ECLI:NL:RBNHO:2025:3698

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
9834498 \ CV FORM 22-2425
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugbetaling ticketkosten door vervoerder na annulering vlucht

In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door hun wettelijke vertegenwoordiger, terugbetaling van ticketkosten van de vervoerder, Air France, verzocht. De passagiers stellen dat hun boeking voor een retourvlucht is geannuleerd, terwijl de vervoerder dit betwist. De vervoerder voert aan dat de boeking niet bij hem is gemaakt en dat hij slechts één van de vier vluchten zou uitvoeren, welke vlucht op tijd is uitgevoerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers niet hebben aangetoond welke vlucht geannuleerd zou zijn en dat de vervoerder niet de uitvoerende luchtvaartmaatschappij was voor de geannuleerde vlucht. Hierdoor is de verplichting tot bijstand van de vervoerder niet van toepassing, en zijn de verzoeken van de passagiers afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk hebben gekregen. De kantonrechter heeft de verzoeken van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9834498 \ CV FORM 22-2425
Uitspraakdatum: 2 april 2025
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
1. [eiser 1]handelende pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor zijn minderjarige kinderen
[minderjarige 1],
[minderjarige 2]en
[minderjarige 3]

2. [eiser 2]

verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R.A.C. Telkamp (EUclaim B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Air France
gevestigd te Roissy, Frankrijk
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer (AKD N.V.)
De zaak in het kort
De passagiers hebben terugbetaling van ticketkosten van de vervoerder verzocht. Zij stellen dat hij hun boeking voor een retourvlucht heeft geannuleerd. De vervoerder betwist dit. De boeking is niet bij hem gemaakt en hij zou maar één van de vier vluchten uitvoeren. Deze vlucht is niet geannuleerd en is op tijd uitgevoerd. Het verweer van de vervoerder slaagt en de verzoeken van de passagiers worden afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A)
  • de akte eisers
  • het antwoordformulier (formulier C) en het verweerschrift.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moesten zij als volgt vervoerd worden:
- Op 25 april 2020 van Amsterdam-Schiphol Airport, via Parijs, Frankrijk, naar Port Louis, Mauritius, met vluchtcombinatie AF1441 en MK933 (hierna gezamenlijk: de heenvlucht);
- Op 4 en 5 mei 2020 van Port Louis, Mauritius, via Parijs, Frankrijk, naar Amsterdam-Schiphol Airport, met vluchtcombinatie MK14 en MK7596 (hierna gezamenlijk: de terugvlucht).
2.2.
De passagiers hebben terugbetaling van de ticketprijzen van de vervoerder verzocht.
2.3.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.
2.4.
De passagiers zijn door de kantonrechter gemachtigd om deze procedure namens hun minderjarige kinderen te voeren.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 3.828,08, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 726,00 dan wel € 614,45 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder ‘de boeking’ heeft geannuleerd. Zij vorderen terugbetaling van de ticketprijzen. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt ingegaan bij de beoordeling van het geschil.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat zij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder betwist dat hij de boeking van de passagiers zou hebben geannuleerd. Hij voert daartoe aan dat de passagiers de vluchten niet bij hem hebben geboekt maar bij een tussenpersoon genaamd Super Saver. Super Saver heeft de boeking op zijn beurt gemaakt bij Air Mauritius. Van de vier vluchten van de boeking zou de vervoerder alleen vlucht AF1441 van Amsterdam naar Parijs van de heenvlucht uitvoeren. Deze vlucht is conform schema uitgevoerd en 12 minuten voor schema in Parijs gearriveerd, aldus de vervoerder.
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Bij de annulering van een vlucht verplicht de Verordening de betrokken luchtvaartmaatschappij om de passagiers bijstand te bieden door hen de keuze te geven tussen terugbetaling van de ticketkosten of een alternatieve vlucht naar de eindbestemming. [2] Deze verplichting tot bijstand rust op de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. [3]
4.4.
In dit geval hebben de passagiers niet gesteld welke vlucht van de boeking is geannuleerd. De vervoerder heeft betwist dat hij de uitvoerende luchtvaartmaatschappij was van vlucht MK933 van Parijs naar Mauritius en van de terugvlucht. Ook heeft hij betwist dat hij de vlucht die hij wel zou uitvoeren (vlucht AF1441 van Amsterdam naar Parijs) heeft geannuleerd. Daarom staat naar het oordeel van de kantonrechter niet vast dat de vervoerder een vlucht heeft geannuleerd en ook niet dat er om die reden een verplichting tot bijstand op hem rustte, waardoor hij de passagiers de ticketkosten terug zou moeten betalen. Het had op de weg van de passagiers gelegen om hun verzoek op dit punt nader te onderbouwen. Dit betekent dat het verweer van de vervoerder slaagt. De verzoeken van de passagiers worden afgewezen.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers omdat zij ongelijk krijgen. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van deze beschikking.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 339,00 aan salaris gemachtigde en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 135,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van deze beschikking;
5.3.
verklaart deze beschikking – wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Kleij, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.Op grond van artikel 8 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 1 sub a in verbinding met artikel 8 van de Verordening.
3.Zoals bedoeld in artikel 2 aanhef en onder b van de Verordening.