ECLI:NL:RBNHO:2025:3021

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
10805140
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraagde vlucht en bevrijdende betaling door vervoerder

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, vertegenwoordigd door mr. J.J.O. Zandt, wegens compensatie voor een meer dan drie uur vertraagde vlucht. De kantonrechter heeft op 12 maart 2025 geoordeeld dat de vervoerder reeds bevrijdend heeft betaald aan de passagier, waardoor de vordering van AirHelp werd afgewezen. De procedure omvatte een dagvaarding, conclusie van antwoord, repliek en dupliek, waarna het vonnis werd bepaald.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de passagier had een vervoersovereenkomst met de vervoerder voor een vlucht van Amsterdam via Londen naar Johannesburg en vervolgens naar Port Elizabeth op 2 en 3 februari 2023. De vlucht van Londen naar Johannesburg was vertraagd, waardoor de passagier meer dan drie uur later op de eindbestemming aankwam. De passagier droeg haar vorderingsrecht over aan AirHelp, die compensatie van € 600,00 eiste op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder op 20 mei 2023 een bedrag van € 600,00 aan de passagier heeft overgemaakt. AirHelp betwistte dat deze betaling bevrijdend was, omdat de passagier haar vorderingsrecht had gecedeerd. De kantonrechter oordeelde echter dat de vervoerder niet op de hoogte was van de cessie, omdat de aanmaning van AirHelp niet was ontvangen. Hierdoor werd geconcludeerd dat de betaling aan de passagier bevrijdend was, en werd de vordering van AirHelp afgewezen. AirHelp werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 270,00 werden vastgesteld, plus nakosten van € 67,50, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10805140 \ CV EXPL 23-7559
Uitspraakdatum: 12 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de buitenlandse vennootschap
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt (Ploum)
De zaak in het kort
AirHelp heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een meer dan drie uur vertraagde vlucht. De kantonrechter oordeelt echter dat de vervoerder reeds bevrijdend heeft betaald. De vordering van AirHelp wordt daarom afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder haar moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Londen Heathrow Airport (Verenigd Koninkrijk) en OR Tambo International Airport (Johannesburg, Zuid-Afrika) naar Port Elizabeth Airport (Zuid-Afrika) op 2 en 3 februari 2023, met de vluchtcombinatie BA435, BA55 en 4Z797.
2.2.
De vervoerder heeft vlucht BA55 van Londen naar Johannesburg (hierna: de vlucht) vertraagd uitgevoerd. De passagier is met een vertraging van meer dan drie uur aangekomen op de eindbestemming.
2.3.
De passagier heeft haar vorderingsrecht middels cessie overgedragen aan AirHelp.
2.4.
AirHelp heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.5.
Op 20 mei 2023 heeft de vervoerder een bedrag van € 600,00 overgemaakt aan de passagier.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder haar vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 600,00. [1]
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder stelt dat hij op 20 mei 2023 een bedrag van € 600,00 heeft overgemaakt aan de passagier. AirHelp heeft dit niet betwist. Zij stelt echter dat de vervoerder niet bevrijdend heeft betaald, nu de passagier haar vorderingsrecht middels cessie aan haar heeft overgedragen. Dit betoog slaagt niet. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
4.3.
AirHelp heeft op 17 maart 2023 een e-mail gestuurd naar een e-mailadres van de vervoerder. De vervoerder betwist dat deze aanmaning hem heeft bereikt. Hij stelt dat het door AirHelp gebruikte e-mailadres alleen wordt gebruikt voor uitgaand verkeer en dat inkomende e-mails niet worden gemonitord. Een dergelijke e-mail van dit e-mailadres bevat altijd de volgende tekst:
‘’Please don’t hit ‘reply’ – we won’t receive it. If you need to get in touch, please use the link at the bottom of the e-mail’’.
4.4.
AirHelp heeft dit niet betwist. Daarmee is komen vast te staan dat het door AirHelp gebruikte e-mailadres alleen wordt gebruikt voor uitgaand verkeer en dat inkomende e-mails niet worden gemonitord. Dat de aanmaning door de vervoerder niet is ontvangen, komt daarom voor rekening en risico van AirHelp. Dit betekent dat niet is komen vast te staan dat de vervoerder reeds voorafgaand aan de betaling op de hoogte was van de overdracht van het vorderingsrecht aan AirHelp. Gelet op het voorgaande moet worden geoordeeld dat de vervoerder op 20 mei 2023 bevrijdend heeft betaald aan de passagier. De vordering van AirHelp zal daarom worden afgewezen.
4.5.
AirHelp zal in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal zij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De daarover gevorderde rente is toewijsbaar vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt AirHelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
en veroordeelt AirHelp tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.