In deze zaak heeft de kinderrechter op 2 januari 2025 uitspraak gedaan over de wijziging van de verblijfplaats van een minderjarige, die al zeven jaar in een pleeggezin woont. De gecertificeerde instelling, het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft verzocht om toestemming voor de wijziging van verblijf van de minderjarige naar een gezinshuis. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige zich niet gezien voelt en lijdt onder de opvoedstijl van de pleegmoeder. Ondanks de inspanningen van de pleegzorginstelling om hulpverlening in te zetten, heeft de pleegmoeder deze hulp afgehouden. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de pleegouders niet langer in staat zijn om te voldoen aan de opvoedbehoefte van de minderjarige, die kampt met ernstige loyaliteitsgevoelens en suïcidale gedachten. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de wijziging van verblijfplaats direct kan ingaan. De kinderrechter heeft de beslissing genomen in het belang van de minderjarige, die in het gezinshuis naar verwachting beter zal kunnen opgroeien.