ECLI:NL:RBNHO:2025:3147

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 maart 2025
Publicatiedatum
25 maart 2025
Zaaknummer
355620
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van gemeenschappelijke zaken na beëindiging van affectieve relatie

In deze zaak vordert de vrouw, na de beëindiging van haar affectieve relatie met de man, de verdeling van gemeenschappelijke zaken, waaronder twee auto’s en gezamenlijke bankrekeningen. Aanvankelijk was er ook een geschil over de gezamenlijke woning, maar deze is inmiddels verkocht. Partijen hebben aangegeven dat de zaak op de stukken kan worden afgedaan, wat betekent dat er geen mondelinge behandeling plaatsvond. De rechtbank heeft de feiten en het verloop van de procedure vastgesteld, waarbij de vrouw haar vordering om de woning onverdeeld te laten, heeft ingetrokken. De rechtbank heeft vervolgens uitspraak gedaan over de verdeling van de auto’s en de opheffing van de gezamenlijke bankrekeningen. De vrouw heeft recht op een overbedelingsvergoeding van € 7.292,11 voor de KIA, die aan de man wordt toegedeeld. De Skoda wordt aan de vrouw toegedeeld zonder nadere verrekening. De rechtbank heeft ook bepaald dat de gezamenlijke bankrekeningen opgeheven moeten worden, aangezien deze leeg zijn. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/355620 / HA ZA 24-446
Vonnis van 26 maart 2025
in de zaak van
[de vrouw],
te [plaats 1],
eisende partij,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. S. Biskanter,
tegen
[de man],
te [plaats 2],
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. A. Vogelaar.
De zaak in het kort
Partijen hebben een affectieve relatie gehad. In deze procedure vordert de vrouw verdeling van een aantal gemeenschappelijke zaken. Zij heeft ook gevraagd te bepalen dat de gezamenlijke woning nog zes maanden onverdeeld blijft. De man heeft met een tegeneis juist gevorderd dat de woning verkocht wordt. Tijdens deze procedure is de woning verkocht. Daarom heeft de man zijn tegeneis ingetrokken en heeft de vrouw haar vordering om de woning onverdeeld te laten ingetrokken. Partijen hebben meegedeeld dat de zaak verder “op de stukken” kan worden afgedaan. De rechtbank doet nog uitspraak over (onder meer) de verdeling van twee auto’s en de opheffing van gezamenlijke bankrekeningen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 januari 2025, met de daarin genoemde stukken en bijbehorende producties
- het formulier B16 van de kant van de man, waarin hij zijn vordering in reconventie intrekt en meedeelt dat de zaak voor het overige op de stukken kan worden afgedaan
- het formulier B16 van de kant van de vrouw, waarin zij haar vordering vermindert, en verzoekt de zaak voor het overige op de stukken af te doen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De man en de vrouw hebben een affectieve relatie met elkaar gehad. Zij zijn niet gehuwd geweest en hebben geen geregistreerd partnerschap gehad. Uit hun relatie zijn twee kinderen geboren. Deze zijn nu nog minderjarig. Partijen hebben gezamenlijk gezag over de kinderen.
2.2.
Op 12 juli 2007 zijn partijen een samenlevingsovereenkomst aangegaan. Deze is op 4 december 2023 ontbonden.
2.3.
Partijen zijn sinds 18 november 2015 ieder voor de helft eigenaar van de woning gelegen aan de [adres] te [plaats 1] (hierna: de woning). Voor de aankoop zijn zij een hypothecaire lening aangegaan. Zij zijn hoofdelijk aansprakelijk voor deze lening.
2.4.
Bij vonnis in kort geding van 4 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank op vordering van de vrouw (onder meer) bepaald dat de vrouw voorlopig in de woning mag blijven wonen en dat de man de woning moest verlaten. Ook heeft de voorzieningenrechter een voorlopige regeling vastgesteld voor de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over de kinderen. Na de uitspraak heeft de man de woning verlaten.
2.5.
De woning is verkocht.
2.6.
Partijen hebben negen gezamenlijke bankrekeningen bij ABN-AMRO. De saldi van vijf van deze rekeningen zijn al bij helfte verdeeld. Ten tijde van de dagvaarding was het saldo op die rekeningen € 0,-. Ook het saldo op de gezamenlijke rekening eindigend op [rekeningnummer 1] was € 0,-. Op de drie andere rekeningen stonden kleine bedragen (minder dan € 5,-).
2.7.
Tijdens de relatie hebben partijen twee auto’s gekocht: een KIA die op naam van de man staat en een Skoda die op naam van de vrouw staat. De man rijdt in de KIA en de vrouw in de Skoda. Voor de aankoop van elk van de auto’s zijn partijen samen een persoonlijke lening aangegaan.
2.8.
De verzekeringen voor deze auto’s staan beide op naam van de man. Er is een aantal schadevrije jaren opgebouwd.
2.9.
Partijen hebben gemeenschappelijke inboedelgoederen.

3.Het geschil

3.1.
De vrouw heeft bij de dagvaarding eerst gevorderd dat de rechtbank bepaalt dat de woning onverdeeld blijft voor een periode van zes maanden, in welke periode de vrouw het exclusief gebruik van de woning heeft. De man heeft juist gevorderd de vrouw te veroordelen mee te werken aan de verkoop (en levering) van de woning.
3.2.
Kort voor de geplande mondelinge behandeling heeft de man meegedeeld dat hij zijn tegeneis intrekt omdat de woning al is verkocht. Daarbij heeft hij gemeld dat partijen niet bij de mondelinge behandeling zullen verschijnen en dat de zaak op de stukken kan worden afgedaan. Daarna heeft de vrouw meegedeeld dat zij haar vordering dat de gezamenlijke woning voor zes maanden onverdeeld moet blijven, intrekt. Daarbij heeft zij gezegd dat zij haar overige vorderingen handhaaft. Zij heeft verzocht “op de stukken” op die vorderingen te beslissen.
3.3.
Na haar wijziging van eis – en vernummering door de rechtbank – vordert de vrouw (samengevat) om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. te gelasten dat na de periode van onverdeeldheid de woning verdeeld zal worden door verkoop – in gezamenlijke opdracht en voor gezamenlijke kosten – voor een zo hoog mogelijke prijs, waarbij de netto opbrengst in gelijke delen verdeeld wordt;
II. te bepalen dat partijen gerechtigd zijn om de helft van de renteovereenkomst van ABN-AMRO voort te zetten;
III. te bepalen dat de gezamenlijke bankrekening bij ABN-AMRO eindigend op [rekeningnummer 1] wordt toebedeeld aan de man dan wel wordt opgeheven na verkoop en levering van de woning onder vergoeding van de helft van de waarde aan de vrouw;
IV. te bepalen dat de gezamenlijke bankrekeningen bij ABN-AMRO eindigend op [rekeningnummer 2], [rekeningnummer 3], [rekeningnummer 4] en [rekeningnummer 5] zullen worden toegedeeld aan de man dan wel worden opgeheven;
V. te bepalen dat de gezamenlijke bankrekeningen bij ABN-AMRO eindigend op [rekeningnummer 6], [rekeningnummer 7], [rekeningnummer 8] en [rekeningnummer 9] zullen worden toegedeeld aan de man dan wel worden opgeheven;
VI. te bepalen dat KIA met kenteken [kenteken 1] wordt toegedeeld aan de man onder vergoeding van helft van waarde aan de vrouw, te weten € 7.292,11;
VII. te bepalen dat Skoda met kenteken [kenteken 2] aan de vrouw wordt toegedeeld zonder nadere verrekening;
VIII. te bepalen dat de lening bij ABN-AMRO met kenmerk eindigend op [rekeningnummer 10], hoog € 5.065,78 aan de man wordt toegedeeld;
IX. te bepalen dat de lening bij ABN-AMRO met kenmerk eindigend op [rekeningnummer 11], hoog € 5.964,69 wordt toegedeeld aan de vrouw;
X. te bepalen dat man gehouden is mee te werken aan de splitsing van de schadevrije jaren met betrekking tot de KIA;
XI. te bepalen dat de inboedel genoemd op de inboedellijst (productie 16) aan de vrouw wordt toebedeeld en de overige inboedel aan de man wordt toebedeeld zonder nadere verrekening.
3.4.
De vrouw voert aan dat het partijen niet is gelukt om tot afspraken te komen over verdeling en zegt dat zij als deelgenoot het recht heeft om te allen tijde verdeling te vorderen.
3.5.
De man voert verweer. Hij brengt onder meer naar voren dat de vrouw geen belang heeft bij de renteovereenkomst omdat zij geen woning zal en kan kopen. Ook vindt hij dat de KIA zonder verrekening aan hem moet worden toegedeeld omdat deze auto van hem is.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Artikel 3:185 BW
4.1.
Vast staat dat partijen geruime tijd in gesprek zijn over verdeling van (onder meer) de woning, bankrekeningen en auto’s en dat definitieve afspraken over (de wijze van) verdeling daarvan nog niet zijn gemaakt. De rechtbank zal daarom op grond van artikel 3:185 BW de (wijze van) verdeling vaststellen. Bij deze vaststelling moet de rechtbank rekening houden met de belangen van partijen en met het algemeen belang. [1] De rechtbank heeft daarom een mate van vrijheid. Zij is niet gebonden aan hetgeen partijen over en weer hebben gevorderd en zij hoeft niet expliciet in te gaan op hetgeen partijen aanvoeren. [2]
Verkoop van de woning voor een zo hoog mogelijke prijs
4.2.
Met de hiervoor als I. genoemde vordering vordert de vrouw (kort gezegd) verdeling van de woning door verkoop tegen een zo hoog mogelijke prijs. Partijen hebben de rechtbank meegedeeld dat de woning inmiddels verkocht is. De vrouw heeft niet toegelicht welk belang zij na de verkoop (die deel is van haar vordering) nog heeft bij toewijzing van deze vordering. Daarom zal de rechtbank deze afwijzen.
Negen bankrekeningen
4.3.
De vrouw wenst de negen gezamenlijke bankrekeningen niet langer aan te houden en vordert de bankrekeningen aan de man toe te delen tegen betaling van de helft van de saldi aan de vrouw, dan wel de bankrekeningen op te heffen. De man heeft gezegd dat alle negen bankrekeningen leeg zijn. De vrouw heeft dit niet weersproken.
4.4.
Omdat de bankrekeningen leeg zijn en geen van de partijen heeft gezegd er nog belang bij te hebben een of meer rekeningen aan te houden, zal de rechtbank de man veroordelen mee te werken aan de opheffing van de bankrekeningen.
De auto’s en leningen die daarvoor zijn afgesloten
4.5.
Vast staat dat partijen voor de aanschaf van de KIA en de Skoda gezamenlijk twee kredietovereenkomsten hebben afgesloten. De man heeft niet heeft weersproken dat beide partijen ook op deze gezamenlijke leningen hebben afgelost. De rechtbank neemt daarom als uitgangspunt dat de auto’s gemeenschappelijk eigendom van partijen zijn, zodat de vrouw verdeling kan vorderen.
4.6.
De bij de man in gebruik zijnde KIA zal aan de man worden toebedeeld. De vrouw heeft hierdoor recht op een overbedelingsvergoeding van € 7.292,11, zijnde de niet weersproken dagwaarde van de KIA van € 19.650,00 verminderd met het niet weersproken openstaande kredietbedrag van € 5.065,78, gedeeld door twee (
De vrouw vordert daarbij de schuld ter zake van de auto toe te delen aan de man. Schulden komen niet voor toedeling in aanmerking. Wel zal de rechtbank bepalen dat de man gehouden is de schuld bij ABN-AMRO met kenmerk eindigend op [rekeningnummer 10] als eigen schuld te voldoen met vrijwaring van de vrouw daarvoor.
4.7.
De bij de vrouw in gebruik zijnde Skoda zal aan de vrouw worden toebedeeld. De man heeft geen bezwaar naar voren gebracht tegen toedeling van de Skoda aan de vrouw zonder nadere verrekening. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat de vrouw gehouden is de schuld bij ABN-AMRO met kenmerk eindigend op [rekeningnummer 11] aan ABN-AMRO als eigen schuld te voldoen met vrijwaring van de man daarvoor.
Inboedelgoederen
4.8.
De vrouw heeft een lijst overgelegd van inboedelgoederen die zij toegedeeld wil krijgen. De man heeft aangevoerd dat hij niet inhoudelijk op de lijst kan reageren omdat hij al maanden niet in de woning is geweest. Dat de man al lange tijd niet in woning is geweest staat er niet aan in de weg dat van hem verwacht mocht worden bezwaar te maken tegen toedeling aan de vrouw van de op de lijst genoemde inboedelgoederen als hij daarmee niet kan instemmen. Dat heeft hij niet gedaan. De man heeft ook niet aangegeven of een verdeling volgens de lijst leidt tot overbedeling van de vrouw. De rechtbank zal de verdeling van de inboedel daarom overeenkomstig de opgave van de vrouw vaststellen, zonder overbedelingsvergoeding vast te stellen voor de man.
De renteovereenkomst
4.9.
De vrouw vordert ook om te bepalen dat beide partijen gerechtigd zijn om de helft van de renteovereenkomst met ABN-AMRO voort te zetten. De rechtbank zal deze vordering afwijzen.
4.10.
De vrouw geeft aan dat zij na de verkoop van de woning een nieuwe woning hoopt te kopen. Voor de financiering van een nieuwe woning wil zij gebruik maken van de gunstige voorwaarden van de renteovereenkomst. De man meent dat deze vordering moet worden afgewezen omdat de vrouw geen mogelijkheden heeft om een nieuwe woning te kopen. De vrouw heeft hierop niet gereageerd. Ook in de dagvaarding is zij niet ingegaan op mogelijkheden om een nieuwe woning te kopen. Daarmee heeft zij haar belang bij deze vordering niet voldoende onderbouwd. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat hierover bij de mondelinge behandeling mogelijk meer duidelijkheid had kunnen komen, maar dat partijen hebben meegedeeld niet naar de zitting komen.
Splitsing van de schadevrije jaren
4.11.
De rechtbank zal bepalen dat de man met betrekking tot de autoverzekering is gehouden mee te werken aan de splitsing van de schadevrije jaren. De man heeft op deze vordering van de vrouw geen verweer gevoerd. Hij heeft toegezegd te zullen meewerken.
De vordering in reconventie
4.12.
De vordering in reconventie hoeft niet te worden besproken. De man heeft deze ingetrokken.
Proceskosten
4.13.
Omdat partijen een affectieve relatie hebben gehad en met elkaar hebben samengewoond, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
deelt de auto van het merk KIA met kenteken [kenteken 1] toe aan de man met de verplichting voor de man de schuld uit de lening met kenmerk eindigend op [rekeningnummer 10] volledig voor eigen rekening te nemen en aan ABN-AMRO als eigen schuld te voldoen met vrijwaring van de vrouw daarvoor,
5.2.
veroordeelt de man wegens overbedeling aan de vrouw € 7.292,11 te betalen,
5.3.
deelt de auto van het merk Skoda met kenteken [kenteken 2] zonder nadere verrekening toe aan de vrouw met de verplichting voor de vrouw de schuld uit de lening met kenmerk eindigend op [rekeningnummer 11] volledig voor eigen rekening te nemen en aan ABN-AMRO als eigen schuld te voldoen met vrijwaring van de man daarvoor,
5.4.
bepaalt dat de inboedel genoemd op de als productie 16 in het geding gebrachte inboedellijst aan de vrouw wordt toegedeeld en de overige inboedel van de woning aan de man, een ander zonder nadere verrekening,
5.5.
veroordeelt de man mee te werken aan de opheffing van de gezamenlijke bankrekeningen bij ABN-AMRO eindigend op [rekeningnummer 1], [rekeningnummer 2], [rekeningnummer 3], [rekeningnummer 4], [rekeningnummer 5], [rekeningnummer 6], [rekeningnummer 7], [rekeningnummer 8] en [rekeningnummer 9],
5.6.
veroordeelt de man mee te werken aan de splitsing van de schadevrije jaren van de autoverzekering van de KIA,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. Hoogkamer en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2025.

Voetnoten

1.Artikel 3:185 lid 1 BW
2.HR 17 april 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2631