ECLI:NL:RBNHO:2025:3024

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
10831265
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraagde vlucht en proceskostenveroordeling AirHelp

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH compensatie gevorderd van British Airways Plc voor een vlucht die meer dan drie uur vertraagd was. De passagiers, die een vervoersovereenkomst hadden met de vervoerder, hebben hun vermeende vorderingsrecht aan AirHelp overgedragen. De vervoerder betwistte echter de geldigheid van deze overdracht en heeft geen verweer gevoerd tegen de hoofdsom die door AirHelp werd gevorderd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de handtekeningen op de overdrachtsdocumenten overeenkomen met die in de paspoorten van de passagiers, waardoor de overdracht als geldig werd beschouwd. De kantonrechter heeft de vordering van AirHelp gedeeltelijk toegewezen, maar heeft AirHelp ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, omdat zij deze nodeloos heeft veroorzaakt. De vervoerder is veroordeeld tot betaling van € 500,00 aan AirHelp, vermeerderd met wettelijke rente, terwijl AirHelp de proceskosten van de vervoerder moet vergoeden. Dit vonnis is uitgesproken op 19 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10831265 \ CV EXPL 23-7979
Uitspraakdatum: 19 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de buitenlandse vennootschap
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt (Ploum)
De zaak in het kort
AirHelp heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een meer dan drie uur vertraagde vlucht. De vervoerder betwist dat de passagiers hun vermeende vorderingsrecht geldig aan AirHelp hebben overgedragen en heeft geen verweer gevoerd tegen de door AirHelp gevorderde hoofdsom. De kantonrechter ziet echter aanleiding om niet de vervoerder maar AirHelp conform het liquidatietarief te veroordelen in de proceskosten, nu zij deze kosten nodeloos heeft veroorzaakt. De vordering van AirHelp wordt daarom (gedeeltelijk) toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] (hierna: de passagiers) hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hen op 14 april 2023 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Londen Gatwick Airport (Verenigd Koninkrijk), met vlucht BA2765 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht vertraagd uitgevoerd. De passagiers zijn met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming aangekomen.
2.3.
AirHelp heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de passagiers hun vermeende vorderingsrecht aan haar heeft overgedragen en dat de vervoerder haar daarom en vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00 per passagier. [1]
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder betwist dat de passagiers hun vorderingsrecht (geldig) aan AirHelp hebben overgedragen. Hij betwist de echtheid van de handtekeningen op de door AirHelp overgelegde ‘Assignment Forms’ (hierna: de overdrachtsdocumenten).
4.3.
De kantonrechter is echter van oordeel dat de handtekeningen van de passagiers op de overdrachtsdocumenten in voldoende mate overeenkomen met de handtekeningen in hun paspoorten. Bovendien heeft AirHelp door het overleggen van de boekingsbescheiden, kopieën van de paspoorten en de overdrachtsdocumenten voldoende onderbouwd dat de handtekeningen afkomstig zijn van de passagiers. Daarmee heeft zij eveneens voldoende onderbouwd dat de passagiers hun vermeende vorderingsrecht aan haar hebben overgedragen.
4.4.
De vervoerder heeft geen verweer gevoerd tegen de door AirHelp gevorderde hoofdsom, zodat deze zal worden toegewezen. De over de hoofdsom gevorderde wettelijke rente is als onvoldoende gemotiveerd weersproken eveneens toewijsbaar.
4.5.
Resteert de vraag of de vervoerder rauwelijks is gedagvaard. AirHelp stelt dat zij de vervoerder via e-mail heeft aangemaand om tot betaling over te gaan. De kantonrechter is echter van oordeel dat de vervoerder voldoende heeft onderbouwd dat het door AirHelp gebruikte e-mailadres alleen wordt gebruikt voor uitgaand verkeer en dat inkomende e-mails niet worden gemonitord. Dat de aanmaning door de vervoerder niet is ontvangen, komt daarom voor rekening en risico van AirHelp. De kantonrechter ziet daarom aanleiding om niet de vervoerder maar AirHelp conform het liquidatietarief te veroordelen in de proceskosten, nu zij deze kosten nodeloos heeft veroorzaakt. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 april 2023 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
5.2.
veroordeelt AirHelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
en veroordeelt AirHelp tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.