ECLI:NL:RBNHO:2025:3618

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 maart 2025
Publicatiedatum
2 april 2025
Zaaknummer
11323263 BM VERZ 24-2521 jb
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opheffing van bewind wegens geestelijke toestand van betrokkene

In deze zaak heeft de betrokkene verzocht om opheffing van het bewind dat over zijn goederen is ingesteld. De betrokkene is niet ter zitting verschenen, en het verzoek is afgewezen omdat de noodzaak voor het bewind nog steeds aanwezig is. De betrokkene heeft een hersenbeschadiging door het gebruik van verdovende middelen en heeft geen ziekte-inzicht. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder het verzoekschrift en verweer van de bewindvoerder, FHV Castricum B.V. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 maart 2025 is de bewindvoerder verschenen, maar de verzoeker niet. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om zijn financiën te beheren en dat de grond voor het bewind gewijzigd moet worden naar de geestelijke of lichamelijke toestand van de betrokkene. De kantonrechter heeft de beslissing genomen om het verzoek tot opheffing van het bewind af te wijzen en de publicatie in het openbaar Curatele- en Bewindregister te handhaven. Tevens is de jaarbeloning van de bewindvoerder vastgesteld volgens de geldende regeling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummer: 11323263 BM VERZ 24-2521 jb
Uitspraakdatum: 31 maart 2025

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoeker,
van wie de bewindvoerder is:
FHV Castricum B.V.,
gevestigd te Castricum,
hierna ook te noemen: FHV.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek (per e-mail), ter griffie ingekomen op 13 september 2024;
  • het verweer met bijlagen van FHV, ingekomen op 14 oktober 2024;
  • het aanvullend verweer met bijlage van FHV, ingekomen op 23 december 2024;
  • de reactie (per e-mail) van verzoeker, ingekomen op 31 december 2024.
Een mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op 11 maart 2025.
Namens FHV zijn daarbij verschenen [bewindvoerder]. Verzoeker is ondanks behoorlijke oproeping niet verschenen.

beoordeling

Bij beschikking van de kantonrechter is FHV benoemd tot bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan verzoeker op grond van verkwisting of het hebben van problematische schulden.
Het verzoek strekt tot opheffing van het bewind. Verzoeker heeft daartoe aangevoerd dat hij FHV niet vertrouwt. Hij krijgt zijn pinpas en papieren niet. Ook krijgt hij geen leefgeld. FHV heeft ook contact met zijn ex-schoonfamilie wat hij heel vervelend vindt.
Hij krijgt geen zorg- en huurtoeslag en heeft geen inzage in zijn bankgegevens.
Het gaat goed met verzoeker. Hij is niet verslaafd en is ook niet psychotisch. Hij kan nu zelf zijn zaken regelen en zonodig kan zijn moeder hem helpen.
FHV heeft bezwaar gemaakt tegen opheffing van het bewind en verzocht de grond van het bewind te wijzigen naar de grond wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand. Nu de schulden (bijna) zijn afgelost en daarmee de grond aan het bewind komt te ontvallen, vindt FHV voortzetting van het bewind echter noodzakelijk. Zij voert daartoe het volgende aan.
Zij acht verzoeker niet in staat zelf zijn financiën te beheren. Verzoeker is vanaf zijn 15e/16e jaar verslaafd aan verdovende middelen waardoor zijn hersens zijn beschadigd. Verzoeker is in zorg bij het FACT Velsen maar heeft geen ziekte-inzicht.
Verzoeker heeft toegang tot het OnView-systeem van FHV zodat hij zijn bankgegevens kan inzien. Hij kan dus zien dat hij toeslagen ontvangt en leefgeld. Zijn leefgeld maakt hij echter binnen een uur op. Hij ziet niet in dat zijn vaste lasten als eerste betaald moeten worden.
In december 2024 is verzoeker gedwongen opgenomen in een psychiatrische kliniek. In de weken voor de opname nam verzoeker zijn medicatie niet in om aan te tonen dat hij psychisch niet ziek was. Dit heeft echter geleid tot ernstige escalaties.
Verzoeker heeft ook voor ernstige overlast gezorgd in en rond zijn woning en hij is door de Woningbouwvereniging daarop aangesproken.
Door niet te verschijnen, heeft verzoeker de stellingen van FHV ter zitting niet weersproken. Gelet hierop is de kantonrechter daarom van oordeel dat de noodzaak voor het bewind nog aanwezig is en luidt de beslissing als volgt.

beslissing

De kantonrechter:
  • wijst het verzoek tot opheffing van het bewind af;
  • wijzigt de grond van het op 20 mei 2016 uitgesproken bewind in die zin dat de goederen die (zullen) toebehoren aan [verzoeker] onder bewind zijn gesteld wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand;
  • bepaalt dat de publicatie in het openbaar Curatele- en Bewindregister wordt gehandhaafd;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter