ECLI:NL:RBNHO:2025:3022

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
10803443
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, vertegenwoordigd door mr. J.J.O. Zandt, wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht. De vlucht, BA441, zou op 11 maart 2023 plaatsvinden van Amsterdam-Schiphol naar Londen Heathrow. De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd en heeft geen verweer gevoerd tegen de hoofdsom die door AirHelp is gevorderd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat AirHelp recht heeft op een compensatie van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente, maar heeft AirHelp ook veroordeeld in de proceskosten omdat zij rauwelijks heeft gedagvaard. De kantonrechter oordeelt dat AirHelp niet voldoende heeft aangetoond dat zij de vervoerder in de gelegenheid heeft gesteld om het geschil minnelijk op te lossen. Hierdoor is de vordering van AirHelp gedeeltelijk toegewezen, maar is zij ook verantwoordelijk voor de proceskosten van de vervoerder. Het vonnis is uitgesproken op 12 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10803443 \ CV EXPL 23-7512
Uitspraakdatum: 12 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de buitenlandse vennootschap
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt (Ploum)
De zaak in het kort
AirHelp heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een geannuleerde vlucht. De vervoerder heeft geen verweer gevoerd tegen de door AirHelp gevorderde hoofdsom. De kantonrechter ziet echter aanleiding om AirHelp te veroordelen in de proceskosten, omdat sprake is van rauwelijks dagvaarden. De vordering van AirHelp wordt daarom (gedeeltelijk) toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] (hierna: de passagiers) hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hen op 11 maart 2023 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Londen Heathrow Airport (Verenigd Koninkrijk), met vlucht BA441 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben hun vermeende vorderingsrecht middels cessie overgedragen aan AirHelp.
2.4.
AirHelp heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.5.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder haar vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00 per passagier. [1]
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder heeft geen verweer gevoerd tegen de door AirHelp gevorderde hoofdsom, zodat deze zal worden toegewezen. De over de hoofdsom gevorderde wettelijke rente is als onvoldoende gemotiveerd weersproken eveneens toewijsbaar.
4.3.
De vervoerder stelt dat hij niet is aangemaand en dat hij rauwelijks is gedagvaard. De gevorderde proceskosten moeten daarom voor rekening van AirHelp blijven, aldus de vervoerder. AirHelp heeft hier tegenin gebracht dat zij op 31 maart 2023 een e-mail heeft verstuurd naar een e-mailadres van de vervoerder. Zij heeft deze e-mail echter niet overgelegd. Dit had wel op haar weg gelegen. De kantonrechter is daarom van oordeel dat AirHelp door haar werkwijze en proceshouding, waarbij niet is gebleken dat zij op enkele wijze heeft getracht om eerst op een minnelijke wijze tot beëindiging van het geschil te komen, de vervoerder niet in de gelegenheid heeft gesteld om de zaak (eventueel) buiten rechte te kunnen afdoen. De kantonrechter ziet daarom aanleiding om niet de vervoerder maar AirHelp conform het liquidatietarief te veroordelen in de proceskosten, nu zij deze kosten nodeloos heeft veroorzaakt. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 maart 2023 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
5.2.
veroordeelt AirHelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
en veroordeelt AirHelp tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.