Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- de geldvordering van [verweerder] ten laste van [verzoekster] vaststelt op € 233.100,59;
- bepaalt dat aan [verweerder] ter zekerheid van zijn geldvordering dient te worden overgedragen een met de vordering overeenkomend aandeel in de onroerende zaak, gelegen aan de [adres 1] te [woonplaats] ;
- [verweerder] veroordeelt mee te werken aan het vestigen van het recht van vruchtgebruik ten behoeve van [verzoekster] op het aan hem over te dragen aandeel in de woning aan de [adres 1] te [woonplaats] .
4.Het incidentele tegenverzoek
5.De beoordeling
ende kinderen verplicht de schulden te voldoen. Zij moet dus ook de aanslag erfbelasting voldoen en [verweerder] kan dat in rechte afdwingen. [verzoekster] erkent dat ook, maar zij heeft op de zitting gezegd dat zij met deze verplichting niet bekend was en dat de aanslag daarom nog niet betaald is, maar dat zij dat ‘nog deze week’ gaat doen. De kantonrechter ziet geen aanleiding te twijfelen aan deze toezegging, die ook door de gemachtigde van [verzoekster] herhaald is, en dat maakt dat de vordering van [verweerder] wordt afgewezen omdat hij daar onvoldoende belang bij heeft.