ECLI:NL:RBNHO:2025:4112

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
15 april 2025
Zaaknummer
11437957 MB VERZ 24-954
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot instelling van mentorschap voor betrokkene met geestelijke en lichamelijke beperkingen

In deze zaak heeft de kantonrechter op 8 april 2025 uitspraak gedaan over een verzoek tot instelling van mentorschap voor een betrokkene die mogelijk beperkingen heeft op het gebied van geheugen, begrip of beoordelingsvermogen. De verzoeker, De Zorgcirkel, heeft aangevoerd dat de betrokkene niet in staat is om zelf zorg- en behandelbeslissingen te nemen, mede door verstoorde familieverhoudingen tussen haar kinderen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren op een onbekende datum, niet in staat is om haar belangen zelf te behartigen en dat een professionele mentor noodzakelijk is om een stabiele zorgsituatie te creëren. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de kinderen van de betrokkene gehoord, waarbij twee dochters uiteindelijk instemden met het mentorschap, ondanks aanvankelijke bezwaren van de betrokkene zelf. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de betrokkene niet in staat is zelfstandig zorgbeslissingen te nemen en heeft een mentor benoemd, E.A. Water, met een vastgestelde jaarbeloning van € 660,00 exclusief btw. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 11437957 MB VERZ 24-954 sc
Uitspraakdatum: 8 april 2025

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
De Zorgcirkel,
gevestigd te 1814 DE Alkmaar, Van Houtenkade 3,
hierna ook te noemen: verzoeker,
met betrekking tot:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 6 december 2024;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde mentor;
  • het verweerschrift met bijlage van betrokkene, ter griffie ingekomen op
  • het verweerschrift van [dochter ] dochter van betrokkene, hierna: [dochter 1] , ter griffie ingekomen op 19 december 2024;
  • het verweerschrift van [dochter ] , dochter van betrokkene, hierna: [dochter 2] , ter griffie ingekomen op 23 december 2024;
  • het verweerschrift van betrokkene, ter griffie ingekomen op 20 februari 2025;
  • het verweerschrift van betrokkene, overhandigd op 10 maart 2025.
Op 3 maart 2025 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.
Op 10 maart 2025 heeft de kantonrechter betrokkene gehoord op haar adres.

uitgangspunten

Het verzoek strekt tot instelling van een mentorschap ten behoeve van betrokkene. Dochters [dochter 3] en [dochter 4] staan achter het verzoek, [zoon] heeft geen bezwaar kenbaar gemaakt.

standpunten

Verzoeker stelt dat betrokkene niet in staat is om zelf consistente afspraken te maken over het zorg- en behandelbeleid. De vijf kinderen van betrokkene leven in onmin met elkaar en hebben niet eenduidige meningen. Betrokkene heeft ook wisselend contact met haar kinderen en afhankelijk van haar relatie op dat moment stelt zij ook wisselende contactpersonen aan. Betrokkene is makkelijk beïnvloedbaar. In de huidige contactpersoon, [dochter 1] , heeft een deel van de andere kinderen geen vertrouwen. Zij stemt niet af met haar broer en zussen. De huidige contactpersoon communiceert richting de zorg conflictueus en grensoverschrijdend (bedreigend) waardoor er op dit moment geen constructieve afspraken gemaakte kunnen worden rondom de zorgverlening van betrokkene. De huidige contactpersoon zoekt meerdere malen per dag via whatsapp, mail en telefoon contact met de zorgverleners, de managers en de directeur. De contactpersoon is erop gewezen hoe, wanneer en waarover zij wel contact kan opnemen met de medewerkers van De Zorgcirkel. Ondanks diverse gesprekken is het niet gelukt tot een oplossing te komen. Dit leidt ertoe dat De Zorgcirkel uit verbinding is met de contactpersoon en dat het contact met betrokkene ook onder spanning staat. Verzoeker heeft er geen vertrouwen meer in dat de relatie met de contactpersoon hersteld kan worden en verzoekt een professionele mentor te benoemen.
Betrokkene voert in haar schriftelijke verweer aan dat zij nergens in wordt gehoord binnen de locatie Westerhout van De Zorgcirkel, en dat ook het verzoek mentorschap niet met haar is besproken. Betrokkene vindt dat zij geen mentor nodig heeft omdat haar kinderen haar medicatie, boodschappen, kleding en het wassen van de kleding regelen. En als zij geld nodig heeft, wordt dit ook door een van de kinderen geregeld. Betrokkene voert aan dat zij geestelijk nog prima in staat is en dat zij nog nooit een dag heeft meegemaakt waarop zij iets tekort kwam. Tot slot voert zij aan dat zij vanwege haar lichamelijke gezondheid niet in staat is om de zitting in het gerechtsgebouw bij te wonen en dat [dochter 1] haar woordvoerder en contactpersoon is.
[dochter 1] heeft ook schriftelijk verweer gevoerd. Zij ziet niet in waarom betrokkene een mentor toegewezen moet krijgen. Betrokkene kan niet meer lopen maar zij is geestelijk nog prima in staat om al haar zaken zelf te regelen. Het verzoek is eenzijdig ingediend door De Zorgcirkel, locatie Westerhout, waar betrokkene sinds 1 oktober 2024 wordt gegijzeld. Bij de verhuizing moest betrokkene een handtekening zetten op een document waarvan ze niet wist wat erop stond en ze heeft er geen exemplaar van ontvangen. Een normale communicatie met Westerhout is onmogelijk: zij treiteren, verspreiden leugens, hebben valse bedoelingen, delen onterechte waarschuwingen uit richting de kinderen en uiten bedreigingen. Ook is de zorg erg slecht: betrokkene krijgt te weinig eten en drinken en er is nog geen dag juiste medicatie gegeven. Verder wordt niet geluisterd naar de pijnklachten van betrokkene. Betrokkene wil terug naar locatie Mieuwijdt. Gezegd is dat dat niet mogelijk is, maar de reden is niet duidelijk. [dochter 1] heeft de Raad van Toezicht ingeschakeld om verbetering in de zorg te krijgen. Tot slot voert zij aan dat de verzoeker door middel van het verzoek mentorschap alle macht van betrokkene probeert af te pakken en in handen te krijgen.
[dochter 2] voert aan dat betrokkene geen mentorschap nodig heeft omdat ze nog wilsbekwaam is en geen schulden heeft. Betrokkene heeft alles wat nodig is en haar kinderen helpen haar. Ook voert zij aan dat de dames in Westerhout betrokkene in hun macht willen hebben.

beoordeling

Tijdens mondelinge behandeling van het verzoek zijn de kinderen van betrokkene gehoord. Tijdens de schorsing van de mondelinge behandeling heeft de voorgestelde mentor aan [dochter 1] en [dochter 2] uitgelegd wat mentorschap voor betrokkene kan betekenen voor betrokkene en voor de familie. [dochter 1] sprak vervolgens naar de kantonrechter uit dat mentorschap positief voor betrokkene zal zijn en dat er dan helderheid komt. Ook [dochter 2] is nu akkoord met een mentorschap. De kantonrechter trekt hieruit de conclusie dat [dochter 1] en [dochter 2] hun verweer hiermee hebben laten varen.
Wel maakt betrokkene nog bezwaar tegen een mentorschap, maar aan dat bezwaar gaat de kantonrechter voorbij.
Gelet op de stukken en de afgelegde verklaringen, acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat betrokkene als gevolg van haar geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt ten volle haar belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf waar te nemen. De kantonrechter legt dit uit.
Het is de kantonrechter gebleken dat betrokkene niet in staat is zelfstandig zorgbeslissingen te nemen. Tijdens het gesprek met de kantonrechter dat op de kamer van betrokkene plaatsvond, gaf betrokkene de indruk geen helder zicht op haar situatie te hebben. Op vragen van de kantonrechter verwees zij vooral naar wat haar dochter (de kantonrechter neemt aan [dochter 1] ) daarvan vindt en zij wees op blauwe plekken op haar arm die het gevolg zouden zijn van mishandeling. Betrokkene wilde tijdens het gesprek ook [dochter 1] bellen, zodat die haar standpunt kon verwoorden.
De kantonrechter is van oordeel dat bij betrokkene mogelijk beperkingen zijn op het gebied van geheugen, begrip of beoordelingsvermogen, waardoor door zij niet meer in staat wordt geacht om voornoemde belangen zelf te behartigen, haar wil voldoende te bepalen en daarover te verklaren. Daar komt bij dat de familieverhoudingen tussen de kinderen van betrokkene onderling en tussen De Zorgcirkel en [dochter 1] , als eerste contactpersoon, verstoord zijn. Gebleken is dat dit een goede zorg voor betrokkene in de weg staat. De kantonrechter acht het in het belang van de betrokkene dat een stabiele situatie aangaande de zorg wordt gecreëerd met hulp van een professionele mentor als onafhankelijke derde, zodat de betrokkene de zorg krijgt die zij nodig heeft. De kinderen kunnen als kinderen voor hun moeder blijven zorgen, maar in overleg met de mentor.
Tegen benoeming van de voorgestelde mentor bestaat geen bezwaar.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen mentor, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen mentor voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 660,00 (exclusief btw).

beslissing

De kantonrechter:
  • stelt een mentorschap in ten behoeve van de hiervoor genoemde [betrokkene] ;
  • benoemt tot mentor: E.A. Water h.o.d.n. BeschermingsbewindNHN t.h.o.d.n. MentorschapNHN, Kvkno. 74037269, correspondentieadres: postbus 3065, 1801 GB Alkmaar;
  • stelt de jaarbeloning van de mentor vast overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de mentor voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 660,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat). MBB03