Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- met een niet toegestane en/of gezien de wegsituatie/verkeerssituatie onverantwoord hoge snelheid te rijden en/of
- zijn (hoge) snelheid niet aan te passen aan de overige aanwezige verkeersdeelnemers, te weten een tegemoetkomende auto en/of een voor hem rijdende fietsster en/of
- niet tijdig te anticiperen op de voor hem rijdende links afslaande fietsster en/of
- zijn snelheid niet zodanig te regelen dat hij in staat was het door hem bestuurde motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- aan te rijden tegen en/of in botsing te komen met een voor hem op de weg bevindende fietsster, waardoor die fietsster (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel, te weten schedel- en hersenletsel, een gebroken sleutelbeen, gebroken ribben en/of
een gebroken onderkaak, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
- met een zodanig hoge snelheid heeft gereden, dat hij niet in staat is geweest zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- is aangereden tegen een voor hem bevindende fietsster, waardoor die fietsster (te weten [slachtoffer]) ten val is gekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
2.Voorvragen
3.Standpunten van partijen
5.Bewezenverklaring
- met een niet toegestane en gezien de verkeerssituatie onverantwoord hoge snelheid te rijden en
- zijn hoge snelheid niet aan te passen aan de overige aanwezige verkeersdeelnemers, te weten een tegemoetkomende auto en een voor hem rijdende fietsster en
- niet tijdig te anticiperen op de voor hem rijdende fietsster en
- zijn snelheid niet zodanig te regelen dat hij in staat was het door hem bestuurde motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover de weg vrij was en
- aan te rijden tegen een voor hem op de weg bevindende fietsster, waardoor die fietsster (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel, te weten schedel- en hersenletsel, een gebroken sleutelbeen, gebroken ribben en een gebroken onderkaak werd toegebracht.
6.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
7.Strafbaarheid van de verdachte
8.Motivering van de straf
9.Bijkomende straf
10.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 2.065,94
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
120 (honderdtwintig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 60 dagen hechtenis.
6 (zes) maanden.
nietzal worden ten uitvoer gelegd tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 3.275,94 (drieduizend tweehonderdvijfenzeventig euro en vierennegentig cent), als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 februari 2025 tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 3.275,94 (drieduizend tweehonderdvijfenzeventig euro en vierennegentig cent)bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 42 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 februari 2025 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.