3.3.2Bewijsmotivering
Deze zaak gaat over meerdere gevallen van oplichting waarbij, telkens met gebruikmaking van een zogenaamde ‘babbeltruc’, het de bedoeling was om de pinpassen met bijbehorende pincodes, maar ook geld en/of sieraden te verkrijgen van de slachtoffers. Deze oplichtingen werden telkens, dan wel veelal gevolgd door diefstal doordat met de buitgemaakte pinpassen geld werd opgenomen van de rekeningen van de slachtoffers.
Het onderzoek heeft in de zaak van de verdachte geresulteerd in een verdenking van drie gevallen van oplichting, gevolgd door diefstal van geldbedragen.
De modus operandi (de werkwijze) in die drie gevallen van oplichting was nagenoeg identiek. De slachtoffers, dikwijls van gevorderde leeftijd, werden gebeld door een persoon die zich voordeed als een medewerker van de bank, met de mededeling dat fraudeurs het op de bankrekening of waardevolle spullen van het slachtoffer hadden voorzien. De ‘bankmedewerker’ gaf te kennen dat er iemand van de bank en/of de politie bij het slachtoffer langs zou komen om te helpen door de pinpas en -code op te halen. Vervolgens verscheen er een persoon bij de woning van het slachtoffer die zei van de bank, dan wel de politie te zijn. Het slachtoffer werd zo bewogen pinpas(sen) en -code(s) af te geven. Kort hierna werden met de afgegeven pinpassen geldbedragen opgenomen.
De verdachte heeft verklaard dat hij steeds als chauffeur betrokken is geweest bij de tenlastegelegde feiten en dat hij zich pas later had gerealiseerd waar zijn passagiers zich mee bezig hielden.
Volgens de raadsvrouw zijn de gedragingen van de verdachte niet te kwalificeren als medeplegen maar hooguit als medeplichtigheid; hij heeft alleen als chauffeur opgetreden en wist niet wat de passagiers aan het doen waren. Zijn rol was slechts van ondersteunende en faciliterende aard en van onvoldoende gewicht om van medeplegen te kunnen spreken. De beelden van de verdachte in de Mediamarkt maken dit niet anders, omdat hij niet degene is die goederen probeert af te rekenen met een pinpas van de slachtoffers. Hij probeerde goederen contant af te rekenen.
Dit verweer slaagt niet en de rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Vooropgesteld wordt dat gelet op alle handelingen die moesten worden verricht in het kader van de oplichtingen en de daaropvolgende diefstallen duiden op een gezamenlijk en vooropgezet plan.
De rechtbank is van oordeel dat bij alle feiten sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verschillende daders ter uitvoering van dit plan. Zonder de rol van de ene dader had de navolgende handeling immers niet plaats kunnen vinden. Een persoon belde met het slachtoffer, een ander persoon ging naar de woning van het slachtoffer, waarbij het slachtoffer werd bewogen tot de afgifte van pinpas(sen) en code(s), en er was een persoon of personen die vervolgens het geld pinde(n). Verder was er een persoon, de verdachte, die zorgde voor het vervoer van de daders naar de woning van de slachtoffers en vervolgens naar verschillende geldautomaten en/of winkels om met die pinpassen geld te pinnen of spullen te kopen. De modus operandi was erop gericht dat het pinnen met de afgetroggelde pinpassen en pincodes zo snel mogelijk gebeurde. Er bestond immers het risico dat het slachtoffer, al dan niet na een seintje van de bank, tot het besef kwam dat hij of zij was opgelicht en de rekening(en) zou(den) worden geblokkeerd. De verdachte speelde tegen deze achtergrond een cruciale rol bij het snel opnemen van geld of doen van aankopen met de pinpassen- en codes. Hij zorgde immers voor het vervoer zodat zijn medeverdachten snel konden pinnen. De slotsom is dat alle handelingen in dienst stonden van het uiteindelijke doel: zoveel mogelijk geld buit maken. Eenieder die één van de handelingen of rollen binnen deze
modus operandivervulde, leverde daarmee ook een wezenlijke en essentiële bijdrage aan de overige handelingen.
Daarnaast acht de rechtbank de verklaring van de verdachte dat hij nietsvermoedend enkel als chauffeur heeft opgetreden volstrekt ongeloofwaardig gelet op de gegevens die in zijn telefoon zijn aangetroffen. Daarop zijn namelijk onder meer foto’s van (doorgeknipte) bankpassen aangetroffen en een lijst waar plaatsnamen, telefoonnummers en geboortedata op staan. Dit soort lijsten worden vaker gezien in bankhelpdeskfraude onderzoeken. Verder stonden op zijn telefoon video’s waarop te zien is dat de verdachte bestuurder is van de auto, hij de medeverdachten in de auto filmt en waarin zij (ook de verdachte) dikke pakken met bankbiljetten laten zien. Ook is er een filmpje gemaakt in de auto met de telefoon van de verdachte met daarop kennelijk buitgemaakte sieraden en is een afbeelding aangetroffen op zijn telefoon met gouden sieraden en een weegschaal. Tot slot is de verdachte ook op beelden te zien in de Mediamarkt op 28 juli 2022 (zaak b) samen met een medeverdachte die met de van oplichting afkomstige pinpas van [slachtoffer 2] aankopen probeerde te doen. De verdachte was kortom wel degelijk op de hoogte van de oplichtingspraktijken.
De stelling van de verdachte dat hij bij de Mediamarkt alleen Airpods voor zichzelf wilde kopen met contant geld en dat hij niets te maken had met het pinnen, acht de rechtbank ongeloofwaardig en wordt bovendien weersproken door de in het dossier aanwezige beelden van de Mediamarkt. Op deze beelden is te zien dat de verdachte samen met een medeverdachte twee iPhones en Airpods besteld bij een medewerker. Vervolgens is te zien dat de verdachte pas met contant geld in zijn hand staat nadat een eerdere pinpoging met de pinpas van het slachtoffer is mislukt, en een medewerker alle goederen al achter de balie had neergelegd. Nadat de verdachte en zijn medeverdachte terugkomen en opnieuw een pinpoging doen met een aan elkaar geplakte pas, verlaten zij de Mediamarkt bovendien zonder spullen.
Op grond van al het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien komt de rechtbank tot de conclusie dat in alle gevallen sprake is geweest van een duidelijk vooropgezet plan en een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten, waarbij de verdachte een rol van voldoende gewicht had.
Dit betekent dat de verdachte in alle zaken als medepleger kan worden aangemerkt van zowel de oplichtingen als de daaropvolgende diefstallen met valse sleutel.
3.3.3Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
feit 1hij in de periode van 15 juni 2022 tot en met 9 augustus 2022, te Den Helder en Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard, en Oudorp, gemeente Alkmaar, althans in Nederland, te weten,
op 15 juni 2022 te Oudorp, gemeente Alkmaar, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de pinpas en de pincode van [slachtoffer 1], door
- zich voor te doen als bankmedewerker, en
- tegen [slachtoffer 1] te zeggen dat er een bedrag van € 600,- van haar rekening was afgeschreven, en
- tegen [slachtoffer 1] te zeggen dat er een politieagent naar haar woning zou komen om haar pinpas op te halen, en
- aan de deur/naar de woning van [slachtoffer 1] te komen en/of zich voor te stellen als politieagent,
op 28 juli 2022 te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2], heeft bewogen tot de afgifte van enig goed het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de pinpas en de pincode van [slachtoffer 2], door
- zich voor te doen als bankmedewerker, en
- tegen [slachtoffer 2] te zeggen dat er een cyberaanval is geweest op haar rekening, en
- tegen [slachtoffer 2] te zeggen dat er iemand (van de bank) langskomt om haar pinpas en pincode op te halen,
en
op 9 augustus 2022 te Den Helder, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3], heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de pinpas en de pincode van die [slachtoffer 3],
door
- zich voor te doen als bankmedewerker, en
- tegen [slachtoffer 3] te zeggen dat iemand heeft geprobeerd om een geldbedrag van haar rekening af te halen/schrijven, en
- tegen [slachtoffer 3] te zeggen dat er iemand (van de bank) langskomt om haar pinpas en pincode op te halen;
feit 2hij in de periode van 15 juni 2022 tot en met 9 augustus 2022 te Alkmaar en Den Helder en Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard, en Oudorp, gemeente Alkmaar, en Waarland, gemeente Schagen, althans in Nederland, te weten,
op 15 juni 2022 te Alkmaar en Oudorp, gemeente Alkmaar, tezamen en in vereniging met anderen, een geldbedrag van € 1.833,49, dat toebehoorde aan [slachtoffer 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door - onbevoegd tot het gebruik van de pinpas - pintransacties te verrichten/geld op te nemen/pinnen met de pinpas van [slachtoffer 1],
op 28 juli 2022 te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard, en Waarland, gemeente Schagen, tezamen en in vereniging met anderen, een geldbedrag van € 3.669,00, dat toebehoorde aan [slachtoffer 2], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door - onbevoegd tot het gebruik van de pinpas - pintransacties te verrichten/geld op te nemen/pinnen met de pinpas van [slachtoffer 2],
op 9 augustus 2022 te Den Helder, tezamen en in vereniging met anderen, een geldbedrag van ( € 400,00, dat toebehoorde aan [slachtoffer 3], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door - onbevoegd tot het gebruik van de pinpas - pintransacties te verrichten/geld op te nemen/pinnen met de pinpas van [slachtoffer 3].
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.