar deze waren al ingezet op eerdere verstoorde vluchten. Na de annulering heeft hij de passagiers omgeboekt naar een alternatieve vlucht naar de eindbestemming.
4.8.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Niet valt in te zien wat er in deze omstandigheden meer of anders van hem kon worden verwacht. De passagiers hebben in dit verband ook niets aangevoerd. Daarom heeft de vervoerder alle redelijke maatregelen getroffen. Het verzoek van de passagiers zal worden afgewezen.
4.9.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers omdat zij ongelijk krijgen. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, als betekening plaatsvindt, met de kosten van de betekening van deze beschikking.

5.De beslissingDe kantonrechter:

5.1.
verklaart passagier sub 2, sub 3, sub 4, sub 9, sub 10, en sub 12 niet-ontvankelijk;
5.2.
wijst het verzochte af;
5.3.
veroordeelt passagier sub 1, sub 5, sub 6, sub 7, sub 8 en sub 11 tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 339,00 aan salaris gemachtigde en veroordeelt passagier sub 1, sub 5, sub 6, sub 7, sub 8 en sub 11 tot betaling van € 135,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen als betekening plaatsvindt, met de kosten van de betekening van deze beschikking;
5.4.
verklaart deze beschikking – wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Kleij, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.
3.Zie onder meer HvJEU 22 december 2008, C-549/07, ECLI:EU:C:2008:771.