Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
24 maart 2025;
2.De feiten
3.De verzoeken
I. Tussen de moeder en de kinderen een zorgregeling geldt, waarbij de kinderen in de
Het eerder gedane verzoek van de moeder om met de minderjarigen naar [plaats] ( [provincie] ) te verhuizen is bij beschikking van deze rechtbank van 26 november 2024 afgewezen. Hoewel de moeder aan de vader, maar ook ter zitting van 22 oktober 2024, onomwonden heeft aangegeven niet zelf, dus zonder de kinderen, naar [plaats] te zullen verhuizen indien haar verzoeken zouden worden afgewezen, heeft de moeder de vader bij bericht van 4 december 2024 laten weten dat zij het besluit heeft genomen om de kinderen vanaf de vrijdag (6 december) 18.00 uur bij de vader te laten wonen. De moeder heeft hierbij voorts aangegeven dat de vader de kinderen op zijn adres mag inschrijven. De moeder heeft vervolgens de daad bij het woord gevoegd en is dezelfde week definitief naar [plaats] vertrokken om bij haar nieuwe partner in te trekken. Volgens de geldende regeling heeft de vader de kinderen op donderdag 5 december 2024 van school gehaald en sindsdien verblijven beide kinderen volledig bij hun vader. De moeder heeft haar huurwoning in [plaats] per diezelfde maand opgezegd. De vader betreurt het eenzijdige handelen van de moeder, dat een enorme impact heeft gehad op de kinderen die sinds het plotselinge vertrek van de moeder bij de vader wonen en nu om het weekend in [plaats] verblijven. Gelet op de nieuwe situatie acht de vader het van belang dat de kinderen de basisschool afmaken in hun nieuwe omgeving, namelijk bij de vader in [plaats] . De kinderen zitten nu nog op school in [plaats] , maar de reistijd tussen [plaats] en [plaats] is te groot en belastend voor hen. Daarbij is het ook belastend voor de vader en zijn partner die twee keer per dag van [plaats] naar [plaats] moeten reizen. Ook is het van belang dat de kinderen zo snel als mogelijk contacten kunnen opbouwen (in [plaats] ) zodat ze met leeftijdgenootjes kunnen spelen en kunnen deelnemen aan teamsporten in de regio waar ook schoolgenootjes aan meedoen. De moeder heeft in eerste instantie ingestemd met een school in [plaats] met als voorwaarde dat de kinderen naar dezelfde school gaan als de kinderen van de partner van de man. De directrice van deze school (en de man en zijn partner) achten dit niet in het belang van de kinderen. Het verblijf van de kinderen bij de vader is voor alle kinderen (ook die van de partner van de man) een enorme verandering waarbij een bepaalde vorm van ruimte belangrijk is. De vader heeft contact opgenomen met de basisschool [basisschool] in [plaats] die bereid is de kinderen toe te laten. Verder verzoekt de vader een zorg- en vakantieregeling tussen de kinderen en de moeder. De moeder brengt de kinderen momenteel na een omgangsweekend pas op maandagochtend terug in plaats van zondagavond. Hierdoor moeten de kinderen op maandag heel vroeg uit bed en zijn zij al meerdere keren te laat gekomen op school met als gevolg dat de school een melding van ongeoorloofd verzuim heeft moeten doen bij de leerplichtambtenaar.
4.Het verweer en zelfstandig verzoek
a) de minderjarigen verblijven in de even weken van vrijdagmiddag na schooltijd tot
b) tijdens de zomervakanties verblijven de minderjarigen de eerste drie weken aaneengesloten bij de vader en de laatste drie weken bij de moeder;
c) tijdens vakanties die één week duren geldt dat de kinderen van maandagochtend 8:30 uur tot woensdagmiddag 16:00 uur bij de vader zijn en van woensdagmiddag 16:00 uur tot maandagochtend 8:30 uur bij de moeder;
d) tijdens vakanties die twee weken duren geldt dat de kinderen van maandagochtend 8:30 uur tot zondagmiddag 16:00 uur bij de vader zijn en van zondagmiddag 16:00 uur tot
e) tijdens bijzondere dagen geldt:
- op de verjaardag van de moeder zijn de kinderen bij de moeder en op de verjaardag van
5.5. Visie van de Raad
De kinderen zien zich sinds december 2024 geconfronteerd met een nieuwe situatie waarin de zorgtaken van de ouders zijn omgedraaid en de kinderen plotseling het overgrote deel van de tijd bij hun vader wonen en één weekend per twee weken omgang hebben met hun moeder. Duidelijk is dat deze verandering een enorme impact heeft (gehad) op de kinderen. Zij zijn klem komen te zitten tussen de ouders en verkeren als gevolg van de strijd tussen de ouders en de lopende rechtszaken al langere tijd in onzekerheid over hoe hun leven er de komende jaren uit zal zien. Gelet op het feit dat de moeder twee weken na de afwijzende beschikking van de rechtbank van 26 november 2024 haar huurwoning in [plaats] heeft opgezegd en alsnog is verhuisd naar [plaats] , en de kinderen sindsdien bij hun vader in [plaats] wonen, waar ze inmiddels ook staan ingeschreven, acht de rechtbank het in het belang van de kinderen dat zij ook in die nieuwe woonomgeving naar school gaan. De rechtbank is het eens met de Raad dat er teveel van de kinderen wordt gevraagd als zij nog langer in drie leefwerelden ( [plaats] , [plaats] en [plaats] ) moeten blijven bewegen. Een school in [plaats] betekent dat zij na schooltijd of in het weekend eenvoudig kunnen afspreken met klasgenoten, contacten van de sportvereniging of andere kinderen uit de buurt. Die sociale contacten zijn belangrijk voor hun ontwikkeling. Rekening houdend met de leeftijden van de kinderen zullen zij over niet al te lange tijd ook zelfstandig die contacten kunnen opzoeken, iets wat niet zou kunnen als ze in [plaats] op school zouden blijven. Daarnaast betekent een school in [plaats] ook aanzienlijk minder reistijd, wat zowel de kinderen als de vader (en zijn partner) ten goede zal komen en de gezinslogistiek flink zal vereenvoudigen. Anders dan de moeder heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat met de wissel van school niet hoeft te worden gewacht tot er een beslissing is in het hoger beroep. Zoals ook door de Raad is benadrukt, is het van groot belang dat het leven van de kinderen zo snel mogelijk normaliseert. Heen en weer reizen naar een school in [plaats] , waar de kinderen inmiddels niet meer wonen en ook niet meer zullen wonen, staat daaraan in de weg. Met de schoolwissel hoeft evenmin te worden gewacht tot het einde van het schooljaar. De rechtbank begrijpt dat een schoolwijziging een grote verandering is, die voor de kinderen spannend is, maar dat wordt niet anders wanneer wordt gewacht tot het nieuwe schooljaar. Als de schoolwissel plaatsvindt in de meivakantie en daarmee de grote stap nog dit schooljaar wordt gezet, wordt bovendien voorkomen dat de kinderen nog maanden, en ook de zomervakantie, in spanning zitten. Met de Raad gaat de rechtbank ervan uit dat als de kinderen van school zijn gewisseld, ook de benodigde hulpverlening voor hen makkelijker op gang kan komen.
in de reguliere weekendenop vrijdag worden opgehaald en op zondag uiterlijk om 20.00 uur worden teruggebracht bij de vader. Daarmee kiest de rechtbank er in deze zaak voor de moeder een aanzienlijk groter aandeel te geven in dat halen en brengen dan de vader. Zij overweegt daartoe dat het de keuze van de moeder is geweest om, zonder toestemming, naar [plaats] te verhuizen en dat sindsdien het grootste deel van de zorgtaken (plots) bij de vader is belegd.
in/rond de vakantiesbij helfte zullen verdelen. Hoe die verdeling er precies uit moet komen te zien laat de rechtbank in goed vertrouwen over aan partijen zelf. Overigens is de rit naar [plaats] , die de vader dan af en toe zal moeten maken, voor de vader ook een kans een beter beeld te krijgen van het deel van het leven van de kinderen dat zich in [plaats] afspeelt.
- in de oneven jaren tijdens de meivakantie de eerste week bij de vader verblijven en de tweede week bij de moeder, in de even jaren de eerste week bij de moeder verblijven en de tweede week bij de vader;
- in de oneven jaren tijdens de zomervakantie de eerste drie weken bij de vader verblijven en de laatste drie weken bij de moeder, in de even jaren de eerste drie weken bij de moeder verblijven en de laatste drie weken bij de vader;
- in de oneven jaren tijdens de kerstvakantie de eerste week bij de moeder verblijven en de tweede week bij de vader, in de even jaren de eerste week bij de vader verblijven en de tweede week bij de moeder;
- in zowel de even als oneven jaren tijdens de voorjaars- en herfstvakantie bij de moeder verblijven;
- tijdens feest- of bijzondere dagen bij de ouder verblijven waar zij conform de zorg- of vakantieregeling op dat moment zijn.
7.De beslissing
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ;
7 februari 2022 en de in het ouderschapsplan van 11 december 2019 neergelegde afspraken, de volgende zorgregeling:
- de minderjarigen verblijven bij de moeder in de even weken van vrijdag uit school tot zondag, waarbij de moeder ervoor zorgdraagt dat de kinderen op vrijdag worden opgehaald en op zondag uiterlijk om 20.00 uur worden teruggebracht bij de vader;
7 februari 2022 en de in het ouderschapsplan van 11 december 2019 neergelegde afspraken, een vakantie- en feestdagenregeling, waarbij de minderjarigen:
- in de oneven jaren tijdens de meivakantie de eerste week bij de vader verblijven en de tweede week bij de moeder, in de even jaren de eerste week bij de moeder verblijven en de tweede week bij de vader;
- in de oneven jaren tijdens de zomervakantie de eerste drie weken bij de vader verblijven en de laatste drie weken bij de moeder, in de even jaren de eerste drie weken bij de moeder verblijven en de laatste drie weken bij de vader;
- in de oneven jaren tijdens de kerstvakantie de eerste week bij de moeder verblijven en de tweede week bij de vader, in de even jaren de eerste week bij de vader verblijven en de tweede week bij de moeder;
- in zowel de even als oneven jaren tijdens de voorjaars- en herfstvakantie bij de moeder verblijven;
- tijdens feest- of bijzondere dagen bij de ouder verblijven waar zij conform de zorg- of vakantieregeling op dat moment zijn;