In deze zaak vorderen passagiers compensatie van de vervoerder, Royal Air Maroc, vanwege een vertraagde vlucht van Amsterdam naar Tanger op 2 juli 2022. De passagiers zijn met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming aangekomen. De vervoerder heeft niet betwist dat de passagiers met vertraging zijn aangekomen, maar stelt dat hij rauwelijks is gedagvaard. De kantonrechter oordeelt dat de passagiers onvoldoende hebben aangetoond dat de vervoerder de aanmaningen heeft ontvangen, waardoor het verweer van de vervoerder slaagt. De kantonrechter wijst de gevorderde hoofdsom van € 1.600,00 toe, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de vlucht. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter M.W. Koenis op 26 maart 2025.