In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH compensatie gevorderd van de vervoerder Finnair OYj voor een meer dan drie uur vertraagde vlucht van Amsterdam naar Tokio via Helsinki. De vervoerder voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, waaronder een tekort aan personeel bij de security check op Schiphol en het afladen van bagage door meerdere 'no-shows'. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder niet voldoende had aangetoond dat de vertraging door deze omstandigheden was veroorzaakt. Hoewel er sprake was van drukte op Schiphol, was het niet duidelijk hoe dit de vlucht had vertraagd. De kantonrechter concludeerde dat de vertraging van 1 uur en 29 minuten door de 'no-shows' als een buitengewone omstandigheid kon worden aangemerkt, maar dat zonder deze omstandigheid de vertraging minder dan drie uur zou zijn geweest. De vervoerder had alle redelijke maatregelen genomen om de vertraging te voorkomen, waardoor de vordering van AirHelp werd afgewezen. AirHelp werd veroordeeld in de proceskosten.