Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
betekeningvan deze beschikking.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak verzoekt de werknemer, [eiser], om vernietiging van een ontslag op staande voet door zijn werkgever, [gedaagde], die niet op de zitting is verschenen en geen verweerschrift heeft ingediend. De kantonrechter heeft op 16 april 2025 geoordeeld dat het ontslag niet rechtsgeldig is, omdat er geen dringende reden was voor het ontslag. De werknemer, die sinds 1 september 2023 als Chef Kok bij [gedaagde] werkte, heeft op 25 november 2024 te horen gekregen dat hij het pand onmiddellijk moest verlaten. Hij heeft vervolgens geen loon ontvangen en heeft een verzoek ingediend om het ontslag te vernietigen en om loonbetaling. De kantonrechter heeft het verzoek toegewezen, omdat [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd. De werknemer heeft recht op loon over de periode van 1 september 2023 tot en met 25 november 2024, alsook op een maandsalaris van € 2.808,- bruto per maand vanaf 25 november 2024, verhoogd tot € 2.885,22 bruto per maand vanaf 1 januari 2025. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van wettelijke verhoging en rente, en moet [gedaagde] binnen veertien dagen deugdelijke bruto-netto specificaties over de loonbetalingen verstrekken, op straffe van een dwangsom. Het verzoek tot wedertewerkstelling is afgewezen, omdat het restaurant van [gedaagde] gesloten is. De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde].