Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, die zich afspeelt tussen buren, vordert eiser dat hij door verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van een strook grond tussen zijn perceel en dat van gedaagde. De buren hebben in 2019 gezamenlijk een nieuwe schutting geplaatst op of nabij de kadastrale erfgrens. Eiser stelt dat de nieuwe schutting niet op de juiste plek is geplaatst en vordert dat deze teruggeplaatst wordt naar de oude locatie van de schutting, die meer op het perceel van gedaagde stond. Gedaagde voert verweer en stelt dat er een vaststellingsovereenkomst is gesloten bij de plaatsing van de nieuwe schutting, waardoor eiser zijn recht op verjaring heeft verwerkt. De rechtbank oordeelt dat er inderdaad sprake is van rechtsverwerking, omdat eiser pas in 2023 zijn aanspraak op de betwiste strook grond heeft geuit, terwijl hij jarenlang geen actie heeft ondernomen. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten.