Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiser 1], pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor haar minderjarige kind
[minderjarige]
1.Het procesverloop
- de akte houdende overlegging machtiging minderjarige;
2.De feiten
3.Het geschil
- € 750,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 december 2019, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 136,13 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
Het primair gevorderde bedrag is hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. De kantonrechter zal de vordering daarom toewijzen tot het wettelijke tarief, namelijk € 136,13 (inclusief btw), en voor het overige afwijzen.
5.De beslissing
griffierecht € 214,00;
salaris gemachtigde € 270,00;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.