In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 maart 2025 uitspraak gedaan in het bewind van een betrokkene, waarbij de bewindvoerder ambtshalve is ontslagen. De bewindvoerder had buitensporige administratiekosten van €8.470,00 in rekening gebracht, zonder deze voldoende te onderbouwen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder niet de vereiste transparantie heeft geboden en dat hij zijn eigen bedrijf heeft ingeschakeld voor administratieve werkzaamheden, wat in strijd is met de wettelijke voorschriften. De bewindvoerder had moeten verzoeken om machtiging voor niet gebruikelijke uitgaven, wat hij heeft nagelaten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er gewichtige redenen zijn om de bewindvoerder te ontslaan en heeft hem veroordeeld tot terugbetaling van het onterecht ontvangen bedrag aan de betrokkene. Tevens zijn M.M. Pieterse en E. Blüm, vennoten van BBT Bewindvoering, benoemd als opvolgend bewindvoerders. De kantonrechter heeft de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de nieuwe bewindvoerders vastgesteld op €660,00 (exclusief btw). De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.