Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de brief van Allianz (met productie 14),
2.Feiten
Uit het onderzoek is gebleken dat wederpartij ([eiser] - toevoeging rechtbank)
opzettelijk eenonjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.Tevens is gebleken dat enkele stukken die door wederpartij zijn aangeleverd, zijn veranderd en of aangepast, waaruit kan worden geconcludeerd dat er door wederpartij, met betrekking tot die specifieke documenten,valsheid in geschrifte is gepleegd.
Hij de Chevrolet aan de heer [naam 1] zou verkopen voor een bedrag van EUR 15.750,00.
Hij deze overeenkomst zelf heeft opgemaakt op zijn computer.
Hij geen kopie meer kan tonen van de originele, ongetekende overeenkomst, zoals die door hem op zijn computer zou zijn opgemaakt.
Deze overeenkomst op 16 november 2016 door de heer [naam 1] is ondertekend.
Hij de verkoopbevestiging nooit eerder heeft gezien.
Hij nooit een dergelijke auto van de heer [eiser] heeft willen kopen.
Er daarover nooit afspraken zijn gemaakt tussen hem en de heer [eiser]
Een dergelijke auto op dat moment een waarde zou hebben van EUR 10.000,00 in plaats van EUR 15.750,00.
Hij de verkoopbevestiging ook nooit heeft ondertekend.
Hij een aantal jaren geleden een ondernemer uit Armenië heeft leren kennen, die hem had gevraagd of hij hem wilde rijden voor een bedrag van EUR 75,00 tot EUR 100,00 per uur.
Hij dat een aantal jaren voor de aanrijding heeft gedaan en hij daar ook facturen van heeft aangeleverd.
De facturen niet op naam staan omdat het hier gaat om dienstverlening aan een particulier.
Hij alleen weet dat deze man Arthur heet en dat hij ergens in 2013 of 2014 voor hem begonnen.
De facturen altijd door Arthur contant werden betaald.
Hij daar geen betalingsbewijzen van heeft maar het regelmatig gebeurde dat hij de betalingen door Arthur zelf heeft gestort op zijn bankrekening.
Het klopt dat hij in 2016 met Arthur de afspraak had gemaakt dat hij Arthur zou rijden voor EUR 6.000,00 per maand.
Dit een mondelinge overeenkomst is geweest.
Factuur voor onderhoudswerkzaamheden, [naam 4] , van 15 april 2016, voor een bedrag van EUR 1.391,00.
Factuur voor herstelwerkzaamheden Noorddijk, van LPC Bouw, van 6 juni 2016, voor een bedrag van EUR 1.674,08.
De factuur van EUR 1.674,08 een factuur is van LPC Bouw, voor werkzaamheden aan de schuur, de schutting en andere buitenwerkzaamheden bij de woning aan de Noorddijk.
Hij ook niet meer weet hoe hij deze factuur heeft betaald.
Dit werkzaamheden zijn die hij normaal altijd zelf deed.
Hij nimmer werkzaamheden voor de heer [eiser] heeft uitgevoerd aan de woning aan de Noorddijk.
De factuur is uitgeschreven voor het leveren van houten balken en platen.
De factuur die de heer [eiser] heeft aangeleverd, niet overeenkomt met de factuur zoals hij die heeft opgemaakt.
Er door derden veranderingen zijn aangebracht in de factuur.
Het omvangrijke rapport van Dekra (…) voegen wij bij dit bericht. Wij verwijzen u naar de inhoud (…) en geconcludeerd wordt dat door dhr. [eiser] opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken wordt gegeven en door hem valsheid in geschrifte is gepleegd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Herstel werkzaamheden Noorddijk’ aan Allianz verstrekt. Dekra heeft in het kader van haar onderzoek een bezoek gebracht aan L.C.P. Bouw en van de directeur, de heer [directeur LCP Bouw] , de factuur getoond gekregen zoals deze op de computer van L.C.P. Bouw staat. Op die factuur luidt de omschrijving ‘
Hierbij de factuur zoals doorgenomen’. Alle andere gegevens op de beide facturen, zoals de datum, het gefactureerde bedrag en het factuurnummer komen met elkaar overeen. De heer [directeur LCP Bouw] heeft tegenover de onderzoekers verklaard dat de factuur betrekking had op een aan [eiser] geleverde partij hout. Dit wordt ondersteund door de e-mail die L.C.P. Bouw op 6 juni 2016 samen met de factuur aan [eiser] heeft gemaild, met de tekst: “Hierbij nog de factuur voor het aanleveren van de balken en de platen”. Dekra heeft de digitale eigenschappen van de factuur in de computer van L.C.P. Bouw bekeken, waaruit bleek dat het document op 6 juni 2016 om 6:27 uur is aangemaakt en diezelfde dag om 6:31 uur voor het laatst is opgeslagen. Uit deze bevindingen, die [eiser] niet althans onvoldoende gemotiveerd heeft betwist, leidt de rechtbank af dat [eiser] de versie van de factuur die hij aan Allianz ter beschikking heeft gesteld, zelf heeft aangepast. Hoewel [eiser] verschillende verklaringen naar voren brengt waarom de facturen qua omschrijving van elkaar verschillen, onderbouwt hij die verklaringen niet dan wel onvoldoende. Aan het feit dat [eiser] stelt dat hij deze verklaringen niet kan onderbouwen omdat zijn computer is gecrasht, gaat de rechtbank voorbij. Onduidelijk is immers gebleven waarom [eiser] alleen via deze gecrashte computer bij zijn e-mailberichten zou kunnen komen. Ook volgt de rechtbank [eiser] niet in zijn stelling dat hij geen belang zou hebben bij vervalsing van de factuur door de omschrijving aan te passen. De levering van materialen komt immers niet voor vergoeding in aanmerking in een letselschadezaak, maar de kosten voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een woning, die een slachtoffer door zijn opgelopen letsel niet zelf kan doen, mogelijk wel. Gelet op het voorgaande volgt de rechtbank Allianz in het standpunt dat de factuur van L.C.P. Bouw door [eiser] is gemanipuleerd.