Juridisch kader
8. Artikel 56 van het DWU, luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Gemeenschappelijk douanetarief en -toezicht
1. De verschuldigde invoer- en uitvoerrechten zijn gebaseerd op het gemeenschappelijk douanetarief.
2. Het gemeenschappelijk douanetarief omvat al het volgende:
a)
de gecombineerde nomenclatuur van goederen als vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87;
(…)
c)
de conventionele of gewone autonome douanerechten van toepassing op goederen die onder de gecombineerde nomenclatuur vallen;
d)
de preferentiële tariefmaatregelen in de overeenkomsten die de Unie met bepaalde landen of gebieden dan wel groepen van landen of gebieden buiten het douanegebied van de Unie heeft gesloten;
(…)
3. Indien de betrokken goederen voldoen aan de voorwaarden die in de in lid 2, onder d) tot en met g), vastgestelde maatregelen zijn vervat, treden de in die bepalingen bedoelde maatregelen op aanvraag van de aangever in de plaats van de onder c) van dat lid genoemde maatregelen. Deze aanvraag kan achteraf worden ingediend zolang aan de in de toepasselijke maatregel of het wetboek vastgestelde termijnen en voorwaarden is voldaan.
9. Artikel 64 van het DWU, luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Preferentiële oorsprong van goederen
1. Om voor de in artikel 56, lid 2, onder d) of e), bedoelde maatregelen of voor niet-tarifaire preferentiële maatregelen in aanmerking te komen, moeten goederen voldoen aan de in de leden 2 tot en met 5 van dit artikel bedoelde regels betreffende de preferentiële oorsprong.
2. Voor goederen die in aanmerking komen voor preferentiële maatregelen in het kader van overeenkomsten die de Unie met bepaalde landen of gebieden dan wel groepen van landen of gebieden buiten het douanegebied van de Unie heeft gesloten, worden de regels betreffende de preferentiële oorsprong bij die overeenkomsten vastgesteld.
10. Artikel 117 van het DWU luidt als volgt:
“Invoer- of uitvoerrechten die te veel in rekening zijn gebracht
1. Een bedrag aan invoer- of uitvoerrechten wordt terugbetaald of kwijtgescholden indien het bedrag dat correspondeert met de aanvankelijk meegedeelde douaneschuld het verschuldigde bedrag overschrijdt of indien de douaneschuld in strijd met artikel 102, lid 1, onder c) of d), aan de schuldenaar was meegedeeld.
2. Wanneer het verzoek om terugbetaling of kwijtschelding is gegrond op het bestaan, op het tijdstip van de aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer van de goederen, van een verlaagd recht of een nulrecht bij invoer in het kader van een tariefcontingent, een tariefplafond of een andere gunstige tariefbehandeling, wordt de terugbetaling of kwijtschelding slechts verleend indien, op het tijdstip waarop het verzoek, voorzien van alle nodige bescheiden, wordt ingediend, is voldaan aan een van de volgende voorwaarden:
a)
indien het een tariefcontingent betreft, dit niet is uitgeput;
b)
in de overige gevallen, het normaal verschuldigde recht niet opnieuw is ingesteld.”
11. De CETA-Overeenkomst en het bijbehorende CETA-Protocol zijn, bij voorlopige toepassing op 21 september 2017 in werking getreden.
12. Artikel 18 van het CETA-Protocol luidt:
1. Producten van oorsprong uit de Europese Unie komen bij invoer in Canada, en producten van oorsprong uit Canada komen bij invoer in de Europese Unie, voor de preferentiële tariefbehandeling krachtens deze overeenkomst in aanmerking op basis van een verklaring (hierna „oorsprongsverklaring” genoemd).
2. De oorsprongsverklaring wordt verstrekt op een factuur of ander handelsdocument, waarin het product van oorsprong voldoende duidelijk is omschreven om het te kunnen identificeren. (…)”
13. Artikel 20 van het CETA-Protocol luidt:
“Geldigheid van de oorsprongsverklaring
1. Een oorsprongsverklaring is twaalf maanden geldig vanaf de datum waarop zij door de exporteur is opgesteld, of langer indien aldus vastgesteld door de partij van invoer. Binnen deze periode kan aanspraak worden gemaakt op een preferentiële tariefbehandeling bij de douaneautoriteit van de partij van invoer.
2. De partij van invoer kan een na de in lid 1 bedoelde geldigheidsperiode bij haar douaneautoriteit ingediende oorsprongsverklaring aanvaarden voor de toepassing van een preferentiële tariefregeling in overeenstemming met het in die partij geldende recht.”
14. Artikel 21 van het CETA-Protocol luidt:
“Verplichtingen met betrekking tot de invoer
1. Om aanspraak te kunnen maken op preferentiële tariefbehandeling moet de importeur:
a)
de oorsprongsverklaring indienen bij de douaneautoriteit van de partij van invoer zoals vereist door die partij en overeenkomstig de aldaar geldende procedures;
b)
een vertaling van de oorsprongsverklaring indienen, als de douaneautoriteit van de partij van invoer dit vereist; en
c)
een verklaring indienen die deel uitmaakt van de invoeraangifte of hiervan vergezeld gaat, waaruit blijkt dat de producten voldoen aan de voorwaarden voor de toepassing van deze overeenkomst, als de douaneautoriteit van de partij van invoer dit vereist.
2. Een importeur die verneemt of redenen heeft om aan te nemen dat een oorsprongsverklaring voor een product waarvoor de preferentiële tariefbehandeling is verleend onjuiste informatie bevat, stelt de douaneautoriteit van de partij van invoer onmiddellijk schriftelijk in kennis van alle wijzigingen die van invloed zijn op de oorsprong van dat product en betaalt de verschuldigde invoerrechten.
3. Wanneer een importeur verzoekt om preferentiële tariefbehandeling voor uit het grondgebied van de andere partij ingevoerde goederen, kan de partij van invoer een preferentiële tariefbehandeling voor die goederen weigeren indien de importeur niet aan de eisen van dit protocol voldoet.
4. In overeenstemming met haar interne recht bepaalt elke partij dat een product waarvoor de importeur op het tijdstip van invoer niet over een oorsprongsverklaring beschikte maar dat bij invoer ervan op het grondgebied van die partij normaal als van oorsprong zou zijn beschouwd, hij binnen een termijn van ten hoogste drie jaar na de datum van invoer mag verzoeken om de terugbetaling van de rechten die hij heeft moeten betalen omdat het product toen geen preferentiële tariefbehandeling heeft gekregen.”