Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.DE STICHTING STICHTING WAARBORGFONDS MOTORVERKEER,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
1.De procedure
- het verzoekschrift (met producties 1 tot en met 20),
- het verweerschrift van het Waarborgfonds (met productie 1),
- het verweerschrift van Euro Insurances (met producties 1 tot en met 16),
- de e-mail van [verzoeker] van 10 februari 2025 (met producties 21 en 22).
2.Feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
de rechtbankvoor te leggen. [3] Dit terwijl gedaagde partijen in de dagvaardingsprocedure nog geen antwoord hebben genomen naar aanleiding van de dagvaarding. In tegenstelling tot wat [verzoeker] stelt, worden gedaagden partijen in de dagvaardingszaak daardoor benadeeld in hun juridische positie. In dit deelgeschil zijn daarnaast door [verzoeker] niet alle gedaagden partijen betrokken, zodat er ook niet kan worden ingegaan op de onderlinge verhouding van alle gedaagde partijen. Ook is van belang dat [verzoeker] tijdens de mondelinge behandeling heeft aangekondigd dat in de dagvaardingszaak nieuwe feiten aan de orde zullen komen omdat nog niet alle getuigen zijn gehoord. Deze nieuwe feiten kunnen in dit deelgeschil geen rol spelen. De rechtbank acht dit in strijd met de belangen van het Waarborgfonds en Euro Insurances. Daarbij komt dat het de rechtbank niet duidelijk is geworden welk belang [verzoeker] heeft indien zijn verzoek enkel in een deelgeschil wordt behandeld en niet in de dagvaardingsprocedure.